Uit Israëls Profetie
VI. Israëls verwerping en aanneming
4. De Algemene Zendbrieven
VOOR ISRAEL.
We gaan thans eerst over tot een korte bespreking van de Algem.
Zendbrieven. Deze zijn geschreven toen Israël nog stond. Hebreën wekt op om buiten
de legerplaats te gaan en daarmee het Joodse kamp te verlaten, Heb. 13:13. Het is, een
overgangsbrief. De Algemene Zendbrieven wekken daartoe niet op, zij zijn bijzonder
voor de Israëlieten en gelovigen uit Israëls eigen sfeer. Waar uit meer dan één tekst
blijkt, dat de Algem. Brieven betrekking hebben op de eindtijd, dragen ze mede er toe
bij Israëls aanneming te bewijzen. Al is het dan ook zijdelings.
Volgens Gal. 2:9 zouden Jakobus en Cefas (Petrus) en Johannes tot de Besnijdenis
gaan, Paulus en Barnabas tot de Voorhuid. Men zie ook hierom in, dat de Algemene
Zendbrieven onder deze overeenkomst vallen en geschreven zijn voor de Besnijdenis.
Zij zijn inleiding voor De Openbaring. Feitelijk geldt dit ook voor het Evangelie van
Johannes. Een enkel woord hierover.
Het Ev. van Johannes is geschreven om te bewijzen, dat Jezus de Christus, de Zoon
Gods, en opdat men gelovende het leven hebbe in Zijn naam, Joh. 20:31. Dit geldt
bijzonder voor Israël. De tijd komt en is er reeds, dat bij de Jood de zaak aan de orde
komt die in Johannes' Evangelie uitgebeeld wordt. Zo heeft ook dit Ev. een sterke
toekomstige strekking en vormt het mede een inleiding tot Israëls aanneming. Israël
moet eerst Jezus als de Messias erkennen wil het Hem verwachten tot wederoprichting van de in de Profeten voorzegde dingen. Het Ev. van Johannes is de inleiding tot de
Algemene Zendbrieven, waarin van Christus sprake is en Hij geacht wordt erkend te
worden.
DE WEDERKOMST.
Terugkerende tot de beschouwing over de Algemene
Zendbrieven, moet opgemerkt worden, dat zij staan in het teken van de Wederkomst. Het
woord parousia, (komst, aankomst en tegenwoordigheid) komt voor in Jakobus 5:7, 8; 2
Petr. 1:16; 3:4, 12 en 1 Joh. 2:28. De wederkomst-verwachting doorstroomt alle, ook
Judas, die spreekt van het komen van de Here om gericht te houden, vs. 14, 15. Zo
wijzen deze Brieven heen naar de eindtijd en betreffen Israël, wat nader aangewezen zal
worden. De 12 stammen in de Verstrooiïng moeten eerst opgewekt worden om God te
zoeken, gewapend worden tegen de ure der verzoeking die in de eindtijd komen zal,
gehard worden tegen het lijden dat op hen aankomt en waarvan dat in Petrus' dagen
slechts een voorproef was. De verbondsbrekers moeten gewaarschuwd worden voor het
naderende gericht van De Openbaring en de toekomende eeuw en het Koninkrijk der
hemelen moet andermaal gepredikt worden. Zo wordt de wijngaard opnieuw toebereid.
Tekenen en wonderen zullen terugkeren, men zal de openbaring des Heren onder zulke
verschijnselen verwachten, 1 Cor. 1:7, de dag des Heren is dan aanstaande, Elia komt
weder voor de grote en vreselijke dag des Heren komt, de voleinding der eeuw nadert.
In dat licht moet men de Algemene Zendbrieven bezien.
Home | Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door ©
Levend Water Alle rechten voorbehouden
|