Uit Israëls Profetie

VI. Israëls verwerping en aanneming

2. De lange Lo-Ammi tijd

Met Israëls verwerping staat de profetische tijdsklok stil. Gods beloften blijven rusten. Ze slapen als of ze dood waren. Alles schijnt afgesneden. God schijnt aan Zijn volk niet te gedenken. Alles is opgeschort. Ook de wederkomst van Christus. We spreken menselijkerwijs. God heeft alles overzien en wist dat het zo gaan zou. De wederkomst hing (en hangt nog af) van Israëls bekering, Hand. 3:19-21 is daarvoor de sleuteltekst. Jammer dat die sleutel zo verbogen is in onze vertaling. Luthers vertaling is hier beter. De St. V. heeft hierin de Engelse gevolgd. Israël moet zich eerst bekeren opdat Christus kan wederkomen. Zolang het dit niet doet, komt Hij niet weder.

In Jes. 30.18 vinden we dezelfde gedachte:

"En daarom zal de Here wachten, opdat Hij u genadig zij en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme, want de Here is een God des gerichts, welgelukzalig zijn die allen, die Hem verwachten. Want het volk zal in Sion wonen te Jeruzalem; gij zult ganselijk niet wenen, gewisselijk zal Hij u genadig zijn op de stem uws geroeps; zo haast als Hij die horen zal, zal Hij u antwoorden."

Thans wacht de Here, Hij is verhoogd. Hij wacht naar het geroep van Israël.

"Men zal rouwklagen over de borsten, over de gewenste akkers, over de vruchtbare wijnstokken; op het land Mijns volks zal de doorn en de distel opgaan, ja op alle vreugdehuizen in de vrolijk huppelende stad. Want het paleis zal verlaten zijn en het gewoel der stad zal ophouden. Ofel en de wachttorens zullen tot spelonken zijn tot in eeuwigheid (deze eeuw) een vreugde der woudezels, eer. weide der kudde," Jes. 32:13.

Alles wacht op een nieuwe Geestesuitstorting:

"...totdat over, ons uitgestort worde de Geest uit de hoogte; dan zal de woestijn tot een vruchtbaar veld worden en het vruchtbare veld zal als een woud geacht worden," vs. 15.

"En het recht zal in de woestijn wonen en de gerechtigheid zal op het vruchtbare veld verblijven en het werk der gerechtigheid zal vrede zijn en de werking der gerechtigheid zal zijn gerustheid en zekerheid tot in eeuwigheid" (de toekomende eeuw), vs. 17.

"En Mijn volk zal in een woonplaats des vredes wonen en in welverzekerde woningen en in stille geruste plaatsen," vs. 18.



DE DWALING van de "ISMEN".
Tussen die twee tijden, hetgeen eens was in de volheid des tijds en in de periode van Handelingen en hetgeen hier voorzegd wordt, tussen het: Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid (in deze aioon), Mt. 21:19 en het weder teeder worden en uitspruiten van de vijgeboom, Mt. 24:32 ligt de winter van Israëls dood. De vijgeboom is type van Israël als natie. De boom zou verdorren en is verdord, hij zal weder teder worden en uitspruiten. Tot zolang zullen de Heidenen heersen en wordt Jeruzalem door hen vertreden, Luk. 21:24 "Totdat".

Het Adventisme ziet dat niet in, het loochent Israëls herstel. Het Russellisme vat niet, dat Israëls tijdsklok stil staat en meent dat het profetische tijdsberekening kan maken in een Lo-Ammi tijd, Christus zegt, dat de Vader de tijden en gelegenheden in Zijn éigen macht gesteld heeft: Dus zijn ze niet op te lossen met enige profetische jaartallenberekening. Dat deze Lo-Ammitijd alle vroegere verre in lengte overtreft en bovendien nimmer voorzien is, mag ons niet verleiden te menen, enerzijds dat het geen Lo-Ammi-tijd is, anderzijds dat de Ammitijd doorgaat, m. a. w. de tussenbedeling tot Israëls tijd is te rekenen. Beide moeten scheef gaan.

Evenmin als de wijzers gaan als het uurwerk stilstaat, evenmin als een afstandsmeter kilometers bijtelt als het voertuig niet rijdt evenmin gaat de profetische tijdrekening door, nu Israël als volk niet door God wordt aangemerkt. Dit terzijde zetten is door het Rooms-Katholicisme, het Lutheranisme en het Calvinisme aangemerkt als een finaal ter zijde stellen: Deze drie richtingen hebben er geen oog voor, dat het een Lo-Ammi tijd is en menen, dat er heel geen tijd meer is. Ze Geloven dat God voor altijd Zijn volk verstoten heeft en dat zij de voortzetting van Israël zijn. Vierkant tegen de Schrift in. Israël blijft niet voor eeuwig Lo-Ammi. De tijd van het welbehagen zal weder komen. God heeft Zijn volk niet finaal verworpen.

NA 2 DAGEN.
Israël doorleeft thans dus een Lo-Ammi tijd, waarin wel de jaren der wereld hun loop voortzetten, maar de jaren Gods stil staan. Hoe lang dit duren zal, is onbekend. Hos. 6:1-3 zegt er wel iets van, maar geeft geen tijdsberekening: "Komt, laat ons wederkeren tot den Here, want Hij heeft ons verscheurd en Hij zal ons genezen, Hij heeft geslagen en Hij zal ons verbinden: Hij zal ons na twee dagen levend maken en op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen en wij zullen voor Zijn aangezicht leven. Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen om den Here te kennen."

Velen zien hier een aanwijzing, dat Israëls verwerping 2000 jaar zal duren. Zij gronden dit op de tekst, dat één dag bij de Here is als 1000 jaar en 1000 jaar als één dag en op de mening dat het voornemen der eeuwen 7000 jaar zal omvatten: ± 2000 jaar voor de Wet, ± 2000 jaar onder de Wet (van Mozes tot Christus), ± 2000 jaar tot Christus' wederkomst en dan het 1000 jarig rijk. Daarna gaat voor hen dan de eeuwigheid in. Samen 7000 jaar.

Wij kunnen in genen dele deze berekening bijvallen: Het voornemen der eeuwen omvat veel meer tijd. God spreekt van het verbond met Israël tot in duizend geslachten: Dat omvat al 20.000 jaar, als we een geslacht op 20 jaar stellen (ongeveer de leeftijd van het huwbaar zijn). Laat het wat minder zijn, zeg 16, dan nog komen we tot 16.000 jaar. En dan nog omvatten deze jaren nog niet het geboete voornemen der eeuwen. Wij zijn geen voorstanders van de leer, die meent, dat we 7 grote dagen hebben, waarvan de 1000 jaar van Op. 20 de 7e dag, de sabbat, vormt. Gods voornemen is veel breder.

Hoe nu met de 2 dagen van Hos: 6. Dat die 2 dagen de tegenwoordige tussenbedeling omspant, is mogelijk. Men behoeft dat evenwel nog niet zoo te verklaren het kan ook anders. De tijd van de bedeling der verborgenheid kan ook geheel uitgeschakeld worden. Die dagen zijn dan geen 2000 jaar, maar twee bedelingen. De ene "dag",loopt dan in de Pinkstertijd, dus van Hand. 2-28, de andere is toekomstig, hij is het begin van de dag des Heren, de tijd van het weer aanknopen van Israëls lijn, de tijd waarin Israël zich tot God gaat keren voor Christus nog weder gekomen is. Dan zouden die "dagen" elk ongeveer 40 jaar kunnen duren. De eerste hééft zolang geduurd (29 na Chr., Chr. kruisigingsjaar, tot 69 na Chr., de komst van de Romeinen) de ander kàn zo lang duren, de tijd van de uitwerking van de zegelen, bazuinen en schalen van De Openb., een nieuwe tijd van bezoeking van Israël. Zo valt de tegenwoordige bedeling geheel buiten de visie van de profeet: Ze was verborgen in God, Ef. 3:9, de eeuwen en geslachten door, Col. 1:26. Dan bedoelt Hosea de dag der eerstelingen en de dag van de volle oogst. De Lo-Ammi tijd van 19 eeuwen valt er dan buiten en telt niet mee in deze 2 dagen, omdat Israël niet als volk aangemerkt wordt.





Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden