Wil - willen | Inhoudsopgave
| Sterven - dood
Wat de Concordantie Leert
Gedaante en vorm
Wij zijn deze reeks begonnen met zeer eenvoudige voorbeelden. Ditmaal
kiezen wij er een, dat wat meer ingewikkeld is en dingen betreft die ten
dele buiten onze gewone gedachtekring liggen. Dit onderzoek kan niet afgescheiden
worden van onderzoek in andere richtingen, wij moeten ons echter beperken
en hopen later sommige uitdrukkingen en gedachten meer uitvoerig te rechtvaardigen.
In "Het Voornemen der Eeuwen en de Gemeente der Verborgenheid" werd op
blz. 281 terloops gezegd: "Gestaltenis (morphè) goed te onderscheiden
van "gedaante" (eidos) in Joh. 5:37 b.v. en van gedaante (schéma) als
in Fil. 2:8".
Wij zoeken nu die woorden in de Concordantie op en ook andere die er mee
verwant zijn. Naast de tekst, geven wij de Statenvertaling en ook het
woord dat in de vertaling van Voorhoeve wordt gebruikt.
|
Staten
Vertaling
|
Voorhoeve |
1.
Eidos. |
Luk. 3:22 "En dat
de Heilige Geest op Hem nederdaalde, in lichamelijke gedaante, gelijk
ene duif". |
"gedaante" |
|
Luk. 9:29 "En als
Hij bad, werd de gedaante Zijns aangezicht veranderd". |
"gedaante" |
|
Joh. 5:37 "Gij
hebt noch Zijn stem ooit gehoord, noch Zijn gedaante gezien".
(1 Tim. 6:16; 1 Joh.4:12). |
"gedaante" |
|
2 Kor. 5:7 "Want
wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen". |
"aanschouwe" |
|
1 Thes. 5:22 "Onthoudt
u van allen schijn des kwaads". |
"soort" |
2.
Schèma. |
1 Kor. 7:31 "Want
de gedaante dezer wereld gaat voorbij". |
"gedaante" |
|
Fil. 2:8 "En in
gedaante gevonden als een mens". |
"gedaante" |
2a.
Metaschè-
matizoo. |
1 Kor. 4:6 "Deze
dingen ... heb ik op mijzelven ... bij gelijkenis gepast ...". |
"toegepast" |
|
2 Kor. 11:13 "Bedriegelijke
arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus". |
"gedaante
aannemen" |
|
2 Kor. 11:14 "De
Satan zelf verandert zich in een engel des lichts". |
neemt de
gedaante aan" |
|
2 Kor. 11:15 "Indien
ook Zijn dienaars, zich veranderen". |
"gedaante
aannemen" |
|
Fil.3:21 "Die ons
vernederd lichaam veranderen zal ...". |
"veranderen" |
2b.
Suschè-
matizomai |
Rom. 12:2 "En wordt
deze wereld (aioon) niet gelijkvormig ...". |
"gelijkvormig" |
|
1 Petr. 1:14 "Wordt
niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden". |
"gelijkvormig" |
3.
Morphè |
Mark. 16:12 "En
na deze is Hij geopenbaard in een andere (andersoortige) gedaante".
(Zie Joh. 20:11-17). |
"gedaante" |
|
Fil. 2:6 "Die in
de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk
te zijn". |
"gestaltenis" |
|
Fil. 2:7 "De gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk (omoioomati)
geworden". |
"gestaltenis" |
3a.
Morphöo
mai |
Gal. 4:19 "Tot
dat Christus een gestalte in u krijge". |
"gestalte" |
3b.
Morphoo
sis |
Rom. 2:20 "Hebbende
de gedaante der kennis en der waarheid in de wet". |
"gedaante" |
|
2 Tim. 3:5 "Hebbende
een gedaante van godzaligheid". |
"gedaante" |
3c.
Metamor-
phöomai |
Mat. 17:2 "En Hij
werd voor hen veranderd van gedaante". |
"gedaante veranderd" |
|
Mark. 9:2 als Mat.
17:2. |
|
|
Rom. 12:2 "...
maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds". |
"veranderd" |
|
2 Kor. 3:18 "Worden
(naar) hetzelfde beeld in gedaante veranderd, van heerlijkheid tot
heerlijkheid". |
"veranderd" |
3d.
Summor-
phöomai |
Fil. 3:10 "Zijn
dood gelijkvormig wordende". |
"gelijkvormig" |
3e.
Summor-
phos |
Rom.
8:29 "Den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn". |
"gelijkvormig" |
|
Fil. 3:21 "...
opdat het gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam". |
"tot gelijk-
vormigheid" |
De vertalingen helpen ons niet als wij willen onderscheiden. De betekenis,
die de gewone (niet geïnspireerde) Griekse schrijvers eraan hebben gehecht,
zal ons maar ten dele helpen, want er worden hier dingen uitgedrukt, waarvoor
de Heilige Geest wel bestaande woorden gebruikt, maar waaraan Hij noodzakelijkerwijze
een min of meer nieuwe betekenis heeft gegeven. Wij houden ons dus vooral
aan een onderzoek der teksten, waarin elk woord gebruikt is en komen tot
de slotsom dat:
- Eidos is wat men bemerkt met het menselijk oog, een zichtbaar
waarneembare gedaante, beeld of vorm. Ook in 1 Thes. 5:22 kan men het
zo opvatten: alles moet vermeden worden, dat anderen indruk zou kunnen
geven van kwaad. "Schijn" is daarom, nog beter dan "soort", bedoeld
is: elke vorm, waarin het kwaad kan optreden. Dit woord geeft geen bijzondere
moeilijkheid.
- Schèma betreft de uitwendige gedaante in haar geheel genomen.
Niet een deel, dat wij ervan zien, of niet hoe wij het op een zeker
ogenblik zien, maar omvat alles wat ervan te zien is.
- Morphè is boven alle zintuiglijk waarneming. Men kan het vertalen
door "vorm", maar het is geen stoffelijke vorm, maar een bestaanswijze.
Om dit duidelijker uit te drukken, nemen wij iets dat er min of meer
mee overeenkomt. Van water kennen wij drie bestaanswijzen: vloeibaar
- vast (ijs)- dampvormig (waterdamp). Het is steeds dezelfde stof, maar
in een geheel andere "vorm", waar vorm dan niet doelt op de afmetingen
of zichtbare inhoud, maar op de inwendige bestaanswijze. In Gods Woord
krijgen wij dikwijls een kijk in een voor ons geheel nieuwe wereld.
Zo wordt hier telkens gesproken van een verandering van "vorm" van ons
lichaam van andere "bestaanswijzen". Nu hebben wij de "vorm" van een
gewoon mens met een vernederd lichaam (Fil. 3:21), de "vorm" van een
dienstknecht (Fil. 2:7). Dat lichaam wordt later bij sommigen "gelijkvormig"
aan het BEELD des Zoons (Rom. 8:29). Deze behoren tot de gelovigen der
hemelse sfeer, die met Abraham gezegend zijn en in de toekomende eeuwen
gaan "van heerlijkheid tot heerlijkheid" (2 Kor. 3:18). Bij hen die
deel uit maken van de Gemeente door Paulus na Hand. 28 geopenbaard,
wordt het lichaam "gelijkvormig" aan Zijn heerlijk lichaam (Fil. 3:21).
Dat betreft dus niet het beeld van Gods Zoon, maar de volkomen
gelijke bestaanswijze van Hem, die Heere Jezus Christus is, d.
i. God boven allen te prijzen.
Wij vinden hier dus meerdere "vormen" of bestaanswijzen. Van de Heere
Jezus lezen wij, dat Hij eerst in de "vorm" Gods was (Fil. 2:6) en dan
de "vorm" eens dienstknechts aannam (Fil. 2:7). Van "logos" werd hij "vlees"
(Joh. 1:14). Hij werd dan niet juist gelijk aan de mensen, want in Hem,
was geen zonde. Hij was een volmaakt mens, die op ons geleek. Zijn uitwendige
gedaante (schèma) was die van een gewoon mens (Fil. 2:8), Zijn inwendige
(de morphè) was ontledigd.
Van die bestaanswijze nu kon Hij weer terug- en overgaan in een hogere.
Zo op de berg der verheerlijking. Daar werd Hij "getransformeerd" (Mat.
17:2), nam tijdelijk een andere "vorm" aan. In de Hades had Hij de "vorm"
van een dood mens. Bij de opstanding had Hij nog niet onmiddellijk Zijn
tegenwoordige "vorm" d.i. bestaanswijze. Toen Hij voor Maria verscheen,
had Hij namelijk een "vorm" van een andere soort (heteros), dan die Hij
later had, toen Hij zich bij de Emmaüsgangers voegde (Mark. 16:12). Wij
zien hier zeer duidelijk het verschil tussen "morphè" en "schèma". In
een zekere "vorm" (morphè) zijnde, kon de Heere de gedaante (schèma) aannemen
van een gewoon mens, en toen niet herkend worden.
Zo waren ook Zijn vroegere
0.T. verschijningen. Toen had de Zoon Gods de "vorm" Gods (Fil. 2:6),
maar kon zich daarom, toch ook wel zichtbaar maken en een gedaante aannemen,
die zich aan de omstandigheden aanpaste. Hij kon aldus met Abram eten,
als Engel des Heren tot Hem roepen, met Sadrach en zijn twee vrienden
in de oven gaan, zich als de Man in linnen gekleed vertonen. Hij kon spreken
en op elke andere nodige wijze Zich aan de zinnen der mensen openbaren.
De Vader Zelf heeft niemand gezien of gehoord (Joh. 5:37).
Zo zullen ook de gelovigen, wier lichaam "getransformeerd" is, dergelijke
gedaanten kunnen aannemen en hetzij op aarde, hetzij in de hemel, hetzij
in de overhemelse, hun werk verrichten. Als wij dus b.v. de tijd van het
koninkrijk beschouwen, menen wij de volgende "vormen" te mogen onderscheiden,
behalve die van de Vader:
De
groepen met verschillende bestaanswijze
|
Wat
zij in bezit hebben
|
Waar
hun positie is
|
Christus-Jezus
met de leden der Gemeente |
Het Heelal (dus
ook de wereld en de aarde) |
De overhemelse
"Boven over alles" |
Zij
die met Abraham gezegend zijn |
De Wereld (dus
ook de aarde) |
De hemelen |
Israël
(de volken) |
De Aarde |
De Aarde |
De
doden |
Zij "weten niet
met al" |
De Hadès |
Het lichaam, moet zich eigenen tot de taak die volbracht moet worden.
De "vorm" moet dus anders zijn voor hen die in de overhemelse komen dan
voor hen die alleen in de hemelen of op aarde hun taak hebben. Op aarde
kan de "gedaante" van allen dezelfde zijn. Na de aionen komen ze allen
tot de "vorm" Gods, dan is God alles in allen (1 Kor. 15:28). Nu is dit
alleen nog maar het geval met de leden der Gemeente der Verborgenheid,
nadat hun vernederd lichaam (Grieks: lichaam onzer vernedering) "gelijkvormig"
is geworden aan Zijn heerlijk lichaam (Grieks: lichaam Zijner heerlijkheid).
De vraag is: wanneer geschiedt dat? Wij hopen dat in een latere concordante
studie te onderzoeken. Wij moeten daarvoor echter iets nagaan over sterven,
dood enz. Uit de reeks teksten waarin de onderzochte woorden voorkomen
blijkt, dat er ook een "omvorming" is van de inwendige mens. Zie b.v.
Gal. 4:19. Rom. 12:2 en 2 Kor. 3:18 kunnen ook zo opgevat worden. Men
kan gaan van heerlijkheid tot heerlijkheid. Telkens weer wordt er een
grens overschreden, een hogere sfeer van heerlijkheid bereikt. Daartoe
is een inwendige gedaanteverandering nodig. Dit werpt een rijk licht op
Gods uitnemende genade. Wat anderen eerst verkrijgen bij het doorleven
der toekomende aionen, wil God thans zonder die nu reeds geven in de geest.
Het lichaam behoeft de uiterlijke gestalte niet te verkrijgen, die past
bij de inwendige bestaanswijze. Dat geschiedt eerst bij de opstanding.
Hoe meer men door genade gaan mag van heerlijkheid tot heerlijkheid, des
te heerlijker is het opstandingslichaam. Satan en zijn dienaars kunnen
wel hun gedaante veranderen, niet hun "vorm". Wie zal durven beweren,
dat de mystici ten onrechte menen, dat Satan en andere geestelijke boosheden
ook in mensengedaante kunnen rondlopen? Sommige Rabbi's leerden, dat de
Israëlieten zich de handen moesten wassen vóór elk maal, omdat deze verontreinigd
waren, ook door aanraking van demonen in mensengestalte. Of dit in onze
bedeling ook kan gebeuren, betwijfelen wij, daar toch ook de engelen zich
nu niet zichtbaar voordoen.
Wil - willen | Inhoudsopgave
| Sterven - dood
Home | Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door ©
Levend Water Alle rechten voorbehouden
|