Het Voornemen der Eeuwen, (Ef. 3:11)
In de Statenvertaling staat: "het eeuwig voornemen",
in het Grieks "het voornemen der aioonen".
Dit zijn grote wereldtijdperken.
De kaarten geven een algemeen overzicht van de tijden der eeuwen.
Kaart 1: exclusief de gemeente der verborgenheid
Kaart 2: inclusief de gemeente der verborgenheid
14. Wat GOD sprak door middel van de Profeten
Zacharia
Hij profeteerde enige jaren na de 70-jarige ballingschap.
- ZACH. 3: 8 De Spruite. Zie Jes. 4: 2-6.
- ZACH. 6: 12, 13 "En spreek tot hem, zeggende: Alzo spreekt de Here
van de heirscharen, zeggende: Zie, een Man, Wiens naam is Spruit, die
zat uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal des Heren tempel bouwen. Ja,
Hij zal de tempel des Heren bouwen, en Hij zal het sieraad dragen, en
Hij zal zitten, en heersen op Zijn troon; en Hij zal priester zijn op
Zijn troon, en de raad des vredes zal tussen die beiden wezen."Zie
Jes. 4: 2-6.
- ZACH. 6: 15 "Dit zal geschieden, indien gij vlijtig zult horen naar
de stem des Heren, uws Gods."Zij hoorden echter niet, en de vervulling
ligt nog in de toekomst.
- ZACH. 7: 5-10 "Spreek tot het ganse volk van dit land, en tot de priesters,
zeggende: Toen gij vastte en rouwklaagde, in de vijfde en in de zevende
maand, namelijk nu zeventig jaren, hebt gijlieden Mij, Mij enigszins
gevast? Of als gij at, en als gij dronk, waart gij het niet, die daar
at, en gij, die daar dronk? Zijn het niet de woorden, welke de Here
uitriep door de dienst van de vorige profeten, toen Jeruzalem bewoond
en gerust was, en hare steden rondom haar; en het zuiden en de laagte
bewoond was? Verder geschiedde het woord des Heren tot Zacharia, zeggende:
Alzo sprak de Here van de heirscharen, zeggende: Richt een waarachtig
gericht, en doet goedertierenheid en barmhartigheden, de één
aan de ander; en verdrukt de weduwe noch de wees, de vreemdeling noch
de ellendige; en denkt niet in uw hart de één des anderen
kwaad."
- ZACH. 8: 16, 17 "Dit zijn de dingen die gij doen zult: spreekt de
waarheid, een ieder met zijn naaste; oordeelt de waarheid en een oordeel
des vredes in uw poorten. En denkt niet de één des anderen
kwaad in ulieder hart, en hebt een valse eed niet lief; want al deze
zijn dingen, die Ik haat, spreekt de Here."
- ZACH. 8: 23 "Alzo zegt de Here van de heirscharen: Het zal in die
dagen geschieden, dat tien mannen, uit allerlei tongen van de Heidenen
(natiën), grijpen zullen, ja, de slip grijpen zullen van een Joodse
man, zeggende: Wij zullen met u gaan; want wij hebben gehoord, dat God
met u is."
- ZACH. 9: 9,10 "Verheug u zeer, gij dochter Zions! juich, gij dochter
Jeruzalems! Zie, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en Hij is een
Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong van
de ezelinnen. En Ik zal de wagens uit Efraïm uitroeien, en de paarden
uit Jeruzalem; ook zal de strijdboog uitgeroeid worden, en Hij zal de
Heidenen (natiën) vrede spreken; en Zijne heerschappij zal zijn
van zee tot aan zee, en van de rivier tot aan de einden van de aarde."
Niets kon de Joden doen veronderstellen dat er 2000 jaar zouden verlopen
tussen vers 9 en 10. Van de volken wordt ook alleen gesproken in verband
met het aardse Koninkrijk.
- ZACH. 12: 10 "Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem,
zal Ik uitstorten de Geest van de genade en van de gebeden; en zij zullen
Mij aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen,
als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk
kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene."
Dit zou geschieden na de verwekking van de Antichrist van 11: 16, 17
en de herstelling in het land. Zie Mat. 24: 30; Joh. 19: 37. Hier is
natuurlijk geen spraken van de "Christelijke Kerk"zoals de Statenvertaling
het opgeeft in het opschrift van dit hoofdstuk.
- ZACH. 13: 1 Gedurende het Koninkrijk zal er een fontein geopend zijn
tegen de zonde.
- ZACH. 13: 3 Onmiddellijke gerechtigheid. (Deut. 13: 6-11; 18: 20).
- ZACH. 14: 4, 5 "En Zijne voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg,
die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeën
gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, zodat er een zeer
grote vallei zal zijn; en de ene helft van de berg zal wijken naar het
noorden, en de helft ervan naar het zuiden. Dan zult gijlieden vlieden
door de vallei Mijner bergen (want deze vallei van de bergen zal reiken
tot Azal), en gij zult vlieden, gelijk als gij vloodt voor de aardbeving
in de dagen van Uzzia, de koning van Juda; dan zal de Here, mijn God,
komen, en al de heiligen met U, 0 Here!" Zie Hand. 1: 9-12.
Heiligen is hier geschreven voor "engelen"zoals in Job. 5:1; Ps. 89:6,
8; Dan. 4;13; 8:13; Mat. 24: 30, 31; 25: 31; Juda 14.
- ZACH. 14: 16 "En het zal geschieden, dat al de overgeblevenen van
alle Heidenen (natiën), die tegen Jeruzalem zullen gekomen zijn,
die zullen van jaar tot jaar optrekken, om aan te bidden de Koning,
de Here van de heirscharen, om te vieren het feest van de loofhutten."
- ZACH. 14: 17-19 Gedurende het koninkrijk is er genezing, zegen, doch
ook onmiddellijk oordeel (dood - plagen - geen regen) voor de zondaren.
Zie Jes. 11: 4, 65: 20; Hand. 5; 13: 11 ; Luk. 20: 35, 36.
Home | Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door ©
Levend Water Alle rechten voorbehouden
|