A |
Dan wil ik direct opmerken, dat Matth 28:1 en de vermelding
van de "eerste dag der week" laat zien, dat Israël
hier niets meer mee te maken heeft en dat de Sabbat nu vervangen werd
door de Zondag. Wat heeft de Zondag met Israël uit te staan? |
B |
Uw opmerking zou enige waarde hebben, als Gods Woord
werkelijk van de Zondag sprak. Wil U even de Concordantie raadplegen
en het woord "Zondag" opzoeken? |
A |
Nu ja, dat woord wordt niet gebruikt, maar "eerste
dag der week" is de uitdrukking. |
B |
U bedoelt de uitdrukking van de vertalers. Maar hoe
luiden de woorden, die de Heilige Geest ingaf? |
A |
Behalve in Matth 28:1 vindt men die uitdrukking in Mark
16:2; Luk 24:1; Joh 20:1, 19; Hand 20:7, 1 Cor 16:2. In Mark 16:9
is het Grieks enigszins verschillend, maar ik ken niet genoeg Grieks
om kritiek uit te oefenen op de vertalers. |
B |
Nu goed, mijn bedoeling was te onderzoeken welk woord
voor "week" gebruikt wordt. Laat ons het zonder de minste
kennis van het Grieks doen. De kanttekeningen van de Statenvertaling
kan ons hier helpen. |
A |
Er staat: "Grieks: der sabbatten", dat wil
dus zeggen, dat de Griekse tekst letterlijk is: "der sabbatten".
Maar er staat ook: "welk woord somtijds ook genomen wordt voor
de gehele week". |
B |
Dat is een menselijke opinie, die door geen enkel voorbeeld
uit de Schrift verdedigd kan worden. Wij zoeken Gods bedoeling. Laat
ons verder opmerken dat "dag" cursief gedrukt is. Dat woord
is er dus door de vertalers bijgevoegd. Hoe luidt nu de Griekse tekst
letterlijk? |
A |
"De eerste der sabbatten". |
B |
Eigenlijk is "eerste", in het Grieks "één",
maar daar zullen wij nu niet bij stil staan. Mag ik U vragen waar
de Zondag is? |
A |
Wel, dat zal zo het spraakgebruik geweest zijn om de
Zondag te omschrijven; zo vatten de vertalers het op en zo meenden
het toch alle Christenen van de eerste eeuw af. |
B |
Wees op uw hoede. Wij onderzoeken de woorden, die de
Heilige Geest ingaf. De afval begon ook van de eerste eeuw en verkeerde
begrippen konden toen juist het gemakkelijkst door de volken ingevoerd
worden. Zij vierden de "dag des Heren" of "dag der
Zon". Uit de laatste brief van Paulus (onmiddellijk na de eerste
helft van de eerste eeuw geschreven), blijkt hoe allen zich van hem
afwendden (2 Tim 1:15).
Dit weet gij, dat allen in Asia zich van mij hebben afgekeerd,
onder anderen Fygelus en Hermogenes. (2 Timotheus 1:15 NBG)
Hij kan niet genoeg op de noodzaak wijzen de gezonde leer vast
te houden en steeds tot de Schriften te gaan. En dat was zo nodig,
omdat juist toen de grote massa Christenen zich van de gezonde leer
afwendden. Wij mogen niet steunen op de geschriften van de eerste
eeuwen. Zie bijvoorbeeld in Hand 20:29-31 hoe Paulus gedurende drie
jaar niet opgehouden heeft hen te vermanen voor de "zware wolven"
en voor hen, die verkeerde dingen zouden spreken.
Ook het feit, dat sommige dingen door een groot aantal gelovigen
aangenomen worden, is niet van overwegend belang. Alleen Gods woord
is veilig en ik houd mij aan de ingegeven woorden "de eerste
der sabbatten". Voor "week" is er overigens een ander
Grieks woord, die in de vertaling van de 70 dikwijls gebruikt wordt.
En het gebruik van de meervoudsvorm heeft in het geheel geen zin,
als de Zondag bedoeld is.
|
A |
Welnu, laat ons eens veronderstellen dat U gelijk heeft,
wat betekent dan "de eerste der sabbatten"? Het is toch
duidelijk dat men dit niet letterlijk vertalen moet. |
B |
Als men van een bepaalde mening uitgaat, dan heeft
U gelijk, maar laat ons zien of Gods Woord ook hier weer zichzelf
niet verklaart. De discipelen houden de Joodse feestdagen. Zo vinden
wij in Matth 26:17 "op de eerste (dag) der ongehevelde (broden)",
dat was het begin van het feest der ongezuurde broden van Lev 23:6.
Wil U dit hoofdstuk doorlezen? |
A |
Verbazend! In de verzen 15 en 16 lees ik: "Daarna
zult gij u tellen van de andere dag na de sabbat, van de dag, dat
gij de garve van het beweegoffer zult gebracht hebben: het zullen
zeven volkomen sabbatten zijn, tot de andere dag, na de zevende sabbat,
zult gij vijftig dagen tellen; dan zult gij een nieuw spijsoffer de
Here offeren". Hier is een reeks van zeven sabbatten, van 50
dagen, en de 50ste dag was wat wij nu "Pinksteren" noemen,
(dit is de "vijftigste"). |
B |
Ziet U het verband met Matth 28:1 enz.?
Laat na de sabbat, tegen het aanbreken van de eerste dag der
week, ging Maria van Magdala en de andere Maria het graf bezien.
(Mattheus 28:1 NBG)
|
A |
Ja. Het was toen de eerste van de zeven sabbatten die
volgden op de jaarlijkse sabbat (de 15de Nisan), omdat 50 dagen na
de opstanding precies het Pinksterfeest gevierd werd. Ik moet bekennen
dat de Griekse tekst hier geheel letterlijk kan en moet opgevat worden.
Ik moet ook bekennen dat U geen enkele tekst verdraaid heeft om uw
mening door te voeren en dat Gods Woord ons eenvoudig en duidelijk
de dingen uitlegt. |
B |
Dat was dus een jaarlijkse feestdag van Israël
en geen nieuwe wekelijkse feestdag voor de Gemeente. Ik herhaal dus,
dat in Mattheus niets tot de Gemeente gericht is. |
A |
Maar ... maar ... ik kan dat alles zo maar niet in eens
aannemen, dat gaat nu toch alle gedachte te boven! Zo veel Christenen
konden zich toch niet vergissen. |
B |
Denk er aan, wie de god van deze eeuw is. U heeft gezegd voorzichtig
te willen zijn, welnu wees voorzichtig. Maar dan even voorzichtig
ten opzichte van de dingen, die U van jongs af geleerd zijn, als
tegenover de andere. In Gods Woord alleen hebben wij veilige grond.
God heeft gesproken, daarvoor moet het ganse Christendom wijken.
Maar wij hebben de andere teksten nog niet nagezien. Bijvoorbeeld
Hand 20:7 en 1 Cor 16:2. Veronderstel, dat ook daar kort daarop
van Pinksteren werd gesproken, zou dat U niet geheel overtuigen,
dat onze conclusie uit Matth 28:1 juist is en er geen sprake is
van een wekelijkse feestdag?
|
A |
Ja zeker, het is interessant die teksten ook te onderzoeken;
hier vinden wij misschien een andere oplossing. |
B |
Hand 20:7 volgt op Hand 20:6, waar sprake is van "de
dagen der ongehevelde (broden)". Verder hebben wij in Hand 20:16
"want hij spoedde zich, om ... op de Pinksterdag te Jeruzalem
te zijn". |
A |
Dat bevestigt volkomen, dat hier weer gesproken wordt
van een jaarlijkse feestdag. Misschien geeft 1 Cor 16:2 nog een uitkomst?
elke eerste dag der week legge ieder uwer naar vermogen thuis iets
weg, en hij spare dit op, opdat er niet eerst na mijn komst inzamelingen
moeten gehouden worden. (1 Corinthiërs 16:2 NBG) |
B |
Daar lezen wij: "op elke eerste (dag) der week
(Grieks: "één der sabbatten" en in vers 8
"maar ik zal te Efeze blijven tot de Pinksterdag". Hier
ook weer is de "één der sabbatten" gevolgd
door Pinksteren. U ziet, dat de Heilige Geest alle mogelijke zorg
genomen heeft om ons te beletten door de overlevering misleid te worden,
nooit is er sprake van een nieuwe wekelijkse feestdag. Men heeft hier
de keuze tussen hetgeen God gesproken heeft en hetgeen de mensen zeggen. |
A |
Het is waarlijk verbijsterend! Maar één
ding is toch weer niet duidelijk, waarom staat er "elke"
eerste der sabbatten in 1 Cor 16:2? Is dat dan toch geen wekelijkse
feestdag ? |
B |
Zij moeten dit elk jaar doen. Overigens staat "elke"
niet in de voornaamste handschriften. De Engelse vertalingen laten
het weg. Maar waarom stelde Paulus hun voor zo te handelen ? Laat
ons Deut 16:10 lezen: "Daarna zult gij de Here, uw God, het feest
der weken houden; het zal een vrijwillige schatting uwer hand zijn,
dat gij geven zult, naar dat u de Here, uw God, zal gezegend hebben".
Het vorige vers laat zien, dat het hier wel de 7 weken en de 7 sabbatten
geldt. Paulus spreekt hier over de vervulling der wet. Om geen tijd
te verliezen, stelt hij voor die gaven te verzamelen vóór
zijn komst. Wij zullen deze zaak nu laten rusten en er steeds aan
denken, dat gedurende de tijd van de Handelingen de feestdagen en
inzettingen stipt gevolgd werden, ook door Christen Joden. Wij zullen
dat later steeds bevestigd zien. Ik stel voor nog een blik te werpen
op de andere Evangeliën. |
A |
Ja, dat is nodig. Mattheus is juist het meest Israëlitisch
getint, dat weet iedereen, maar de andere Evangeliën zullen ons
wel van de Gemeente spreken. |