Uit Israëls Profetie
VII. De Openbaring
3.b Nadere uiteenzetting van Openb. 2 en 3
Het Volk Gods op aarde, Openb. 2 en 3.
De leer, dat Op. 2 en 3 een profetisch overzicht is van de historie van de Chr. Kerk, van onze bedeling dus, wordt door vele uitleggers gedeeld. De 7 perioden
meent men dan de volgende te zijn:
Efese |
1ste eeuw |
historie van de 1ste eeuw. |
Smyrna |
2e eeuw |
vervolging. |
Pergamus |
3e - 8ste eeuw |
staatskerk. |
Thyatire |
8ste - 15e eeuw |
het Pausdom gevestigd. |
Sardis |
15e - 19e eeuw |
het Protestantisme in opkomst en verval. |
Filadelfia |
19e eeuw |
het herlevende deel. |
Laodicea |
20ste eeuw |
het versteende deel, naamchristendom. |
Ook wij deelden eertijds die opinie. Het schone werk van Dr. E. W. Bullinger, Die
Apocalypse oder der Tag des Herrn, uit het Engels vertaald (The apocalypse or The
Lord's Day), gevoegd bij duidelijker inzicht in de bedelingen, bijzonder die van de
verborgenheid, heeft ons anders leren zien. De 7 gemeenten zijn thans voor ons 7
Israëlitische gemeenten in Azië, voor welke de 7 brieven bijzondere betekenis zullen
hebben vlak voor en in de dag des Heren. Wij geloven thans dat Efeze Efeze is,
Smyrna Smyrna, enz. en dat als de Here zegt: Azië het ook Azië is, niet Europa.
In de 7 brieven aan de gemeenten worden we gewezen op toestanden en feiten die
zich nimmer in de Kerkgeschiedenis voorgedaan hebben. Zij zijn geheel van de
Apostolische Brieven onderscheiden. De traditieleer stuurt in verkeerde
uitleggingsbanen. Paulus' Brief aan Efeze leert ons het met Christus gezet zijn in het
overhemelse, deze brieven wijzen op aardse heerlijkheid. De laatste spreekt van het
zitten met Christus in Zijn troon, terwijl het Lichaam met Christus zit aan Gods
rechterhand in 's Vaders troon, ver boven alles.
Men lette ook op de term: engel van de gemeente. Hiermee kan een mens bedoeld zijn, want de Here zond 70 "engelen", St.
V.: boden, uit voor Zijn aangezicht, Luk. 9:52. Men heeft van de engelen van de 7
gemeenten bisschoppen gemaakt om de brieven in de Kerkhistorie te wringen. In de
Joodse synagoge was de engel van de gemeente de dienaar die de mond van de vergadering
was. Boven hem stond de overste van de synagoge. Sommigen denken hierbij aan engelen
in de hemelen, anderen houden hen voor mensen. In elk geval bewijst de term: engel van de gemeente, dat we hier niet met perioden te doen hebben, want dan zou er voor elke
periode een man geweest moeten zijn' die die hele periode leidde. Het Russellisme
meent_ die wel te kunnen aanwijzen en plaatst als eerste Paulus en Johannes, maar
vergeet, dat Johannes, die zelf een engel voor hen heet, moest zenden aan de 7 engelen,
dus aan zich zelf! En aan Paulus die waarschijnlijk al gedood was! Vergeestelijking
leidt tot allerlei ongerijmdheden.
Gaan we nu een en ander na.
EFESE.
Efese's belofte is een aardse: te eten van de boom des levens die in het paradijs
Gods is. Men mene niet, dat dit de hemel is. De Openb. verklaart hierin zichzelf. In
Openb. 22 zien we op de nieuwe ààrde de boom des levens, waarvoor in Op. 2 de
belofte ligt. Waarom er iets anders van te maken als het boek zelf het niet doet. Verder
zij opgemerkt, dat het hier gaat over de werken.
De uitdrukking: Die oren heeft om te horen komt buiten De Openb. alleen in de
Evangeliën voor. En wel 6 maal: Mt. 11:15; 13:9, 43 Mk. 4:23; 7:16; Luk. 14:35. Deze
betreffen Israël. In De Openb. vinden we de uitdrukking 8 maal, n.l. hfdst. 2:7, 11, 17,
29 en 3:6, 13, 22 en 13:9. Mt. 11:15 laat ons zien, hoe de tekst voorkomt juist na het
geweld doen op het Kon. der hemelen, zie vs 12. Indien men het wilde aannemen, was
Johannes de Elia die komen zal, d.i.: was Johannes' arbeid voldoende om hen er toe te
leiden. Wie (daarnaar) oren heeft om te horen, die hore, zegt de Here. In De Openb.
richt de Here Zich weer tot Israëls gelovigen en voegt er telkens de vermaning bij te
horen.
Het "uw eerste liefde verlaten", ziet op Jer. 2:1, 2 en Ez. 16:8-10. (Zie Op. 1:5).
SMYRNA.
De titel: de Eerste en de Laatste is 0.T. De laste ring dergenen die zeggen
dat zij Joden zijn en zijn het niet, is een duidelijke aanwijzing, dat het hier over Israël
gaat. Er zullen in de eindtijd personen inkomen die er een voordeel in zullen zien voor
Joden door te gaan. De Duivel zal enigen in de gevangenis werpen. De verdrukking zal
10 dagen duren. Waar de grote verdrukking langer zal duren, mogelijk wel 1260 dagen,
is deze tekst een bewijs, dat God uit die verdrukking kan bewaren al gaat men er door
heen. We nemen die 10 dagen voor letterlijk 10 dagen en vragen waar dit ooit in de
Kerkhistorie geschied is, als we daarin moeten zoeken naar de verklaring van Smyrna's
brief. De belofte van de kroon des levens houdt verband met Genesis. 3. Adam is
daartoe niet gekomen.
PERGAMUS.
In Pergamus zal de troon van Satan zijn. Antipas wordt gedood, Bileams
lering wordt gehouden, n.l. samenkoppeling met het hoerachtige Heidendom, Num.
25:2: 31:16. De Nikolaieten hier zijn onbekend evenals die in Efese. De naam betekent:
Volksoverheersers; het zijn waarschijnlijk zij die het volk door het woord in hun macht
krijgen. De overwinnaars ontvangen het manna dat verborgen is. Men weet, dat Mozes
een kruik manna moest bewaren. Ex. 16:32-34. Dit was het verborgen manna. Het is
type van het aionische leven. De witte keursteen doet denken aan de stenen die Aaron
droeg in de borstlap, Ex. 28:15-21.
THYATIRE.
We zien hier een Izebel optreden die verleidt tot afgodendienst en hoererij.
Dit zal niet vreemd zijn in de eindtijd. Men leze Gods straf daarover. De belofte voor de
overwinnaars is de Heidenen te mogen hoeden met een ijzeren roede. Dit verwijst naar
Op. 12, waar van de mannelijke zoon (die nièt Christus is) hetzelfde wordt gezegd. Zie
aldaar. De Morgenster is Hij Die uit Jakob zal voortgaan, Num. 24:17 en in 2 Petr. 1:19
genoemd wordt.
SARDES.
De Here zegt te komen als een dief in de nacht. Ook dit verwijst naar de
eindtijd. Men vergelijke dit met 1 Thess. 5:2, waar die gelovigen gezegd wordt de tijden
zeer wel te weten. Vs. 4 zegt, dat hun die dag niet als een dief moet bevangen. Die van
Sardes kan de dag des Heren wèl overvallen. Hieruit volgt, dat die gemeenten er zijn
voor die dag en dat het onderscheiden groepen zijn van de Thessalonicenzergroep. De
belofte is te zullen wandelen in witte klederen, het niet uitdoen uit het boek des levens
en het belijden van de naam voor Christus' Vader en Zijn engelen. Zie Mt. 10:32; Luk.
12:8. Men denke bij het uitdoen van namen uit het boek des levens aan Davids helden. 2
Sam. 23:8-39. In die lijst worden er gemist die vroeger met hem waren. Joab is er niet
bij, wel zijn wapendrager, vs. 37. Ook zijn broers: Abisai en Asaël, vs. 18, 24. Ook
missen we Abjatar, Davids vriend, 1 Sam. 22:20-23, en Achitofel. De zoon van
Achitofel bleef David trouw, vs. 34. De weggelatenen zijn geen overwinnaars, zij staan
niet in het boek des levens. Zo zal het antitypisch gaan met velen in Sardes, zij zullen
geen ingang hebben in het Koninkrijk der hemelen.
FILADELFIA.
De Heilige is een titel van de Godheid, Hos. 11:9; Hab. 3:3; Ps. 16:10; de
Waarachtige, zie 1 Thess. 1:9; Jer. 10:10: 1 Joh. 5:20. De sleutel Davids herinnert aan
Jes. 22:15-25. Jeruzalem was bijna, ingenomen. In plaats van boete te doen, vierde het
volk feest. De schatmeester was Sebna. Hij had een schoon graf voor zich laten bouwen,
iets wat feitelijk inging tegen de opstandingsgedachte, die David telkens bezielde. Alsof
het graf zijn huis moest wezen. Sebna werd afgezet en Eljakim kreeg zijn ambt. De
sleutel Davids werd aan een ander gegeven. De sleutel Davids wil zeggen: open toegang
te hebben tot Davids huis en troon. Die sleutel nu heeft Christus. Hij opent en niemand
sluit, Hij kan het graf openen om tot de gewisse weldadigheden Davids, het aionische
leven in het Koninkrijk, te doen komen. Hij kan sluiten, uitsluiten uit de zegeningen en
niemand kan openen.
Weer is er sprake van personen die zich uitgeven voor Joden en
het niet zijn. De geopende deur is de toegang tot het Koninkrijk. De ure der verzoeking
staat nog te wachten, het is de tijd van de antichristussen. De Antichristus zàl zich
uitgeven voor Israëls Messias en daarna een verbond maken gedurende Daniëls laatste
jaarweek, Dan. 9:27 en het offer wegnemen. Dan vangt de grote verdrukking aan. De
Here komt dan spoedig weder en kan daarom dus zeggen, dat Hij haastelijk komt. De
overwinnaars worden pilaren in de tempel Gods. Dit herinnert aan de pilaren Jachin en
Boaz in Salomo's tempel. Vanzelf zijn het zinnebeeldige pilaren, geloofsvaststellers.
Verder verkrijgen zij ook toegang tot het een aioon later nederdalende Nieuwe
Jeruzalem.
LAODICEA.
Deze gemeente is koud noch warm, wordt daar om uitgespuwd. Wie
evenwel 's Heren stem hoort, zal het avondmaal d.i. het maal met Hem mogen houden.
Men denke hier niet aan wat we thans het Avondmaal noemen, maar aan Luk. 12:37: "Zalig zijn die dienstknechten, welke de heer als hij komt, zal wakende vinden: voorwaar
Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden en zal ze doen aanzitten en bij komende, zal hij hen
dienen." Zie ook vs. 38. Zie verder Mt. 22:2, 3; Luk. 14:15; 22:16-18; Mk. 14:25; Op.
19:9. De overwinnaars van deze gemeente wordt de hoogste belofte gegeven: met Christus,
te mogen zitten in Zijn troon. Dit is Davids troon, Luk. 1:31-33, de troon Zijner
heerlijkheid, Mt. 25:31. Dit wordt vervuld in Op. 20:4: Zij heersen met Christus de 1000
jaar. Deze troon staat niet in de hemel, maar op de aarde.
OP. 2 EN 3 TOEKOMSTIG.
Wie zo een en ander nagaat en de Schrift, waar mogelijk,
letterlijk neemt, zal inzien, dat we hier in een geheel andere sfeer zijn. Hier staan
werken voorop, het gaat over het beworstelen van volmaaktheid in de aardse sfeer. Van
de geestelijke toepassing zwijgen we hier. We ontkennen de mogelijkheid daarvan niet.
De mystieke toenadering tot God in de Wedergeboorte gaat langs verschillende trappen.
Zoo worden er vele groepen gevormd. In Israël en daarbuiten. Op. 2-3 geven ons een
blik in de toekomstige toestanden en omstandigheden van Israëls gemeenten tegen de
dag des Heren. in Op. 12 wordt ons daarvan de inleiding gegeven. Dit hoofdstuk gaat
in het begin naar tijdsorde vooraf aan hfdst. 2 en 3. Het vervolg loopt er mee parallel,
het eind valt er mee samen. Op. 12 is een ander aanzicht' en geeft een ander beeld van
hetzelfde volk Gods.
Home | Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door ©
Levend Water Alle rechten voorbehouden
|