Begint de Gemeente
met Pinksteren?
4. Met wie is het nieuwe verbond gesloten?
B |
Laat ons nu met Mattheus beginnen. In Matth 3:1 3 lezen
wij: "Bekeert U; want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen".
Als U in het oog houdt, wat wij uit het Oude Testament geleerd hebben,
treffen die woorden U dan niet? Matth 2:2 zegt, dat de Here Jezus
is "de geboren Koning der Joden". In Matth 4:23-24 lezen
wij van het Evangelie van het koninkrijk en over vele genezingen.
Het beërven van het aardrijk vinden wij in Matth 5:5. Is dat
een nieuwe boodschap? |
A |
Nee, inderdaad spreekt bijvoorbeeld Ps 37 daarvan vier
maal. Het heeft mij ook steeds verwonderd, dat vers 29 van die Psalm,
zegt, dat zij in eeuwigheid op die aarde zouden wonen. Na hetgeen
U echter over de "eeuwen" gezegd heeft, is dit duidelijk. |
B |
Verder zien wij dat Jeruzalem de stad is van de grote
Koning (Matth 5:35). Verwondert het U ook niet, dat de discipelen
alleen tot Israël moeten gaan? (Matth 10:5-6). Wij zien ook,
dat de Here Jezus als de Zoon van David erkend wordt (Matth 21:1 9).
Hij brengt nu de kern der wet geheel op de voorgrond (Matth 22:36
40) met Deut 6:5; 10:12; 30:6; Lev 19:18 aan te halen. Hij wijst nog
niet meer nadruk dan de Profeten op hetgeen de inwendige mens betreft.
Zonder innerlijke vernieuwing zijn alle vormen God een gruwel. Het
zwaarste der wet moesten zij doen (Matth 23:23), maar daarom de andere
dingen (de vormen) niet nalaten. Geen jota noch tittel van de wet
zou voorbijgaan (Matth 5:17 19). |
A |
Ik moet bekennen, dat deze wijze van de dingen te beschouwen
wel kan verdedigd worden, maar ik geloof toch dat U ergens zal vastraken.
U kan toch bijvoorbeeld niet volhouden, dat het Evangelie volgens
Mattheus alleen van Israël spreekt? U neemt enkele teksten, die
Israël betreffen, maar de meeste zijn toch ook aan ons gericht.
En dan lezen wij ook over het sluiten van het Nieuwe Verbond, waar
Israël in het geheel niet meer bij te pas komt. U laat U te ver
voeren door uw eigen gedachten en ik vind het wel wat overmoedig,
zo tegen eeuwenoude opvattingen in te gaan. |
B |
Maar mijn lieve vriend, hoe kan ik mij door mijn gedachten
laten meevoeren, als ik zelf niet van die gedachten ben uitgegaan?
Ik deelde vroeger meer uw opvatting, maar een eerlijk onderzoek dreef
er mij toe mijn gedachten prijs te geven. Ik bedoel inderdaad, dat
geheel Mattheus Israël betreft. De enige verwijzing naar een
uit de volken, vind ik in Matth 15:22 28 en U ziet hoe die vrouw nog
zeer tevreden mag zijn, dat zij door haar groot geloof "kruimels"
ontvangt zoals de "honden". U ziet zelf de positie van de
volken in die tijd. Voor wat het Nieuwe Verbond betreft, doe ik een
beroep op uw onbevangen oordeel. Ik weet, dat ik heel overmoedig ben,
maar U stemt toe, dat het beter is God te geloven dan de mensen, al
waren zij nog zo vroom en geleerd. Het Nieuwe Verbond vervangt het
Oude Verbond. Met wie werd het Oude Verbond gesloten? |
A |
Met Israël en men spreekt dan ook van het "oude
verbondsvolk". Maar daarom kan het Nieuwe Verbond wel met de
Gemeente gesloten zijn? |
B |
Dat zou dan tenminste zeer uitdrukkelijk moeten gezegd
worden. Maar nu hebben wij juist aanduidingen, die het tegenovergestelde
zeggen; dat maakt elke veronderstelling van onze kant overbodig. Laat
ons bijvoorbeeld Jes 55:3 lezen: "Want ik zal met U een eeuwig
verbond maken". Van degenen tot wie dit gezegd wordt, spreekt
Jes 54:3 "en uw zaad zal de Heidenen erven". Dan lezen wij
in Jer 31:31 34 "Ziet de dagen komen, spreekt de Here, dat Ik
met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond
zal maken... Ik zal Mijne wet in hun binnenste geven, en zal die in
hun hart schrijven... want Ik zal hunne ongerechtigheden vergeven,
en hunner zonden niet meer gedenken". Ook Ezechiël 37:24
28 spreekt over dat verbond in verband met het koninkrijk, het land,
de inzettingen, het heiligdom en de volken. Zeg mij nu wat U toelaat
te veronderstellen dat het Nieuwe Verbond met de Gemeente gesloten
is? Is Israël niet evengoed het "nieuwe verbondsvolk"
als het "oude verbondsvolk"? Wij zien dat de volken deel
hebben aan de zegeningen, maar het Nieuwe Verbond is niet met hen,
maar met Israël gesloten. |
A |
Maar dat bedoelt U toch niet in ernst? Iedereen weet
toch dat het Nieuwe Verbond ons betreft. Het gehele Nieuwe Testament
is er vol van, ja de naam zelf, Nieuw Testament of Nieuw Verbond,
duidt aan, dat dit alles tot ons gericht is. Wat zou er anders voor
ons overblijven? Denk toch aan de gevolgen van een dergelijke dwaalleer. |
B |
Ik moet U er op wijzen, dat dit alles geen weerlegging
is, geen bewijs dat het Nieuwe Verbond met de volken gesloten is.
U beroept U op iedereen, U bent bang voor de gevolgen. Ik vraag U
een duidelijke aanduiding in Gods Woord. Wat er voor ons zal overblijven
buiten het Nieuwe Verbond zullen wij later onderzoeken, en ik kan
U verzekeren dat het zal meevallen, dat U niets zal verliezen, maar
de onbegrijpelijkste genadegiften zal leren kennen, die nu voor U
in het duister zijn, omdat U maar altijd op dat Nieuwe Verbond ziet. |
A |
Nu, dat zullen wij afwachten. Ik ben uiterst sceptisch.
Als U overigens denkt, dat ik mij niet op de Schriften kan beroepen
om aan te tonen dat het Nieuwe Verbond gesloten is met de gelovigen
uit de volken en niet Israël betreft, heeft U het ook mis. Laat
mij slechts spreken van Hebr 8 en 9. |
B |
In Hebreeën zoek ik tevergeefs naar de volken.
Hebr 8:8, 10 bevestigt integendeel, dat het Nieuwe Verbond met Israël
en Juda opgericht is. De gehele Brief is overigens gericht aan de
"Hebreeën". Dat waren toch geen gelovigen uit de volken? |
A |
Nee natuurlijk niet, maar daarom is de Brief toch ook
voor ons. |
B |
Zeer zeker, de gehele Schrift is voor ons. Maar daarom
richt zij zich niet noodzakelijk geheel tot ons, noch handelt zij
geheel over ons. Wij komen terug op dit onderscheid. In Hebreeën
heeft U in elk geval geen bewijs dat het Nieuwe Verbond met de volken
is gesloten. |
A |
Wel laat ons de zaken nu eens anders beschouwen. Als
wij aannemen dat Israël voor goed verworpen is en de Gemeente
zijn plaats inneemt dan ziet U, hoe alles terecht komt. Dan kunnen
wij juist al die teksten op ons toepassen, al zijn ze tot Israël
gericht. Zo deden ook de vaderen. |
B |
Ons verder onderzoek zal beslissen. Wij nemen voorlopig
de dingen zoals God ze zegt. Ik moet overigens erkennen dat zij, die
het Oude Testament vergeestelijken en de zegeningen van Israël
op de Gemeente toepassen, in zekere zin logischer zijn dan zij, die
beweren het Oude Testament letterlijk te geloven en zeggen Israël
nog een toekomst te gunnen, maar die dan weer niet letterlijk nemen,
dat het Nieuwe Verbond met Israël gesloten is. Denk er ook aan,
dat ik niet beweer, dat de volken geen deel hebben aan de zegeningen
in verband met het Nieuwe Verbond. Dat zegt het Oude Testament zowel
als het Nieuwe Testament en dit was nooit een verborgenheid. Maar
laat ons nu verder Mattheus onderzoeken. |
|