Levend Water

De Wereldraad van Kerken



Vrijgegeven gedeelte van de brochure

1. Inleiding


Met de twee brochures over "De Oecumenische Beweging" aangaande "De Wereldraad van Kerken" en "De Rooms Katholieke Kerk" komen wij in de reeks "Samen-Op-Weg" veel dichter bij huis, dan met de eerste twee brochures in deze reeks "Van Babel naar Babylon" en "De New Age Beweging". Het zal daarom voor velen pijnlijk zijn bepaalde feiten onder ogen te zien en in te moeten stemmen met de conclusies, die wij helaas zullen moeten trekken.

Het is ook verdrietig te moeten constateren, hoe zeer Satan er al in geslaagd is, op te rukken in onze eigen gemeenschappen en kerken, en al velen heeft weten te betoveren. Toch moeten wij niet uit het oog verliezen, dat de reeks brochures "Samen-Op-Weg" niet ageren tegen de gelovigen zelf, maar tegen de valse leer, die de bewegingen (New Age, Oecumene, Charismatisch) als waarheid verkondigen.


De New Age Beweging is niet die sympathieke dominee, die zoveel begrip kan opbrengen voor uw situatie.
De Oecumenische Beweging is niet die goedlachse pater, die oprecht mee kan leven met uw geestelijke nood.
De Charismatische Beweging is niet die aardige evangelist met wie u rustig kunt spreken over het evangelie.



Maar wij ageren tegen de bewegingen, waar deze mensen deel van uit maken. Deze bewegingen behoren bij een onderhuidssysteem waarin het verlossingswerk van Jezus Christus wordt aangetast en miskend. Het Woord Gods wordt uit zijn verband gerukt en vervolgens krachteloos gemaakt door voorschriften en leringen van mensen. Deze leringen zijn in wezen leringen van demonen, (1 Tim. 4:1-3). De drie bewegingen brengen op deze wijze een eigenwillige en eigendunkelijke godsdienst voort, die het vrome en het religieuze in de mens wel aanspreekt, maar die niets te maken heeft met waarachtig geestelijk leven. Deze bewegingen brengen met elkaar een anti-christelijk systeem voort, dat een schijn van godsvrucht heeft, maar die de innerlijke kracht daarvan volledig verloochend heeft. Deze bewegingen staan de waarheid tegen. Hun denken is bedorven en hun geloof kan de toets niet doorstaan.

Het is daarom dat deze reeks brochures is geschreven, namelijk ter waarschuwing, zodat zij het niet veel verder zullen kunnen brengen en hun onzinnigheid aan een ieder overduidelijk mag worden. Deze brochures zijn geschreven uit liefde voor de Waarheid, Jezus Christus (Joh. 14:6), en uit een bewogen hart voor zovelen, die verleid zijn geworden.

De Oecumenische Beweging neemt momenteel in de christelijke wereld een enorm grote plaats in. De Beweging doet zich in twee gestalten aan ons voor, namelijk als:


"De Wereldraad van Kerken"
"De Rooms Katholieke Kerk"



Deze twee zogeheten grote Oecumenen hebben een tijd lang losstaand van elkaar gefunctioneerd. Echter in de laatste decennia zien wij steeds meer onderlinge samenwerkingsverbanden ontstaan. Dit is voor een groot deel te wijten aan de Charismatische Beweging, die een belangrijke brugfunctie tussen de twee Oecumenen is gaan vormen.

De Wereldraad van Kerken werd in augustus 1948 in Amsterdam opgericht met 147 lidkerken. Inmiddels is het aantal lidkerken uitgegroeid tot zo'n 330. Haar grote politieke broer is de "Verenigde Naties", die omstreeks dezelfde tijd (1945) werd opgericht. Door de zogeheten "Dialoog", die vanaf 1961 is opgestart met diverse ideologieën, godsdiensten, culturen en religies streeft de Wereldraad naar een eenheid van de menselijke gemeenschap. Zo zien wij een proces van verstrengeling plaatsvinden met oosterse godsdiensten, natuurgodsdiensten, ideologieën en allerlei occulte stromingen vanwege het zogeheten "Conciliair Proces", wat niets anders is dan de prediking van "New Age".

Precies volgens het New Age Plan is door de Wereldraad opgeroepen om op alle levensterreinen de zogenaamde oude normen en waarden (die voor een groot deel in de Westerse Wereld gegrond waren op de bijbel) te verlaten en te vervangen door nieuwe. Niet alleen heeft de Wereldraad precies volgens het New Age Plan de eenheid van alle godsdiensten en culturen gezocht, maar met opzet heeft zij ook de afgelopen tientallen jaren programma's ontwikkeld om doelbewust een verandering van denken teweeg te brengen binnen de kerken en daar buiten. Programma's zijn opgezet t.a.v. "Evolutie/Revolutie", "Vrede/Gerechtigheid", "Heling/Genezing van Moeder Aarde", "Natuur/Milieu", "Abortus/Euthanasie", "Reïncarnatie/Karma", "De Charismatische Vernieuwing", "Homofilie/Feminisme", "Jubeljaar/Millennium".

Op deze wijze is er een "Paradigma Shift" binnen en buiten de kerken op gang gebracht, waardoor het denken van de mens in de samenleving definitief is gewijzigd. Het geloof gegrond op de Schrift is in de afgelopen 50 jaar door de Wereldraad systematisch in de kerken uitgehold. De waarachtige gelovigen, die een persoonlijke levende omgang kennen met onze Heiland, Jezus Christus, vormen met elkaar in de kerken een steeds kleiner wordende minderheid. In wezen vormen zij een uitstervend ras. Het is daarom verdrietig te moeten constateren, dat 50 jaar Wereldraad van Kerken het geloof in vele kerken verwoest heeft en in feite 400 jaar "Reformatie" ongedaan maakt.

Momenteel is de Wereldraad van Kerken geheel in de ban geraakt van de feministische theologie. Men wil zich losmaken van de rationele analytische denkwereld van de afgelopen 2000 jaar, "Het mannelijk paradigma model van het christelijke tijdperk van de Vissen". Men wil het verschil tussen de geslachten opheffen en uiteindelijk het vrouwelijke begrip in de Nieuwe Tijd laten prevaleren. In deze emancipatie-strijd wordt het mannelijk begrip enorm over-geaccentueerd en beschuldigd. Men wil een "Nieuw Bewustzijn" kweken, dat beantwoordt aan "Het vrouwelijk paradigma model van het tijdperk van Aquarius, de Waterman".

De feministische theologie wil niet alleen de vrouw als oudste in de plaatselijke gemeente en de vrouw op de kansel; zij wil niet alleen de wederzijdse omgang tussen man en vrouw in het huwelijk en het gezin veranderen; maar men wil de God van de bijbel veranderen in een half mannelijk / half vrouwelijk wezen, ja zelfs veranderen in een zuiver vrouwelijke godheid. Men vindt dat het christelijk geloof vervangen moet worden door de mythe van Gea, "Moeder-Aarde". Met de oeroude gelijkschakeling van "vrouw" en "natuur" wordt bewust ingehaakt op de religieuze belevingswereld van de oude culturen, waar wij de verering terugvinden van godinnen als Isis, Astarte, Demeter, Diana, Hera, enz. Op deze wijze wordt de oeroude babylonische cultus rondom Semiramis, de "Koningin des Hemels", nieuw leven ingeblazen en vindt deze theologie aansluiting bij de verafgoding van Maria in de Rooms Katholieke Kerk. De feministische theologie ruimt hierdoor een groot struikelblok uit de weg, dat vele jaren een eenwording van de Wereldraad van Kerken met Rome in de weg stond, namelijk "De verafgoding van Maria".

Bij de oprichting van de Wereldraad van Kerken in 1948 achtte Karl Barth de vereniging met Rome uitgesloten. Hij riep uit:

Wij moeten onze hoop, wat dit betreft, radicaal opgeven. Waar men zegt: "Jezus en Maria", bestaat voor ons geen enkele mogelijkheid tot hereniging", (Karl Barth).

Nu, zo'n vijftig jaar later, is echter de situatie geheel veranderd. Niet dat Rome veranderd is. Rome heeft tot op de huidige dag nog nooit één van haar standpunten, uitspraken, tradities of dogma's opgegeven of gewijzigd. Maar de geloofsstandpunten, die de Wereldraad bij haar oprichting innam, heeft de Wereldraad inmiddels door de jaren heen radicaal verlaten. De Wereldraad kwam al spoedig op een hellend vlak, toen men de Heiland uit het oog begon te verliezen, doordat men de mens centraal ging stellen en men de evangelieboodschap door de "Dialoog" ging vervangen. Men werd eerst onbewust, later bewust de grote verkondiger van de New Age leer binnen de kerken onder de titel, het "Conciliair Proces". En via de weg van de "Charismatische Vernieuwing" en de "Feministische Theologie" kwam men steeds verder van Gods Woord en het bijbelse geloof af te staan en zijn de verschillen met Rome steeds kleiner geworden. Het kan daarom niet zo lang meer duren of men zal bereid zijn als verdwaalde broeders in de moederschoot van de Rooms Katholieke Kerk terug te keren. De Wereldraad stuurt aan op een eigengemaakte nieuwe wereldorde van vrede en gerechtigheid, waar de religies de handen in één slaan voor het welzijn van de mens. Het zogenaamde Jubeljaar staat voor de deur en roept volgens de Wereldraad de volkeren op om vanaf 2000 in de "New Age" hun welvaart, hun bezit en hun economische bronnen te herverdelen onder de naties, zodat alle tegenstellingen verdwijnen. Deze visie wordt gedeeld door de Rooms Katholieke Kerk, die ook spreekt van het "Grote Jubeljaar" in 2000.

Een hereniging met Rome staat daarom in de toekomst ongetwijfeld voor de deur. Dit wordt ons ook duidelijk vanuit de toenadering van evangelische zijde tot Rome. Het zijn de vele grote interkerkelijke evangelisatie-organisaties, zoals die van Billy Graham, die van Bill Bright (Campus Crusade for Christ, in Nederland bekend als "Het Instituut voor Evangelisatie"), de Navigators, enz, die zich de laatste jaren op dit pad hebben begeven. Dit heeft geleid tot o.a. de ECT verklaring (Evangelicals and Catholics Together). Ook hier zullen wij in de twee brochures aandacht aan moeten schenken. Het zijn ontwikkelingen die ons beangstigen, want het voert de gelovigen weg van de waarheid en de gezonde woorden van de Schrift. Het leidt ons tot de leugen, tot de verdichtsels, tot bedrieglijke wonderen, ja uiteindelijk tot de mens der wetteloosheid: "de zoon des verderfs".




2. De Wereldraad van Kerken


Vanuit de grote verscheidenheid van protestantse kerken, evangelische gemeenten en allerlei zendingsgenootschappen ontwikkelde zich begin deze eeuw "De Oecumenische Beweging". Naast de Rooms Katholieke Kerk vormde zich zo een tweede grote Oecumene.

Oecumene is een grieks woord, dat voorkomt in het Nieuwe Testament. Het heeft in de bijbel de betekenis van "de bewoonde aarde". De Wereldraad van Kerken, ook wel bekend als "De Oecumenische Beweging", is tegenwoordig een religieuze beweging, die zich ten doel stelt alle christelijke kerken te verenigen om daardoor de eenheid en de wereldverbreidheid van de Christelijke Kerk zichtbaar te maken. Als uitgangspunt kiest men veelal de zinsnede uit de tekst van het hogepriesterlijk gebed, (Joh. 17:21), "opdat zij allen één zijn".



2.1 De Reformatie

Tijdens de Reformatie keerden velen zich af van de Roomse traditie en het bijgeloof in de Kerk van Rome en probeerden terug te keren naar de bijbel. Dit bracht de vele reformatorische en protestantse kerken en richtingen voort, als ook later de vele evangelische richtingen en kringen. Zij die achterbleven in de Katholieke Kerk vormden vanaf die tijd "De Rooms Katholieke Kerk".

Tijdens de kerkgeschiedenis hebben meerdere malen groepen zich afgesplitst van de Kerk van Rome, zoals bijvoorbeeld de Anglicaanse kerk en de Oud-Katholieke Kerk. De eerste grote afsplitsing van Rome vond plaats in het jaar 1054, toen de kerk van het Westen en de kerk van het Oosten uiteengingen, waardoor naast de Kerk van Rome "De Oosters Orthodoxe Kerk" ontstond.

Tijdens de Reformatie vond de tweede grote afsplitsing plaats, toen Rome weigerde aan de oproep van de reformatoren (Luther, Calvijn, Zwingli) tot hervorming van de kerk gehoor te geven. Dit bleek duidelijk op het Concilie van Trente (1545-1563), waar Rome zich keerde tegen de reformatie. Zo werd de contra-reformatie geboren. Binnen het reformatorische kamp raakte men al spoedig verdeeld. De eerste scheuring ontstond na het godsdienstgesprek tussen de reformatoren te Marburg in 1529. Sedertdien ontstonden door scheuringen en versplinteringen de meest uiteenlopende kerken, groeperingen en kringen.



2.10 Acceptatie van de rol van Maria

Via het Conciliair proces van denken is men uitgekomen bij de feministische theologie, dat een volledige "Transformatie" van de samenleving wil naar New Age model. Men verandert de God van de bijbel in een zuivere vrouwelijk godheid en schakelt "vrouw", "natuur" en "aarde" gelijk aan elkaar. Hierdoor vindt men aansluiting bij de verafgoding van de moeder-godinnen in de oudheid en bij de verering van Maria in de R.K.K, die op deze (van oorsprong Babylonische) verafgoding is gebaseerd. De feministische bevrijdingstheologie ruimt hiermee het grote struikelblok uit de weg, dat vele jaren een eenwording van de Wereldraad van Kerken met Rome in de weg stond, namelijk "De verafgoding van Maria".

Rome kent aan Maria een grote rol toe in het nieuwe Millennium. Paus Johannes Paulus II heeft zijn gehele pontificaat als Pontiff toegewijd aan Maria onder het motto "Totus Tuus Ego Sum", ("Ik ben volkomen de Uwe"). Op grond van de vele Maria-verschijningen en de daarbij doorgegeven R.K.-profetieën heeft Paus Johannes Paulus II de voorbereidingen getroffen voor het "Grote Jubeljaar 2000". Dit Jubeljaar luidt volgens de paus de "Mariale Age" in, waarmee Maria de kerk het derde millennium in zal leiden. Dit nieuwe tijdperk noemt de paus de "Age van de Twee Harten". Hiermee bedoelt hij: "Het Onbevlekte Hart van Maria" en "Het Heilig Hart van Jezus". Door middel van het concept van een "Mariale Kerk" in een "Mariale Age" zullen de gelovigen door een totale toewijding aan Maria tot het hart van Jezus worden gebracht. Dit zal eindigen met een wereldwijde oecumenische Communie-dienst, waarin de eenheid van alle kerken openbaar wordt en "de Heer" hen vervullen zal met Zichzelf door de Eucharistie.

Hoewel Paus Johannes Paulus II zich openlijk tegen de New Age Beweging afzet, verschilt zijn eigen toekomstverwachting op grond van R.K.-visioenen, R.K.-Profetieën en R.K.-verschijningen van Maria (in werkelijkheid demonen) eigenlijk in niets van het New Age Plan, dat Alice Bailey door automatisch schrift o.l.v. demonen heeft doorgegeven, (zie de brochure "De New Age Beweging"). In de volgende brochure gaan wij nader in op de rol van Maria, die de R.K.K. haar toedicht in de Mariale Age.



2.11 Acceptatie van de rol van de Paus

Het laatste struikelblok dat na de acceptatie van de rol van Maria alleen nog maar over blijft, is de erkenning van de rol (het primaatschap) van de Paus. Voortdurend meldt Genève vanaf 1996, dat de belangrijkste christelijke richtingen volgens een ambitieus plan van de secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken, in het jaar 2000 gesprekken zullen starten om markante verschillen, met inbegrip van de rol van het pausdom, uit de wereld te helpen. Volgens deze voorstellen zullen de belangrijkste groepen van christelijke kerken - "Orthodox, Rooms-Katholiek, Protestants en Pinkster" - voorbereidingen treffen aan het begin van het volgende millennium voor een universele christelijke raad om alle geschilpunten, die de kerk verdeeld, op te lossen. De centrale strijdvraag, die als een deel van dit proces moet worden bijgelegd, is volgens Konrad Raiser de vraag t.a.v. het primaatschap van de Paus.

De Wereldraad van Kerken roept herhaaldelijk op "om gesprekken te starten om de meest op de voorgrond tredende verschillen, met inbegrip van de rol van het pausdom, bij te leggen". Protestantse kerken worden onder druk gezet om "hun overgebleven nationale en confessionele verschillen opzij te leggen". Volgens Konrad Raiser, Secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken, beweegt Europa zich snel naar een situatie:

"waar de traditionele tegenstellingen tussen verschillende Protestantse kerken irrelevant wordt". (Ecumenical News International, 20 juni 1996).

Ook Paus Johannes Paulus II heeft voorzegd dat er een geloofsvereniging zal plaatsvinden en dat alle religies tezamen zullen aanbidden rond het jaar 2000. Paus Johannes Paulus II nodigt in zijn encycliek over de oecumene "Ut Unum Sint" andere kerken uit, het geschilpunt omtrent het primaatschap te bespreken.

"Paus Johannes Paulus II zei gisteren dat hij bereid is met andere christelijke denominaties overeenstemming te bereiken over de toekomstige rol van het pausdom. De paus deed zijn aanbod in een encycliek van 115 blz "Dat zij allen één mogen zijn", die gewijd is aan het zoeken van eenheid onder christelijke kerken, die van elkaar zijn afgescheiden in de laatste 1000 jaar... De Paus maakte duidelijk, dat hij geen symbolisch pausdom zou accepteren zonder tanden en dat Rome de eerste plaats onder de christenen zou moeten behouden. Ook zei hij, dat een paus de autoriteit zou moeten hebben om onfeilbare verklaringen af te leggen ten aanzien van de beginselen van de geloofsleer." (The Prophetic Observer - juli 1995).

Paus Johannes Paulus II meent, dat zijn geestelijk leiderschap in de nabije toekomst aan het begin van het Nieuwe Mariale Tijdperk wereldwijd op bovennatuurlijke wijze zal worden bevestigd. Dit bovennatuurlijke gebeuren zal volgens hem de kerk wereldwijd verenigen en hem bevestigen als de geestelijk leider van onze planeet. (In de volgende brochure gaan wij hier nader op in.) Op de derde kerkendag in Kampen (1998) pleitte de secretaris-generaal Konrad Kaiser van de Wereldraad van Kerken:

"voor een universeel concilie van alle christenen aan het begin van het volgende millennium. De kerken moeten volgens hem met het oog op het jaar 2000 een teken van eenheid stellen door alle wederzijdse leerveroordelingen ongedaan te maken. (Kampen - ANP, Leidsch Dagblad).

Op 20 september 1997 meldde het ENI (Ecumenical News International), dat de hervorming van de Wereldraad van Kerken zorgt voor toenadering tot de Rooms Katholieke Kerk.

Volgens een officieel document van het Vaticaan kan de hernieuwde visie en organisatie van de Wereldraad van Kerken de betrokkenheid van de Rooms Katholieke kerk als partner bij de uitbouw van de ene oecumenische beweging versnellen. De Wereldraad van Kerken telt 330 lidkerken voornamelijk Anglicaans, Protestants en Orthodox en is daarmee de vertegenwoordiger van zo'n 400 miljoen Christenen. De Rooms Katholieke kerk is met zijn 900 miljoen leden de grootste kerk, maar zij is op dit ogenblik geen lid van de Wereldraad. In het vooruitzicht van het jaar 2000 zoeken de christelijke kerken steeds meer naar hechtere samenwerkingsverbanden, met respect voor ieders eigenheid. (ENI/GC, 20-9-1997).

Wij zien dus van beide zijden een directe toenadering tussen de Wereldraad en Rome, waarbij het duidelijk de opzet is zich oecumenisch te verenigen. De Wereldraad past hiervoor zijn structuur aan. Een toetreding van Rome (900 miljoen leden) tot de Wereldraad (400 miljoen leden) is echter gewoonweg ondenkbaar. Er staat feitelijk maar één weg voor de Wereldraad van Kerken open en deze is om als "verdwaalde broeders" in de moederschoot van Rome terug te keren.



2.12 Terugblik

Dat een hereniging met Rome mogelijk wordt, komt doordat 50 jaar Wereldraad van Kerken het geloof in vele kerken heeft verwoest. Men heeft het evangelie, Gods blijde boodschap van verlossing op grond van Christus' verzoeningswerk in kruis en opstanding, een heel andere inhoud gegeven. Ja, men heeft dit evangelie vervangen door een vals evangelie.

3 Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige en loutere toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden. 4 Want indien de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt, of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, dan verdraagt gij dat zeer wel. (2 Cor. 11)

De Wereldraad van Kerken heeft precies volgens het New Age "Plan" opgeroepen om op alle levensterreinen, de zogenaamde oude normen en waarden (die voor een groot deel in de Westerse Wereld gegrond waren op de Bijbel) te verlaten en te vervangen door nieuwe. Niet alleen heeft de Wereldraad precies volgens het New Age Plan de eenheid van alle godsdiensten en culturen gezocht, maar met opzet heeft zij ook de afgelopen tientallen jaren programma's ontwikkeld om doelbewust een verandering van denken teweeg te brengen binnen de kerken en daar buiten. Programma's zijn opgezet t.a.v. "Evolutie/Revolutie", "Vrede/Gerechtigheid", "Heling/Genezing van Moeder Aarde", "Natuur/Milieu", "Abortus/Euthanasie", "Reïncarnatie/Karma", "De Charismatische Vernieuwing", "Homofilie/Feminisme", "Jubeljaar/Millennium". Het heeft de gelovigen met zijn programma's totaal vervreemd van de Bijbel en van Jezus Christus onze Heiland, waardoor de oude geschilpunten met Rome bijna niet meer bestaan. Men is tot dezelfde bron afgedaald, waaruit Rome al eeuwenlang dronk, namelijk Babel. D.m.v. de Dialoog, d.m.v. het Conciliair Proces, d.m.v. de Charismatische Vernieuwing, d.m.v. de Feministische Bevrijdingstheologie, heeft men zich gewend tot dezelfde boze geesten, waarnaar Rome luistert. Zo kan het bestaan dat de Wereldraad van Kerken in het nieuwe Millennium van 400 jaar "Reformatie" afscheid wenst te nemen. Duidelijk wil de Wereldraad van Kerken en de Rooms Katholieke Kerk in de New Age gezamenlijk een nieuwe weg inslaan, waar men de scheuring met Rome, die de reformatie heeft teweeggebracht, wil dichten.

De Wereldraad is in de afgelopen jaren zo dicht naar de Rooms Katholieke Kerk toegegroeid, dat het nog alleen maar een kwestie van tijd is en van het goede moment, dat deze twee lichamen zich zullen verenigen. Het jaar 2000 met zijn vele wereldwijde jubeljaar-vieringen zowel vanuit Rome als vanuit de lidkerken van de Wereldraad lijkt zo'n moment dichtbij te brengen. De visies, die men beide over de toekomst heeft ontwikkeld, zijn gelijkluidend. De één put uit de R.K.-profetieën, die eeuwenlang aan Roomse mystici doorgegeven zijn door boze geesten, die zich voordoen als Maria. De ander put uit het New Age Plan, dat eeuwenlang aan ingewijden doorgegeven is door boze geesten, maar dat verpakt is als het Conciliair Proces voor de kerken. Zowel Rome als de Wereldraad raadplegen dezelfde bron en dienovereenkomstig hebben beide dezelfde toekomstverwachting om de mensheid naar een nieuwe wereldorde te leiden.



2.2 De Aanloop tot een Hereniging, (1846-1948)

Een ontwikkeling in de richting van een hereniging tussen de versplinterde protestantse kerken, evangelische gemeenten en kringen manifesteerde zich eigenlijk pas in het midden van de vorige eeuw. In de periode 1846-1900 ontstonden de zogeheten "Christelijke Verenigingen". Deze verenigingen werden al spoedig organisaties, die wereldwijd vertakt waren.


1846
De oprichting van "De Evangelische Alliantie".
1855
"De Wereldbond van de Christelijke jonge Mannen Vereniging" en "De Wereldbond van de Christelijke jonge Vrouwen Vereniging".
1890
"De Internationale Vereniging van het Blauwe Kruis" en "De Wereldbond van Zondagsschool-Verenigingen".
1895
"De Wereldbond van de Christelijke Studentenbeweging".



Stuk voor stuk waren dit wereldwijde organisaties van in wezen verwante verenigingen, die zich aaneensloten omdat zij hetzelfde doel nastreefden en hetzelfde fundament hadden. Deze christelijke verenigingen waren wereldbonden, die dwars door de protestantse kerken en de evangelische gemeenten en kringen heen liepen. Zolang ze door dezelfde geest bezield waren en op hun specifieke aandachtsgebied bleven arbeiden, ontstonden er geen moeilijkheden. Maar de ontwikkeling toonde aan, dat juist diezelfde geest niet altijd behouden kon blijven. De wereldomspannende verenigingen liepen voortdurend het gevaar, dat de verschillende grondideeën vanuit de verschillende kerken en kringen, met elkaar in botsing zouden komen. Zo kon dikwijls alleen ten koste van zware offers, zoals de nivellering van de geloofsbeginselen, het uiteenvallen van de wereldbonden voorkomen worden.

Na het ontstaan van diverse wereldomspannende christelijke verenigingen en wereldbonden in de periode 1846-1900, krijgen wij een periode van de zogeheten "Wereldconferenties" in de periode 1900-1948. Dit resulteert uiteindelijk in de oprichting van de "Wereldraad van Kerken" in 1948.


1910
De eerste Wereldzendingsconferentie in Edinburgh.
1925
De Wereldconferentie in Stockholm onder het motto: "Het dogma scheidt, de dienst verenigt".
1927
De Wereldconferentie in Lausanne onder het motto "Geloof en belijdenis".
1937
De Wereldconferentie in Edinburgh.



Door toedoen van de Lutherse aartsbisschop Söderblom in Zweden ontstond de machtige eenheidsbeweging "Life and Work" (Leven en Dienst). Deze eenheidsbeweging organiseerde in 1925 de Wereldconferentie in Stockholm. Men betoogde: "Wij zeggen niet, ik geloof", maar "Ik heb lief". Men zag dus reeds af van een gemeenschappelijke geloofsbasis, terwille van de eenheid.

Een tweede eenheidsbeweging "Faith and Order" (Geloof en Belijdenis) vormde zich in 1927 op de Wereldconferentie in Lausanne, waar ongeveer 450 afgevaardigden uit 90 verschillende denominaties bijeenkwamen. Men wilde zich een duidelijk beeld vormen van de verschillen tussen de belijdenisgeschriften om dan tot eenheid te komen door deze verschillen uit de weg te ruimen.

In 1937 op de Wereldconferentie in Edinburgh gingen de twee eenheidsbewegingen "Life and Work" en "Faith and Order" in elkaar op. De Zweedse aartsbisschop Söderblom (1866 1931) wordt als de vader van de Oecumene gezien. Hij zaaide het zaad van een universele, algemene kerk in de Oecumene. Hij sprak er reeds in 1925 over, dat men afstand moest doen van een behandeling van belijdenisvragen; dat men moest streven naar het éénworden van verschillende kerken in gemeenschappelijke, praktische arbeid, enz. Hij vertegenwoordigde ook de gedachte van een voortgezette openbaring van God door grote geesten op religieus gebied. Dit betekent echter een te niet doen van de leer van de afgesloten, voltooide openbaring van de Bijbel en een ontkenning van de absolute autoriteit van de Schrift. Hier ligt de innerlijke oorzaak voor het feit, dat de Oecumenische Beweging beslist openstond voor de dialoog niet alleen met vertegenwoordigers van de R.K.K., maar ook met vertegenwoordigers van de niet-christelijke godsdiensten.



2.3 De Oprichting van de Wereldraad van Kerken in 1948

De tweede wereldoorlog onderbrak de ontwikkeling om tot eenheid te komen, totdat in het jaar 1948 in Amsterdam een vergadering van christelijke kerken uit de gehele wereld gehouden werd. Als resultaat hiervan volgde de oprichting van de "Wereldraad van Kerken", onder leiding van de secretaris-generaal Dr. Visser 't Hooft. Op deze vergadering in Amsterdam waren 352 afgevaardigden uit 151 verschillende kerken bijeen.

1948 - De eerste Assemblée in Amsterdam
De jaren direct na de Tweede Wereldoorlog waren jaren van grote omwentelingen op verschillende gebieden. In 1945 werden "The United Nations" (de Verenigde Naties) opgericht. Verder werden vele voormalige koloniën en landen in deze jaren onafhankelijk. Zo werd bijvoorbeeld ook in 1948 o.a. de staat Israël uitgeroepen.

Het doel van de Wereldraad van Kerken, ook wel "De Oecumenische Beweging" genoemd, is: "De christelijke Kerk vertegenwoordigen en wel als de enige algemene christelijke Kerk". De grondslag of basisformule werd als volgt vastgesteld:

"De Wereldraad van Kerken is een vereniging van kerken, die onze Here - "Jezus Christus" - aannemen als God en Heiland."

Deze grondslag belijdt dus Jezus Christus als God en Verlosser, maar men tekende hierbij echter wel aan, dat deze basisformule niet de toetssteen of de steen des aanstoots voor de kerken mag worden. De Wereldraad van Kerken bemoeit zich er niet mee, hoe de kerken deze basisformule uitleggen. Het wordt aan de kerken overgelaten, of zij op deze basis dan wel op een andere basis willen meewerken. Destijds verenigden zich op deze grondslag, met het boven vermelde commentaar, de belangrijkste kerken van de wereld, zoals: "De Anglicaanse Kerk", "De Oud-Katholieke Kerk", "De Koptische Kerk", "De Lutherse Kerk", "De Hervormde Kerk, enz, enz. Maar ook "De Methodisten", "De Baptisten" (enkele Unies uitgezonderd), "Het Leger des Heils", "De Quakers", "De Darbisten (inclusief groepen van de Open Broeders), enz. Men wees de gedachte aan een vereniging met de Rooms Katholieke Kerk ten stelligste van de hand. Vooral door de invloed van Karl Barth scheen de vereniging met Rome volledig uitgesloten. Barth riep uit:

"Wij moeten onze hoop, wat dit betreft, radicaal opgeven. Waar men zegt: "Jezus en Maria", bestaat voor ons geen enkele mogelijkheid tot hereniging."

Destijds wees de grote Kerk van het oosten "De Oosters-Orthodoxe Kerk" van haar kant een aansluiting bij de Wereldraad van Kerken af met de woorden:

"De Orthodoxe Kerk beschouwt zich niet als een kerk, maar als de Kerk, die als enige de volkomen Waarheid bezit."

Voor "De Oosters Orthodoxe Kerk" kon er in 1948 nog geen sprake zijn van een vereniging met de andere kerken.

1954 - De tweede Assemblée in Evanston
In 1954 vond in Evanston in de Verenigde Staten van 15 tot 31 augustus de tweede Wereldconferentie plaats van de Wereldraad van Kerken. De Wereldconferentie was een zoeken naar de nu verder te bevaren koers.

1961 - De derde Assemblée in New Delhi
In 1961 werd in New Delhi de derde Wereldconferentie van de Wereldraad van Kerken gehouden van 19 november tot 6 december. Aan de derde Assemblée van de Oecumenische Raad van Kerken namen 650 afgevaardigden van de 198 aangesloten kerken uit ongeveer 60 landen deel. Vier belangrijke besluiten van de derde Assemblée traden op de voorgrond:

a. De aanpassing van de basisformule
Men breidde de basisformule uit door vooral het accent te leggen op de Drieëenheid. Dit werd namelijk verlangd door de Oosters-Orthodoxe Kerken. De basisformule luidde nu:

"De Oecumenische Raad van Kerken is een gemeenschap van kerken, die de Here Jezus Christus naar de Heilige Schrift als God en Heiland belijden en daarom gemeenschappelijk trachten te volbrengen, waartoe zij geroepen zijn tot eer van God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest."

Op het eerste gezicht lijkt dit een grondslag te zijn, die alle christelijke kerken kunnen ondertekenen en die dus een vereniging van alle christelijke kerken mogelijk schijnt te maken. Wat echter in deze grondslag ontbreekt, is het kernpunt van het christelijk geloof, nl.: "De verlossing door het bloed van Jezus Christus, het Lam Gods".

b. Het verbieden van evangelisatie onder de lidkerken
De Wereldraad van Kerken nam het voorstel aan van de Orthodoxe Kerken, dat "proselietenmaken" binnen de bij de Wereldraad aangesloten kerken ontoelaatbaar is. M.a.w. er mag onder de leden van andere aangesloten kerken geen evangelisatie-arbeid gedaan worden. Vanaf dit moment werd het onmogelijk om bekering en wedergeboorte te prediken onder b.v. de Oosters-Orthodoxe Kerken. Dit betekende een directe beperking van de zendingsarbeid. Deze beperking is onschriftuurlijk en onrechtmatig.

c. De eenwording met de Internationale Zendingsraad
De Internationale Zendingsraad werd in 1921 in Londen gesticht en heeft tot nu toe als haar opdracht gezien, vooral de belangen van de zendingsgenootschappen in de zendingsgebieden te behartigen. Door de eenwording met de Wereldraad wordt de zending nu welbewust een aangelegenheid van de Wereldraad van Kerken.

d. De toetreding van de Russisch-Orthodoxe Kerk
Hiernaast betekende de toetreding van de Russisch-Orthodoxe Kerk een omwenteling, die voortaan de geschiedenis van de Wereldraad zou bepalen. Het aantal leden tezamen in de aangesloten kerken van de Wereldraad van Kerken bedroeg vóór New Delhi 170 miljoen. De Russisch-Orthodoxe Kerk sloot zich met 70 miljoen leden aan, en kreeg hierdoor onmiddellijk de krachtigste stem binnen de Wereldraad. De Russisch-Orthodoxe Kerk droeg duidelijk een communistisch stempel. Door de toetreding van deze kerk kreeg de Wereldraad van Kerken een geheel nieuw gezicht. Vanaf New Delhi kwam de Wereldraad van Kerken nadrukkelijk in het politiek-communistische vaarwater terecht. Het is niet verwonderlijk dat vanaf dit ogenblik de oecumenische kritiek op het communisme vrijwel direct ophield te bestaan.

1968 - De vierde Assemblée in Uppsala
De vierde assemblée van de Oecumenische Raad van Kerken, die van 4 tot 19 juli 1968 in Uppsala plaatsvond, gaf een weerspiegeling van de innerlijke fundamentele strijdvragen. Het motto van dit congres was "Alle dingen nieuw". Hierbij wijzigde men dus het woord van Christus: "Zie, Ik maak alles nieuw".



2.4 De Marxistische Bevrijdingstheologie

Kenmerkend voor de ontwikkeling van de Oecumenische Beweging was, dat de radicale elementen meer en meer op de voorgrond traden. Radicale revolutionaire stemmen braken tijdens dit congres door, die een "strategie van geweld" voorstonden. Dit resulteerde in schenkingen aan diverse communistische querrillagroepen, zoals bijvoorbeeld "Het Patriottisch Front" en "Het ANC" in Afrika. Aangezien het "de kerken" waren, die deze gelden gaven, werd de boodschap van het Evangelie verlaagd tot een ideologisch (wereldbeschouwelijk) wapen in de jungle van de wereldpolitiek. Om de tegenstanders van deze politiek de mond te snoeren, werd reeds bij de aanvang van de vierde Assemblée in Uppsala bekendgemaakt, dat die kerken, die het primaatschap (de voorrang) van de politieke en sociale diaconie loochenen, van "ketterij" zouden worden beticht".

In de jaren na Uppsala leidde deze politiek tot afschuwelijke situaties. Zo kon het gebeuren dat in juni 1978 het Patriottisch Front in Rhodesië na elkaar drie zendingsposten van verschillende kerkgenootschappen overvielen en daarbij 50 zendelingen vermoordden! Bij de zendingspost "Elim" werden de mannen doodgeschoten en hun vrouwen verkracht en doodgestoken, nadat eerst voor hun ogen hun kinderen - waaronder een drie maanden oude baby - met knuppels waren doodgeslagen. Een kreet van ontzetting steeg op onder de christenen. Maar hoe reageerde de Wereldraad van Kerken? Aan de oproep om nu eindelijk de steun aan de aanwijsbare anti-christelijke terroristische groepen in te trekken, werd geen gehoor gegeven. Verre van dat: slechts enkele weken later, schonk Genève hen opnieuw een bedrag van ruim 180.000,- Daarmee wilde men zijn politieke en morele solidariteit met hun doelstellingen tot uitdrukking brengen, (P. Beyerhaus / J. Heubach - Zwischen Anarchie und Tyrannie, blz 27).

Hier toont de Wereldraad van Kerken zijn ware gezicht, namelijk zijn anti-christelijk gezicht. De Wereldraad van Kerken heeft door zijn politiek meerdere malen bloed aan zijn handen gekregen. Prof. Dr. A.E. Wilder Smith schrijft in Terrorismus: Das kriminelle Gehirn, blz 20:

"... in Rhodesië, waar terroristen, door de Wereldraad van Kerken financieel gesteund, Russische SAM-raketten op verkeersvliegtuigen afschoten, waarbij honderden volkomen onschuldige passagiers, die niets met de zaak te maken hadden, op een wrede manier de dood vonden."

Deze politieke en sociale weg werd in de jaren na Uppsala in 1968 steeds duidelijker bewandeld. In 1970 werd in Beiroet een conferentie bijeengeroepen door de Oecumenische Raad van Kerken en de pauselijke commissie "Justitia et Pax" ("Gerechtigheid en vrede"). Gemeenschappelijk beraadslaagde men (Rooms Katholieke, protestantse en orthodoxe christenen naast vertegenwoordigers van de Islam, het Boeddhisme en het Hindoeïsme) over:


een rechtvaardige verdeling van alle economische goederen op aarde.
een ontwikkeling van een jarenplan voor bepaalde economische doeleinden.
een intensivering van de produktie van voedingsmiddelen.
het stoppen van de bevolkingsaanwas om hongercatastrofen op aarde te verhinderen, enz.



Spoedig daarop in datzelfde jaar (1970), ontmoetten leidende persoonlijkheden van de wereldgodsdiensten elkander in Genève. De secretaris generaal van de Oecumenische Raad van Kerken, Dr. Blake, opende de vergadering. Men hield zelfs een gemeenschappelijke godsdienstoefening, waarbij ieder bad overeenkomstig zijn eigen religie. De "Verkondiging" geschiedde door iemand uit de christelijke en iemand uit de niet christelijke rijen. De Oecumenische Beweging is sindsdien energiek op weg gegaan naar het universalisme, naar de vereniging aller godsdiensten, welke confessie en welke geloofsovertuiging deze ook mogen hebben.



2.5 De Dialoog

In de jaren tussen de vierde en de vijfde assemblée komt de zogeheten "Dialoog" opgang, een dialoog met vertegenwoordigers van de Rooms Katholieke Kerk en met vertegenwoordigers van niet-christelijke godsdiensten. Deze dialoog had tot doel om gemeenschappelijk op te treden in vragen van wereldbelang. De Oecumenische Beweging bevond zich in deze jaren in een ommekeer van haar structuur. Zij was allang niet meer, wat zij in 1948 bij de oprichting van de Wereldraad van Kerken had willen zijn, namelijk "een vereniging van hen, die in Jezus Christus alleen hun Here en Heiland erkennen". Zij joeg nu de eenheid der rassen en ook de eenheid der godsdiensten na, om zodoende een "volmaakte Oecumene" tot stand te brengen, die de nieuwe mensheid moet vertegenwoordigen en die de mensheid tot een wereld-omvattende eenheid moet leiden.

Interessant is, dat de Rooms Katholieke Kerk op het Tweede Vaticaans Concilie zich met gelijksoortige vragen bezighield. Dit Concilie bestond uit vier sessies, (van 11 oktober tot 8 december 1962; van 29 september tot 4 december 1963; van 14 september tot 21 november 1964, en van 14 september tot 8 december 1965). De R.K.K. verdedigde (overeenkomstig haar leer van de natuurlijke Godsopenbaring) het standpunt, dat er in ieder mens een "Presentie van Christus" (d.w.z. een aanwezigheid van Christus) is en dat derhalve in alle godsdiensten elementen van waarheid zijn, zodat alle godsdiensten zich eenvoudigweg kunnen toevertrouwen aan de bescherming van de Rooms-Katholieke Kerk, waarin de volle waarheid is. Zelfs aan de Islam werd van Katholieke zijde toegekend, dat deze leer "van de Heilige Geest afkomstige leerstellige waarden" bevat, (Prof. Hasenfuss).

Het valt op, hoe de twee grote Oecumenen, "De Wereldraad van Kerken" en "De Rooms-Katholieke Kerk" vanaf die dagen meer en meer tot elkaar komen.

1975 - De vijfde Assemblée in Nairobi
Het is duidelijk, dat er in Uppsala 1968 een volkomen nieuwe weg was ingeslagen. De lijn, die in Uppsala was uitgezet, wordt heel bewust verder opgepakt op de vijfde Assemblée in Nairobi, juli 1975. Het thema van deze vijfde Assemblée was: "Jezus Christus bevrijdt en verenigt". Op deze vijfde Assemblée werd duidelijk dat het oorspronkelijke doel van de Wereldraad van Kerken, "De vereniging van de kerken" was ingewisseld voor de nieuwe visie van de Wereldraad, namelijk "De vereniging van alle religies". Op deze Assemblée brak een soort alverzoeningsleer baan en een daarmee samenhangend "Anoniem christendom", waarbij men ervan uitgaat, dat de Christus verborgen aanwezig is in andere godsdiensten. Dit kon niet anders dan de uitkomst zijn van de jaren van de "Dialoog", die in de jaren 1968-1975 met andere religies op gang was gekomen. De toenmalige secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken, "Emilio Castro", had deze uitkomst al voorspeld, toen hij in 1973 op de wereldzendingsconferentie in Bangkok zei:

"Wij staan aan het einde van een tijdperk, dat gebonden was aan de traditionele arbeid van zendelingen; en nu staan wij geheel aan het begin van de wereldzending".

Bijbelse begrippen kregen een heel andere inhoud. "Heil" wordt voortaan gelezen als "Maatschappelijk welzijn". "Gemeente" wordt niet meer opgevat als het Lichaam van Christus, maar als de organisatie, die alles insluit, wat religie genoemd wordt. En de bijbel is vanaf nu niet meer het rechtstreeks onmiddellijk Woord van God aan de mens, maar een tijdgebonden getuigenis van mensen over God.

Op de derde Algemene vergadering van de Wereldraad van Kerken in 1961 in New Delhi was voor het eerst het concept van de "Dialoog" ingevoerd. De dialoog werd als een nieuwe vorm van communicatie aangaande het geloof beschouwd. In de jaren na 1961 begon de "Dialoog" steeds meer de gebruikelijke vorm van evangelisatie als verkondiging van het evangelie te verdringen. Hieraan droegen bij Thomas Altizer, Kenneth Hamilton en Dorothee Sölle, die de "God-is-dood" theologie verspreidden, als ook Jurgen Moltmann en Harvey Cox die beïnvloed werden door marxistische denkbeelden, en daardoor de betrokkenheid van het christendom bij de wereldrevolutie begonnen te eisen. Tijdens de tweede vergadering van de "Commissie voor Wereldzending en Evangelisatie" van de Wereldraad van Kerken in Mexico City (1963) werd door dr. M.M. Thomas het begrip zo uitgebreid dat het ook ideologieën omvatte, als het marxisme en het communisme. In 1966 spreekt dr. M.M. Thomas op de conferentie "Kerk en Maatschappij" in Genève van een "Nieuwe oecumenische Visie" en van de "Nieuwe geest van de Dialoog".

"Wij zetten ons dus niet in voor een christelijke cultuur, maar voor een open, geseculariseerde, pluralistische cultuur, die open staat voor de inzichten van vele geloofsrichtingen, inclusief het christelijke geloof, (Hanfried Kruger - Appell an die Kirchen der Welt, blz 81).

In 1968 in Uppsala zet deze ontwikkeling zich nog verder voort. Hier wordt het idee van de "Eenheid der mensheid" in de oecumenische beweging geïntroduceerd. De kerk wordt nu gezien als een teken van de komende eenwording van de mensheid. Het idee van een "Broederschap van alle mensen" duikt voor het eerst op binnen de oecumene, (N. Goodall / W. Muller-Römheld - Bericht aus Uppsala, blz 15, 63). Op de vijfde Algemene Vergadering van de Wereldraad van Kerken in 1975 in Nairobi wordt ondubbelzinnig tot uitdrukking gebracht, dat de wereldwijde gemeenschap van christenen openstaat voor alle culturen, godsdiensten en ideologieën.

"De strijd voor de bevrijding van de mensheid uit haar elementaire onvrijheid en het ijveren voor een wereldgemeenschap is alleen denkbaar, wanneer de inspanningen en de rijkdommen van alle geloofsrichtingen, culturen en ideologieën daarbij betrokken worden", (Rapport van de voorbereidingscommissie, Nairobi, blz 95).

Zo kon het zijn, dat Christus in Nairobi in preken, liederen en gebeden geprezen werd als de grote "Vereniger van de mensheid". Deze ontwikkeling zette zich nog verder voort, toen op de zesde Assemblée in Vancouver in 1983 men begon te spreken over een "Eucharistische Visie".

Deze visie verenigt de twee zogenaamde diepste oecumenische zorgen: "De eenheid en vernieuwing van de kerk", en "De genezing en de bestemming van de menselijke gemeenschap". Het doel van de oecumenische beweging werd hiermee nog verder verruimd naar een universele eenheid, die de gehele schepping omarmt, (WCC - A Policy Statement, september 1997. paragraaf 1.14 en 2.4).

1983 - De zesde Assemblée in Vancouver
Na Nairobi in 1975 rukt de feministische en marxistische bevrijdingstheologie steeds verder op. Bijbelse woorden als "Vrede" en "Gerechtigheid" krijgen een geheel nieuwe inhoud, namelijk een marxistische. "Gerechtigheid" wordt niet meer in zijn verticale betekenis toegepast als het gerechtvaardigd zijn in Christus voor God, maar uitsluitend in zijn horizontale betekenis van de verhouding van mens tot mens. Gerechtigheid wordt een woord, dat de strijd tegen het onrecht in de wereld weergeeft, zoals het onrecht van de honger en van de armoede in de derde wereld. Een belangrijk onrecht zag men ook in de ongelijke machtsverhouding tussen man en vrouw.

Naast "Gerechtigheid" kreeg ook het woord "Vrede" een geheel nieuwe inhoud. In plaats dat het de vrede met God uitdrukt en de vrede van God, die het gevolg zijn van de persoonlijke verlossing in Christus, werd het voortaan opgevat als "Wereldvrede" en kreeg het zijn plaats als leuze tegen de kernbewapening en de bewapeningswedloop in die dagen. Op de zesde Assemblée van de Wereldraad van Kerken in Vancouver in 1983 bracht de delegatie van de DDR de gedachte van een vredesconcilie naar voren. Het was de periode van de grote protestacties tegen de nucleaire bewapening. Tegenover de dreiging van oorlog moest de boodschap van vrede verkondigd worden. Maar dit gesprek over vrede kreeg daar een duidelijke wending. Alan Boesak pleitte ervoor niet langer over vrede te spreken zonder gerechtigheid. Ook honger, armoede en onderdrukking waren grote problemen. "Gerechtigheid en vrede" werd de leuze, totdat de Oosters Orthodoxe kerken hun inbreng kregen in de vergadering. Ze vroegen, vanuit hun theologische visie, aandacht voor het behoud van de schepping. De kerken werden opgeroepen zich te begeven in een "Conciliair Proces van wederzijdse toewijding aan gerechtigheid, vrede en het behoud van de schepping". De R.K.K. gaf aan het Conciliair Proces een andere naam, namelijk "Het oecumenisch bezinningsproces."



....................... enz.




Bent u geïnteresseerd geraakt?

Bestel de brochure

    




© Levend Water