Het Voornemen der Eeuwen, (Ef. 3:11)
In de Statenvertaling staat: "het eeuwig voornemen", Kaart 1: exclusief de gemeente der verborgenheid Kaart 2: inclusief de gemeente der verborgenheid
Eerste Samenvatting betreffende De Verwerping van het Koninkrijk gedurende de Tijd van de Handelingen De Handelingen - Een Samenvatting
Intussen onderhouden de Joodse "Christenen" de wet en alle uitwendige instellingen die er bij behoren, sommigen zelfs met overdreven ijver, alsof ze nog onder het oude verbond waren. Zij beginnen nu de ware betekenis van de vormen in te zien en hechten, behalve talrijke uitzonderingen, geen waarde meer aan het uiterlijke alleen. De Tempel bestaat steeds, de dienst, de offeranden enz. gaan steeds door, het waren "eeuwige" inzettingen. De oude hoogtijden des Heeren worden steeds in acht genomen, zo b.v. de "eerste der Sabbatten" en 50 dagen later het Pinksterfeest. Ook deze feesten hadden nu hun ware betekenis verkregen. Gedurende deze voorbereidingsperiode van het koninkrijk was er ook reeds een en ander dat dit rijk kenmerkt: volledig en onmiddellijk gericht, gemeenschap van goederen, krachten en gezichten, zichtbare, hoorbare en tastbare tussenkomst van de engelen, enz. Dit alles was in volkomen overeenstemming met het O. T. Het enige nieuwe was, dat de tijd der vervulling gekomen was. Overal hebben zich vergaderingen of gemeenten van gelovige Joden gevormd en later ook van gelovigen uit de volken. Zij worden gesterkt en opgeleid door de apostelen en hebben als hoop in de eerste plaats de terugkomst van Christus tot het oprichten van het koninkrijk. Die hope omvat ook de opstanding uit de doden en het "eeuwige" leven. De kans op de vervulling van deze hoop schijnt echter van dag tot dag te verminderen, want overal is het slechts een overblijfsel van Israël dat de Messias aanneemt, zich van Satan tot God bekeert. De koning wordt inderdaad door de officieële vertegenwoordigers van het volk verworpen, niet alleen te Jeruzalem, maar te Antiochië, Korinthe en ten slotte te Rome. Nu keert God zich als het ware van Zijn volk af en het herstel van de aarde wordt onderbroken. Nu zwijgt God en dit zwijgen is dikwijls zeer drukkend voor de zijnen. Israël is dan tijdelijk niet meer Gods volk, zoals dat vroeger reeds menigmaal geschied was. Nu zou de zaligheid Gods tot de volken gezonden worden. Israël zou nu geen voorrechten meer hebben boven de andere volken, maar uit al de volken zou nu een nieuwe groep gekozen worden, die God zou gebruiken in verband met het herstel van de hemelse dingen. Als men duidelijk het verschil ziet tussen de positie van Israël gedurende de tijd van de Handelingen (die dezelfde is als vóór het kruis, behalve dat dan de verzoening nog niet voltrokken is) en de positie na het einde van de Handelingen, zal men ook beter de bijzondere positie van de Gemeente der verborgenheid inzien. Van af het einde van de Handelingen begint dus een nieuwe bedeling. Het koninkrijk wordt niet meer aangekondigd ; er zijn geen tekenen meer, geen waterdoop of andere vormen, enz. Een lichaam wordt nu geschapen; niet de ontwikkeling van de vroegere pinkstergemeente, maar een volwassen "man" uit de volken (waarbij ook Joden) zonder onderscheid. De Gemeente staat niet in verband met de aarde, het land, de stad, de troon, de Koning. Haar positie is in de "opperhemelse". De voorstelling, zie kaart "Onder de genade", kan de lezer helpen zich een duidelijke gedachte te vormen hoe de Gemeente der verborgenheid een onderbreking is in de ontwikkeling van Gods raad tot herstel van de aarde. Paulus heeft sommige brieven vóór, en sommige nà het einde van de Handelingen geschreven. Het onderzoek van deze brieven, zonder vooropgezette mening, zal nu uitwijzen of deze conclusies juist zijn ofwel enigszins moeten gewijzigd worden. Indien juist, dan zullen er bij dit kort overzicht nog heel wat bijzonderheden kunnen gevoegd worden.
|