Inhoudsopgave | Hoofdstuk
2
De Verbonden en de Wet
1. Inleiding
De meeste theologische systemen leggen er de nadruk op, dat Israël,
de zichtbare kahal (gemeente) van de Hebreeuwse Schriften, een type was
van de Gemeente der Griekse Schriften. Men vergeestelijkt gewoonlijk al
de profetieën die handelen over de toekomstige aardse beloften, aan dit
volk gedaan, en geeft geen acht op hetgeen de Here zelf aangaande die
aardse toekomst gezegd heeft. Méér nog, men beweert, dat "de Kerk" in
de plaats gekomen is van Israël, en past al de oude beloften zo letterlijk
mogelijk toe op "de Kerk".
Men weet dat de gedachte, volgens welke "de Kerk" het "ware Israël" is,
een bepaalde vorm begon aan te nemen in de tweede eeuw (1),
en het is een feit, dat ze de eeuwen door werd gehandhaafd. Pas sinds
de laatste wereldoorlog is men in sommige kerkelijke kringen begonnen
met meer acht te geven op hetgeen de Schrift ons wil leren aangaande de
toekomst van Israël als volk en natie. De verschrikkelijke vervolging
der Joden enerzijds, en de terugkeer van velen naar het beloofde land
anderzijds, waren blijkbaar nodig om in te zien, dat de Schrift niet slechts
spreekt over het individuele heil van Joodse mensen, doch er uitdrukkelijk
op wijst, dat Israël niet kan ophouden Gods volk te zijn (Jer. 31:36,
37) en als volk en natie zal behouden worden, omdat Gods genadegaven en
roeping onberouwelijk zijn (Rom. 11:29).
De tegenwoordige kentering in de bezinning aangaande Israël heeft tot
gevolg dat sommige theologen en predikanten zich in een zeer lastige positie
bevinden. Want de studie der profetie en der toekomstige dingen werd steeds
verwaarloosd, en er zal heel wat tijd nodig zijn om op de hoogte te komen
van hetgeen de Schrift hierover zegt. Daarbij steunen de traditionele
beschouwingen betreffende de Gemeente, de kerkelijke organisatie, de verbonden,
de bedelingen, de weg des heils, enz, ten dele op de grondgedachte, dat
"de Kerk" Israël vervangt. Wie begint in te zien, dat dit fundament niet
schriftuurlijk is, moet ieder stelsel, dat erop steunt, op radicale wijze
herzien. Anders valt het toch eenmaal in puin, en wordt het goede, dat
erin is onbruikbaar.
Het is begrijpelijk dat men terugdeinst voor een dergelijke revolutie
in de theologie, zich tracht tevreden te stellen met het hoogst nodige
te herzien, en allerlei vragen en moeilijkheden, die zich opwerpen, maar
laat rusten.
Vele christenen, die minder (of geen) verantwoordelijkheid hebben voor
wat betreft de kerkelijke organisaties, hebben echter reeds sinds lange
jaren de Schrift onderzocht met de leidende gedachte dat Israël, als volk,
een toekomst heeft. Er is dikwijls een zoeken en tasten geweest, en een
overdrijving in de een of andere richting, doch langzamerhand is het mogelijk
geworden tot een synthese te komen van alle schriftgegevens, die de schriftuurlijke
waarheid zou nauw mogelijk benadert. Zoals kan blijken uit onze reeds
gepubliceerde geschriften, hebben we zelf een poging gedaan in die richting.
In deze studie willen we vooral handelen over de leer der verbonden, die
van fundamenteel belang is. Het is niet ons doel een uitvoerige en geleerde
verhandeling te leveren, doch slechts een aantal wenken, die misschien
kunnen helpen om terug te keren tot een meer schriftuurlijke visie.
Voetnoten:
(1) Zie hierover
blz. 21 van Het Christendom gedurende de eerste Eeuwen en blz.
91 en 114 van Koninkrijk en Kerk.
Inhoudsopgave | Hoofdstuk
2
Home | Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door ©
Levend Water Alle rechten voorbehouden
|