Het Onderwijs van de Apostel Paulus De Geschriften van de eerste eeuwen 3. De Brieven van Clement. Ze dagtekenen van het einde der eerste eeuw en zijn gericht tot de Korinthiërs. Ze handelen over offeranden die op vastgestelde dagen en uren moeten gebracht worden, en van een opvolging in de kerkambtdragers. De "wet des Heren" moet gevolgd, de "overpriesters", de "priesters" en de "levieten" hadden elk hun opdracht. Men ziet dat allerlei menselijke inzettingen ingevoerd werden, afgeleid van de goddelijke inzettingen aan het volk Israël gegeven (106). De bezwaren tegen alle ritueel in onze tijd zijn overweldigend. Elke inzetting, die God gaf, werd volledig tot in alle bijzonderheden beschreven, en zij die ze moesten houden, wisten dus juist wat ze moesten doen. Indien men de plaats van Israël wil innemen, moet men ofwel die inzettingen getrouw volgen, ofwel elke wijziging kunnen rechtvaardigen op grond van nieuwe openbaringen. Indien God aan een christelijke Kerk gewijzigde inzettingen had gegeven, dan zouden deze van het begin af duidelijk omschreven geweest en door allen eendrachtelijk gevolgd geweest zijn. Nu zien we echter dat er, integendeel, gedurende de eerste eeuwen de grootste verwarring en strijd heerste over de wijze waarop de inzettingen moesten gehouden worden. Bij verschillende groepen gelovigen vormden zich langzamerhand verschillende praktijken ten dele ontleend aan de Joodse en heidense ceremonieën. Ook heden nog is de verdeeldheid grotendeels veroorzaakt door de wijze waarop men meent zich te moeten organiseren, dopen, avondmaal houden, enz. Hoe durft men zich dan beroepen op goddelijke instellingen? En wil men, zoals Rome, op de "overleveringen" steunen, dan moet men eerst beslissen welke overleveringen men zal kiezen. We zullen verder zien hoe er b.v. in verband met het Pascha twee "apostolische" overleveringen waren. Wil men alleen op de Schrift steunen, dan ontbreken alle duidelijke aanwijzingen voor nieuwe instellingen. De grote zwakheid van alle kerken ligt dus in hun begin. Terwijl alles wat Israël betreft in alle details omschreven is, ligt het begin der "Kerk" geheel in de duisternis van de tijd waar Israël verworpen werd; Paulus verlaten werd en waar er een volledige chaos heerste. Doch laat ons nu terugkeren tot Clement. Hij kent niets van Paulus' onderwijs, al vermeldt hij het "Evangelie" van die Apostel. Voetnoten: (106) Battifol zegt in dit verband: "Ja, de Prima Clementis verkondigt het goddelijk recht der rangorde, door de Apostelen ingevoerd", (L'Eglise Naissante. blz. 156). Doch deze rangorde der "priesters" en "levieten" is grotendeels aan Israël ontleend. Het is slechts als de "Kerk" het ware "Israël" is, dat men van een goddelijk recht mag spreken in verband met deze inzettingen. En dan zou men er geen menselijke nieuwigheden moeten bijvoegen. De hoofdvraag is steeds: "Heeft God werkelijk Israël verworpen, als uitverkoren aards volk?". Het antwoord der Schrift laat geen twijfel over dat Israël eenmaal zal hersteld worden als koninklijk priesterdom. Als de "Kerk" Israël vervangt, dan heeft de Roomse Kerk een soliede basis, want dan moet er een zichtbare Kerk zijn, met een zichtbaar Hoofd, die steunt op Joodse inzettingen en op de leer der Twaalf. Doch hoe meer die Kerk op haar "apostolisch" karakter de nadruk legt, hoe meer bewijst ze zelf hoe onschriftuurlijk haar organisatie is.
|