Deel II
No 8
19 April 1930

REEKS I

Het Profetische Woord

No 20.

OVER BABEL JER. 50 EN 51.
Jeremia's woord over Babel is door de Reformatie te haastig opgevat als vervuld door de inneming van Kores. Bezien we Jeremia 50 en 51 eens.

Eerst de struktuur:

A B1 50:1 Het woord des Heren tot Jeremia. Tegen Babel. Uiting.

C1 D1 50:2 en 3. Babel.

E1 50:4-7 Israël en Juda.

C2 D2 50:8-16 Babel.

E2 50:17-20 Israël.

C3 D3 50:21-32 Babel.

E3 50:33 en 34 Israël en Juda.

C4 D4 50:35-51:4 Babel.

E4 51:5 Israël en Juda.

C5 D5 51:6-18 Babel.

E5 51:19 Juda.

C6 D6 51:20-33 Babel.

E6 51:34-53 Sion en Jeruzalem.

    B2 51:54-64 Het woord van Jeremia tot Seraja. Bekrachtiging.



50:1

"Het woord, dat de Here gesproken heeft tegen Babel, tegen het land van de Chaldeën..."

Duidelijk zegt de Here dus dat het niet is tegen Rome, Parijs, Londen, New-York, een stelsel, het Pausdom, de Christenheid, enz. Het betreft Babel, in het land van de Chaldeën. Welk land dat is zegt o. a. Jer. 24:5; 25:12; Ez. 1:3. Babel is dus niet Rome in het land van de Italianen of welke andere stad van welk volk dan ook.

50:2-5 Hier wordt Babels inneming aangekondigd, door een volk uit het Noorden. Wie meent dat dit reeds geschied is, lette op vers 4 en 5: "In dezelve dagen en terzelver tijd, (dus heel precies aangegeven) spreekt de Here, zullen de kinderen Israëls komen, zij en de kinderen van Juda te samen, wandelende en wenende zullen zij henengaan en den Here hun God zoeken. Zij zullen naar Sion vragen, op den weg herwaarts zullen hun aangezichten zijn; zij zullen komen en den Here toegevoegd worden met een eeuwig verbond, dat niet zal vergeten worden."

Wat is hiervan vervuld? Uit Gen. 17 blijkt dat het verbond, dat God oprichten zal, in de toekomende eeuw aanvangt. Noch nimmer zijn Israël en Juda de Here toegevoegd met een eeuwig verbond. Uit Babel keerden hoogstens een 50.000 Joden terug en enkelen van de 10 stammen, zodat Ezra 2:70 kon zeggen, dat gans Israël in zijn steden woonde. Hij bedoelt daarmee: Gans Israël is vertegenwoordigd. Jak. 1:1 spreekt echter van de 12 stammen in de verstrooiïng, bewijs dat ze niet in Israël woonden en uit zijn scherpe berisping blijkt, dat ze de Here nog niet toegevoegd waren. Zo blijft Jer. 50:1-5 nog op zijn vervulling wachten. Jeremia zag de eindvervulling. De eerste terugkeer was een rimpeling in het profetisch vlak, nauwelijks waargenomen.

50:9. De verzameling van grote volken uit het land van het Noorden heeft nog niet plaats gehad. Cyrus of Koren kwam van het Oosten, wijl Medië en Perzië oostwaarts van de Eufraat en zeker ten Oosten van Kanaän lag. Onder de grote volken van het Noorden is wat anders te verstaan. Dat dit vers toekomstig is, blijkt uit vs. 8: "Vliedt weg uit het midden van Babel," welk vers in Op. 18:4 bijna ongewijzigd voorkomt. Waar De Openb. geschreven werd lang na de eerste terugkeer, moet dit woord toekomstig zijn, is althans niet vervuld na de 70 jaren.

50:13. Na de inneming door Cyrus bleef Babel bewoond, tot in Petrus' dagen zelfs, 1 Petr. 5:13. Ook dit is niet vervuld.

50:15. Overvuld zie Op. 18:6. De Joden wreekten niets bij hun eerste terugkeer. Zij roeiden niets uit.

50:19-20. "Ik zal Israël wederbrengen tot zijn woning... In die dagen en te dien tijd, spreekt de Here, zal Israëls ongerechtigheid gezocht worden, maar zij zal er niet zijn..." Dat dit woord onvervuld is blijkt uit Rom. 11:26. De Verlosser is nog niet uit Sion gekomen. Jakobs ongerechtigheid is nog niet afgewenteld, staat integendeel nog met een ijzeren griffel geschreven (Jer. 17:1).

50:35-40. Ook hier wordt Babels ondergang beschreven als een omkering van Sodom en Gomorra, waar niemand overbleef. Babel bleef na Belsazars nederlaag bestaan. In Alexander de Grote's tijd, een eeuw later was het er nog, in Rome's dagen evenzo. Sodom en Gomorra werden in een uur vernield. Hoe kan Babels. ondergang gelijk zijn aan die van Sodom, als er meer dan 5 eeuwen voor nodig waren? Men leze wel.

51:5. Israël en Juda zal niet in weduwschap gelaten worden. Als men dit wil uitleggen voor de "Kerk", moet men eerst aantonen, wanneer het weduwschap van de "Kerk" begonnen is, voorts dat de "Kerk" de vrouw van Jehovah is, dan wat het land van de "Kerk" is. De Roomse Kerk met zijn vroegere in 1870 verloren doch thans weer herwonnen Kerkelijke Staat, zou zich hierop eerder kunnen beroepen dan de Reformatie met zijn Kerkstaten en Staatskerken. Voor ons is dit woord onvervuld en blijft staan voor Israël.

51:6 "Vliedt weg uit het midden van Babel en redt een iegelijk zijn ziel (d.i. zichzelf). Wordt niet uitgeroeid in haar ongerechtigheid, want dit is de tijd van de wraak des Heren..." Op 18:4 zegt uit het grote Babylon uit te gaan. Bedoelt Jeremia het oude Babel en Johannes Rome? Dan is het wel vreemd, dat Jer. 51:7 geciteerd wordt in Op. 17:4 en 14:8. Laat men nuchter zijn en Gods Woord geloven. Zie voorts 51:8 en Op. 17:2.

51:13. "Gij die aan vele wateren woont." In Op. 17:1 wordt Babel de grote hoer genoemd, die zit op vele wateren. Men leze het hoofdstuk verder en zie daarin het toekomstig oordeel over het weer te herrijzen Babel aan de oevers van de Eufraat in het land van de Chaldeën, dat eenmaal als een steen in het water neergeploft zal worden en ondergaan zal als Sodom, en Gomorra op één dag. Op. 17:8. Het zal met vuur verbrand worden (kan een stelsel dat of het Pausdom?) in één ure, Op. 18-10. De woorden van vs. 63 en 64 worden herhaald in Op. 18:21. Wie meent dat dit alles nu maar profetische inkleding is, dat we de kern uit de bolster moeten halen, dat dit slaat op een toekomstig wereldstelsel, dat de H.S. maar Babel noemt, voor Israël maar onder die naam gaf, moet evenzo doen t.o.v. de Messiaansche profetieën, dus ze in moderne geest uitleggen.

Christus is dan de Ideaalmens en wordt maar Gods Zoon genoemd. Wie vasthoudt aan de realiteit van het vervulde, kan niet het halfslachtige standpunt blijven innemen, dat het onvervulde vervaagt tot een wezen zonder ziel. In de toekomst zal Babel de ziel zijn van de Gode vijandige wereldmacht in het land van de Chaldeën, de stad, die het koninkrijk heeft over de koningen van de aarde, Op. 17:18. Het heet het grote Babylon in tegenstelling met het Babylon van vroeger dagen.

"Een sterke engel hief een steen op als een groten molensteen en wierp dien in de zee, zeggende: Aszo zal de grote stad Babylon met geweld geworpen worden en zal niet meer worden gevonden." Op. 18:21.

De tegenwoordige bedeling van de Christenheid was een verborgenheid in God. Men moet de O.T. profetieën niet uitleggen voor iets, wat geen van de profeten ooit gezien heeft. Rome lag geheel buiten de profetische visie. Wie meent, dat de profetie van Babel op Rome, het Pausdom of wat ook overgaat, kan even goed aannemen, dat ze niet geinspireerd zijn, want zo verdwijnt alle vastheid. En wie gelooft, dat Babylon Rome is, omdat "men" het zegt, en niet Babel, zoals God zegt, keert de Schrift ook t.o.v. dat woord om, dat men God meer gehoorzaam moet zijn dan de mens.

 






Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden