| Inhoudsopgave |


Het Voornemen der Eeuwen, (Ef. 3:11)

In de Statenvertaling staat: "het eeuwig voornemen",
in het Grieks "het voornemen der aioonen".
Dit zijn grote wereldtijdperken.

De kaarten geven een algemeen overzicht van de tijden der eeuwen.
Kaart 1: exclusief de gemeente der verborgenheid
Kaart 2: inclusief de gemeente der verborgenheid


EERSTE DEEL: De Voorbereiding.


12. David - Het Koningschap

In 1 Sam. 8 lezen wij hoe Israël een koning vraagt zoals de andere volken. Dit betekent eigenlijk het verwerpen van het koninkrijk, dat God wilde instellen:

"Zij hebben Mij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zal zijn" (1 Sam. 8: 7).

Zij kregen hun koning (Saul) doch zijn rijk zou niet bestaan (1 Sam. 13: 14). De Here had zich een man gezocht naar Zijn hart. Saul roeit natuurlijk de Amalekieten niet uit zoals hem dit bevolen was en de Here verwierp hem (1 Sam. 15), hij had zijn kans gehad. Toen werd David tot koning gezalfd (1 Sam. 16: 13). Men herinnert zich de "boze geest"die Saul verschrikte (1 Sam. 16), de strijd van David met een van de reuzen "Goliath", die ongeveer 3,5 M. lang was (1 Sam. 17: 4), hoe Saul onder de invloed van de boze geest David aan de wand wou spitten (1 Sam. 18: 11; 19: 10).

Als David onder Gods leiding optrekt (2 Sam. 2: 1) plaatst Satan Isboseth ("een man van schande") op de troon (2 Sam. 2: 9), doch David overwint en wordt door alle stammen gezalfd tot koning (2 Sam. 5: 3). David trekt naar Jeruzalem, dus werd weer een stap verder gedaan tot de verwezentlijking van het koninkrijk Gods aarde. Nu had men reeds 1. het zaad 2. het volk 3. het land 4. de koning 5. de stad. De ware koning was echter nog niet gekomen, deze zou ook nog priester profeet zijn (zie b.v. Zach. 6: 13).

De Filistijnen worden verslagen, de ark naar Jeruzalem (de stad Davids) gebracht en hij zegent het volk in de naam des Heren (2 Sam. 6:18). David wou verder een tempel bouwen, doch de Here antwoordt:

"En ik heb voor Mijn volk, voor Israël, een plaats besteld, en hem geplant, dat hij aan zijne plaats wone, en niet meer heen en weder gedreven worde; en de kinderen van de verkeerdheid zullen hem niet meer verdrukken, gelijk als in het eerst. En van die dag af, dat Ik geboden heb richters te wezen over Mijn volk Israël. Doch u heb Ik rust gegeven van al uwe vijanden. Ook geeft u de Here te kennen, dat de Here u een huis maken zal. Wanneer uw dagen zullen vervuld zijn, en gij met uw vaderen zult ontslapen zijn, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, dat uit uw lijf voortkomen zal, en Ik zal zijn koninkrijk bevestigen. Die zal Mijnen Naam een huis bouwen; en Ik zal de stoel van zijn koninkrijk bevestigen tot in eeuwigheid. Ik zal hem zijn tot een vader, en hij zal Mij zijn tot een zoon ; dewelke als hij misdoet, zo zal Ik hem met een mensenroede en met plagen van de mensenkinderen straffen, maar Mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, gelijk als Ik die weggenomen heb van Saul, die Ik van voor uw aangezicht heb weggenomen. Doch uw huis zal bestendig zijn, en uw koninkrijk tot in eeuwigheid, voor uw aangezicht; uw stoel zal vast zijn tot in eeuwigheid."(2 Sam. 7: 10-16).

Men bemerkt hoe de "verborgenheid van Christus" steeds meer geopenbaard wordt. David is er door overweldigd. David heeft nog altijd te strijden tegen vlees en bloed. Zo worden de Filistijnse reuzen gedood, waarbij Isbi Benob, wiens spies ongeveer 5 kg. woog (2 Sam. 21: 16) en Saf en de zeer lange man met zijn tweemaal 6 vingeren en tweemaal 6 tenen, allen Refaïeten. Onze strijd is niet tegen vlees en bloed, maar de vijand blijft niettemin dezelfde.

In zijn laatste woorden spreekt hij van de Rechtvaardige als Heerser over de mensen, doch ook van de "Belials"d.w.z. de bozen die met vuur zullen verbrand worden (2 Sam. 23: 1-7).


 

| Inhoudsopgave |



Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden