| Inhoudsopgave |


Het Voornemen der Eeuwen, (Ef. 3:11)

In de Statenvertaling staat: "het eeuwig voornemen",
in het Grieks "het voornemen der aioonen".
Dit zijn grote wereldtijdperken.

De kaarten geven een algemeen overzicht van de tijden der eeuwen.
Kaart 1: exclusief de gemeente der verborgenheid
Kaart 2: inclusief de gemeente der verborgenheid



14. Wat GOD sprak door middel van de Profeten

Jeremia

Hij profeteerde voor de twee stammen gedurende 40 jaar vóór de verwoesting van de eerste Tempel en van Jeruzalem door Nebukadnezar. Het was een laatste roepstem, zoals die gehoord werd gedurende de 40 jaar vóór de verwoesting van de tweede Tempel en van Jeruzalem in het jaar 70.

  • JER. 2: 2 Ondertrouw van Israël.

  • JER. 2: 21 Israël een wijnstok.

  • JER. 2: 32 Israël vergeleken met een bruid.

  • JER. 3: 1,8,9 Israël een overspelige vrouw, scheids. De twee stammen ook overspelig.

  • JER. 3: 14 De Here met Israël getrouwd. Bekering van afgoderij gevraagd om tot Zion terug. te brengen.

  • JER. 3: 17, 18 Jeruzalem zal des Heren troon zijn. De volken om des Heren Naams wil te Jeruzalem vergaderd. De 10 en de 2 stammen terug in het land.

  • JER. 3: 19 De twaalf stammen zullen tot de Here roepen: "mijn Vaden).

  • JER. 4: 1 "Zoo gij u bekeren zult, Israël! spreekt de Here, bekeer u tot Mij; en zo gij uwe verfoeiselen van Mijn aangezicht zult wegdoen, zo zwerf niet om."

  • JER. 4: 2 De natin zullen zich in Hem zegenen, en zich in Hem beroemen.

  • JER. 4: 4 "Besnijdt u de Here, en doet weg de voorhuiden uws harten, gij mannen van: Juda en inwoners van Jeruzalem."Zie Deut. 10: 16; 30:6.

  • JER. 6: 19, 20 Offeranden behagen de Here niet als zij gebracht worden door hen, die in feite Gods Woord en Wet verwerpen.

  • JER. 7: 2-11 Als Israël kwaad doet en afgoderij pleegt, kan de aanbidding in de Tempel hen niet helpen. Als zij hun wegen en handelingen waarlijk goed maken, zullen zij voor "eeuwig"in het land wonen.

  • JER. 8: 13 De wijnstok geeft geen vrucht en de vijgenboom verdort. Richt. 9: 10, 12; Jes. 5; Mat. 21: 19, 20; Mark. 11: 13, 20, 21; Luk. 13: 6-9; Joh. 15.

  • JER. 9: 24 "Maar die zich beroemt, beroeme zich hierin, dat hij verstaat, en Mij kent, dat Ik de Here ben, doende weldadigheid, recht en gerechtigheid op de aarde; want in die dingen heb Ik lust, spreekt de Here."Zie 1 Kor. 1: 31.

  • JER. 9: 25 Lees: "Ziet, de dagen komen, spreekt de Here, dat Ik bezoeking zal doen over alle (uitwendige) besnedenen, die (eigenlijk) de voorhuid hebben."

  • JER. 9: 26 Lees het laatste deel: "Want al de natin hebben de voorhuid (des harten), en het ganse huis Israëls heeft de voorhuid des harten."De volken had de ook de uitwendige besnijdenis, maar niet die des harten. Zie Rom. 2: 25-29.

  • JER. 11: 16 Israël een olijfboom genaamd. Richt. 9: 8; Rom. 2. JER. 12: 15-17 Herstelling in het land indien zij zich in oprechtheid tot de Here keren.

  • JER. 14: 12 Vasten en offeranden hebben op zichzelf geen waarde.

  • JER. 17: 9, 10 "Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen? Ik de Here, doorgrond het hart, en proef de nieren; en dat, om een iegelijk te geven naar zijne wegen, naar de vrucht zijner handelingen."Zie Rom. 8: 27; Op. 2: 23.

  • JER. 18: 11 "Zo bekeert u nu, een iegelijk van zijnen bozen weg, en maakt uwe wegen en uwe handelingen goed."

  • JER. 23: 3-8 "En Ik zal het overblijfsel Mijner schapen Zelf vergaderen uit al de landen, waarheen Ik ze verdreven heb; en lk zal ze wederbrengen tot hunne kooien, en zij zullen vruchtbaar zijn en vermenigvuldigen; en Ik zal herderen over hen verwekken, die ze weiden zulllen; en zij zullen niet meer vreezen, noch verschrikt worden, noch gemist worden, spreekt de Here. Ziet de dagen komen, spreekt de Here, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; Die zal Koning zijnde regeren, en voorspoedig zijn, en recht en gerechtigheid doen op de aarde. In Zijne dagen zal Juda verlost worden, en Israël zeker wonen; en dit zal Zijn naam zijn, waarmede men Hem zal noemen: De Here, onze gerechtigheid. Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de Here, dat zij niet meer zullen zeggen: zo waarachtig als de Here leeft, Die de kinderen Israëls uit Egypteland heeft opgevoerd! Maar: zo waarachtig als de Here leeft, die het zaad van het huis Israëls heeft opgevoerd, en Die het aangebracht heeft uit het land van het noorden, en uit al de landen, waarheen Ik ze gedreven had! want zij zullen wonen in hun land."Zie ook Jes. 4: 2-6.

    Gerechtigheid is een van de kenmerken van het Koninkrijk. Zie ook Jes. 11: 35; 32: 1; Dan. 9: 24.

  • JER. 24: 7 "En Ik zal hun een hart geven om Mij te kennen, dat Ik de Here ben; en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn; want zij zullen zich tot Mij met hun ganse hart bekeren."Deut. 30: 6.

  • JER. 25: 5 "Bekeert u toch, een iegelijk van zijnen bozen weg en van de boosheid uwer handelingen, en woont in het land, dat de Here u en uwen vaderen gegeven heeft, van eeuw tot in eeuw."

  • JER. 30: 3-11 Herstelling in het land. Met mate gekastijd. Tijd van benauwdheid. Koning David gediend.

  • JER. 31: 31-34 "Ziet, de dagen komen, spreekt de Here, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal maken; niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hun hand aangreep,. om hen uit Egypteland uit te voeren, welk Mijn verbond zij vernietigd hebben, hoewel Ik hen getrouwd had, spreekt de Here; maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israël maken zal, spreekt de Here: Ik zal Mijne wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. En zij zullen niet meer een iegelijk zijnen naaste en een iegelijk zijnen broeder, leren, zeggende: Kent de Here! want zij zullen Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de Here; want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, en hun zonden niet meer gedenken."Mat. 26: 28; Heb. 8: 8-12; 10: 16, 17; Ezech. 11:19; 36:26.

  • JER. 32: 39, 40 Nieuw hart gegeven aan Israël. Eeuwig verbond. Zij zullen niet meer afwijken.

  • JER. 33: 9 "En het zal Mij zijn tot een vrolijke naam, tot een roem, en tot een sieraad bij alle Heidenen (natiën) van de aarde, die al het goede zullen horen, dat Ik hun doe; en zij zullen vrezen en beroerd zijn over al het goede, en over al de vrede, die Ik hun beschikke."

  • JER. 33: 15 Een Spruit van de gerechtigheid uit David. Gerechtigheid op aarde.

  • JER. 33: 21 Verbond met David.

  • JER. 35: 15 Bekering nodig om in het land te blijven.

  • JER. 50: 4, 5 "In die dagen en ter zelfder tijd, spreekt de Here, zullen de kinderen Israëls komen, zij en de kinderen van Juda tezamen ; wandelende en wenende zullen zij heengaan, en de Here, hunnen God, zoeken. Zij zullen naar Zion vragen; op de weg herwaarts zullen hunne aangezichten zijn; zij zullen komen en de Here toegevoegd worden, met een eeuwig verbond, dat niet zal worden vergeten."

  • JER. 50: 20 "In die dagen en te dier tijd, spreekt de Here, zal Israëls ongerechtigheid gezocht worden, maar zij zal er niet zijn, en de zonden van Juda, maar zullen niet gevonden worden; want Ik zal ze dengenen vergeven, die Ik zal doen overblijven."

 

| Inhoudsopgave |



Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden