| Inhoudsopgave |

Het Onderwijs van de Apostel Paulus


Aanhangsel No. 5.

IS DE GEMEENTE, HET LICHAAM WAARVAN
CHRISTUS HET HOOFD IS, DE BRUID?



De Apostel Paulus, die alleen van die Gemeente spreekt, gebruikt nooit het woord "bruid", en de uitdrukking "bruid van Christus" bevindt zich niet in de Schrift. Deze spreekt wel over "de bruid, de vrouw des Lams" (Op. 21:9). Dit betreft de vijfde aioon, die van de nieuwe hemel en aarde, dus de hemelse sfeer, niet de overhemelse.

In het O.T. wordt Israël dikwijls met de namen "vrouw", "bruid" en "huisvrouw" aangeduid. Deze "vrouw" heeft zich van de Here afgewend (Jer. 3; Hos. 2; Ezech. 16). Doch Hij nodigt haar uit zich terug tot Hem te keren. Dan zal zij weer als vrouw aangenomen worden (Jes. 54:1-8; Jer. 3:12-22). Christus werd dus reeds in de tijd der Evangeliën "bruidegom" genoemd (bv. Mat. 9:15; Joh. 3:29). In dit alles was er geen verborgenheid, zoals in verband met de Gemeente waarvan Paulus spreekt in zijn laatste brieven.

De groep, die men de "bruid" kan noemen, begon zich reeds met Pinksteren te vormen. Zij bestond toen uitsluitend uit Christen-Joden. Het is gedurende het Koninkrijk op aarde dat de bruiloft des Lams plaats heeft (Op. 19:7), daar de Bruid dan geheel aanwezig is, door de nationale bekering van Israël.

Misschien vraagt men hoe het volk Israël, dat eerst in de toekomst werkelijk de Bruid zal zijn, reeds in het verleden "vrouw" kon genoemd worden. Het antwoord hierop is dat, volgens de Wet, de ondertrouwde reeds in zekere zin als vrouw gerekend wordt (zie bv. Num. 22:23, 24). In Mat. 1:18-20 wordt Maria, al is ze slechts ondertrouwd, toch als de vrouw van Jozef aangeduid.

Het is nuttig, zich af te vragen in welke zin de Here de Bruidegom of de Man van Israël is. Bruidegom en bruid zijn verbonden door geloften en door liefde (Num. 30:6; Jes. 62:4, 5). Een groep gelovigen, die in een dergelijke gemeenschap met de Here staat, kan dus ook "bruid" of "vrouw" genoemd worden. Hieruit volgt dat die woorden ook soms toepasselijk zijn buiten Israël om. Reeds in 2 Kor. 11:2 vinden we dat Paulus zegt: "Want ik heb ulieden toebereid om u als een reine maagd, aan één man voor te stellen, namelijk aan Christus". Doch het is eerst na de toekomende aioon, als allen tot de hemelse positie gekomen zijn, dat het Jeruzalem dat uit de hemel nederdaalt, en niet meer alleen Israël voorstelt, "de bruid, de vrouw des Lams" genoemd wordt (Op. 21:9). Dan is niet alleen Israël, doch zijn ook de gelovigen uit de volken in nauwe gemeenschap met God en vormen allen samen "zijn volk" (Op. 21:3). Op de poorten dier stad staan de namen der 12 geslachten Israëls en op de fundamenten van de muur, de namen der 12 Apostelen. Dit kan er op wijzen dat deze Twaalf, met Israël, het middel waren tot bekering aller volken gedurende de toekomende aioon. Doch in de stad is geen onderscheid meer tussen Jood en heiden, want "in Christus" is noch Jood noch Griek.

Als men dus de uitdrukking "Bruid" gebruiken kan voor het bekeerde Israël (en het aardse Jeruzalem) gedurende de vierde aioon, die van het Koninkrijk op aarde, en voor de gerechtvaardigde volken (en het hemels Jeruzalem) in de vijfde aioon, laat niets ons toe dit woord toe te passen op de Gemeente der Verborgenheid. Hier toch is de gemeenschap met Christus zo volkomen dat de gelovigen niet slechts als "Bruid" kunnen aanschouwd worden, doch deel uitmaken van het Lichaam waarvan Christus het Hoofd is.

Niettegenstaande dit alles, zal men misschien op Ef. 5 wijzen. Men kan vooreerst opmerken, dat Paulus het woord "bruid" in deze plaats niet gebruikt. Hij spreekt over een vrouw en haar man, na hun huwelijk. Christus wordt hier ook niet voorgesteld als de Bruidegom, doch wel als het Hoofd der Gemeente. Verder, wordt gezegd dat de man zijn vrouw moet liefhebben gelijk zijn eigen lichaam: deze vormen dus niet één lichaam, zoals Christus en de Gemeente.

Paulus doet hier niets meer dan de vereenzelviging van Christus met de Gemeente der Verborgenheid als volmaakt voorbeeld te stellen voor de verhouding tussen man en vrouw in het huwelijk. Het volmaakte geestelijke is hier een voorbeeld voor het onvolmaakte stoffelijke. Het is dus duidelijk dat deze schriftplaats ons niet toelaat de stoffelijke verhouding tussen man en vrouw als beeld te gebruiken van de verhouding tussen Christus en de Gemeente die zijn Lichaam is. Het onderwerp is niet die Gemeente, doch de plichten van man en vrouw.

De geestelijke vereenzelviging van Christus en de Gemeente der Verborgenheid was een geheim, van alle tijden verborgen in God, dat niet door een aardse zaak kon voorgesteld worden. De gedachte dat de "Kerk" de Bruid van Christus is, heeft haar oorsprong in de chaos der eerste eeuwen, toen men meende dat de "Kerk" Israël verving. Indien dit waar was, dan zou men inderdaad mogen zeggen dat de tegenwoordige Gemeente, de Bruid is.




| Inhoudsopgave |



Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden