IV. Het Boek Daniël h. SAMENVATTING VAN DANIEL Een korte samenvatting. Velen vinden Daniël een moeilijk boek. En een van de gemakkelijkste is het zeker niet. Toch is het niet zo duister als men meent. Vooral niet voor ons die leven in deze dagen waarin de lijnen zich naar het einde gaan ombuigen. En nog minder voor hen die inzicht kregen in de bedeling van de verborgenheid.
Voor ons staat de zaak zo:
Dan. 2
Het vijfde rijk bestaat uit ijzer en leem, het ijzer is het nationale element, het leem
het internationale Jodendom. Waar dit een gedeeld koninkrijk is, kan het niet bestaan,
het valt uiteen. Het gevolg is een wereldchaos, de zee van Dan. 7:2.
Dan. 7
Dan. 8, 9
Het vroegere Babel, het Babylon van De Openbaring, zal in die tijd een grote rol
spelen. Reeds thans is het ommeland Irak als zelfstandige staat in opkomst. Babel is de
grote Hoer, die ekonomisch (staathuishoudkundig) het monsterrijk met zijn 7 hoofden
en 10 hoornen beheerst. Het is de stad van het afvallige Jodendom, dat in die tijd de
wereld door zijn geldmacht zal knechten. Totdat Babel verbrand wordt.
Dan. 11, 12
De tussenbedeling
Het Boek Daniël is niet moeilijk omdat God de zaken moeilijk voorstelt, maar
omdat de lijnen van de wereldhistorie zo ingewikkeld zijn. Naarmate de dingen zich
vervullen of gaan vervullen, komt de aftekening beter uit. De vervulling en de
vooravond er van geven nader licht en inzicht. Dat licht komt mede voor hem die het
Woord in juiste delen verdeelt, "recht snijdt" en aan Israël laat wat voor Israël is, n.l.
de 0.T. profetie. Hem die de bedeling der verborgenheid ziet, is het mede gegeven in
hoofdlijn nu reeds Daniël te overzien. Al de Schrift is hem nuttig. Ook dit Boek.
1. DE GEZICHTEN VAN DANIEL (hfdst. 7-12) Overzicht
Al de gezichten van Daniël, beschreven in hfdst. 7-12 vallen tijdrekenkundig samen
en betreffen "de tijd van het einde". We geven hier een tabel ontleend aan de
Companion Bible en door ons aangevuld met De Openb., waarin alles wordt
samengevat.
2. DE TIJDEN EN DAGEN VAN DAN. 7-12
Er worden in Dan. 7-12 vijf bizondere tijden en dagen vermeld, n.l. 7:25; 8:14; 12:7, 11, 12. Zij zijn alle te bepalen in verband met de 70ste jaarweek. Daar deze toekomstig is, zijn het die tijden en dagen ook. Uit de Comp. Bible ontlenen we weer de volgende tekst.
De 30 dagen van Dan. 12:11, mogelijk de Veadar, d.i. ingeschoven maand, dienen mogelijk tot het bijeenvergaderen tot de slag van Armageddon. Op de 1260ste dag komt de Here dan op de Olijfberg, de Antichristus vergrimt zich tegen Hem en vergadert alle volken tot de krijg van de grote dag des almachtigen Gods, Op. 16:14. Dan blijven er nog 45 dagen over. Daarin trekt de Here mogelijk het land door van Armageddon tot Bosra voorttrekkend in grote kracht om de pers te treden, de persbak van de wijn des toorns en der gramschap des almachtigen Gods, Jes. 63:1-6; Op. 19:15. De volken worden nu vertreden in Zijn toorn, hun kracht daalt ter aarde neder. Dat geschiedt over een afstand van 1600 stadiën (± 300 K. M.), Op. 14:20. Daarna trekt de Here naar Jeruzalem op om Zijn intocht te houden als Davids Zoon en Heer, Mt. 23:39. Welgelukzalig is hij, die verwacht en raakt tot 1335 dagen. Dan is de boze aioon ten einde en vangt Christus' regering in Jeruzalem aan. Dan zit Hij op de troon Zijner heerlijkheid, Mt. 25:31. In de laatste dier dagen of op de laatste dag, heeft de opstanding van Israëls gelovigen plaats, Joh. 11:24.
3. DE 70 JAARWEKEN
Waar onze jaartelling 4 jaar ten achter is en we dus thans vier jaar méér schrijven dan door het tegenwoordig jaartal aangegeven wordt, valt Christus' kruisiging 4 jaar eerder dan aan gegeven wordt, dus in het jaar 29 na Zijn aangenomen geboortejaar. Dat de jaartelling in de war kon komen, is niet te verwonderen. Eerst in de 6e eeuw heeft een geleerde monnik Dionysius Exiguus trachten uit te rekenen, in welk jaar de Here Jezus geboren is. Hij vond toen dat dit 754 jaar na de stichting van Rome was. Dit jaar werd toen aangenomen als het geboortejaar van Christus. Later bleek, dat Dionysius zich 4 jaar vergist heeft. In het jaar 754 na Rome's stichting was Herodes reeds gestorven en kon hij Christus niet meer willen doden. Daarom moet de geboorte eerder plaats gehad hebben en wel ongeveer 4 jaar. In 749 leefde Herodes nog. We kunnen hier niet nader bewijzen, dat Christus juist 4000 jaar na Adams schepping geboren werd, doch geven dat getal alleen op. In Dl. II De Tijden der Eeuwen kan men de Schriftchronologie vinden. We nemen aan, dat de Here ruim 3 jaar Israëls bedienaar geweest is en dus ± 33 jaar in het vlees geleefd heeft. Hij is echter niet in het jaar 33, maar in het jaar 29 gekruisigd. De 69 jaarweken eindigen dus daar, in 29 n. Chr. 69 weken zijn 483 jaar, hiervan gaan af 29 jaar voor onze jaartelling, blijft dus 483- 29=454 voor de jaren vóór Christus' geboorte. In 454 was dus het 20 jaar van Artaxerxes. Van 454-405 duren dus de eerste 7 jaarweken, van 405 voor tot 29 na Chr. de 62 weken. Na die 62 weken is Messias uitgeroeid en is het volk gekomen om de stad en het heiligdom te verderven. Nu rest dus nog een week. Deze moet nog intreden. De zaak staat aldus:
4. DE KAARTJES
De kaartjes trachten enige indruk te geven van de vroegere rijken. Bij N° I houde men in het oog, dat Perzië; na de verovering van het Babylonische rijk ook aan zich trok wat dat rijk bezat. Bij N° II ontbreekt de oostelijke helft, die ongeveer zo groot was als de westelijke, maar wegens plaatsruimte weg moest gelaten worden. We wilden er vooral de aandacht op vestigen, dat het ene rijk het (de) vorige veroverde. Zie verder een historische atlas.
Uit N° IV blijkt dat, zullen de oude rijken weer opkomen; het Rom. Rijk nimmer in zijn oude vorm hersteld kan worden. Men komt daar alleen toe door het vierde rijk van Dan. 7 te verwarren met het vierde van Dan. 2. Overigens zie men de gegeven uiteenzetting.
|