| Inhoudsopgave |

Het Onderwijs van de Apostel Paulus


INLEIDING


Naar een logische volgorde gerekend, bekleedt deze studie de vierde plaats in een reeks van vijf werken, namelijk:
  1. De Wetenschap, de Rede en het Geloof.
  2. De Goddelijke Openbaring.
  3. Het Goddelijk Voornemen.
  4. Het Onderwijs van de Apostel Paulus.
  5. De Weg der Behoudenis.

De eerste studie heeft tot hoofddoel aan te tonen dat de hedendaagse wetenschap en de rede, de mens van goede wil kunnen leiden tot geloof in het bestaan van een Schepper. In die studie hebben we de nadruk gelegd op het grote belang der "wetenschappelijke" methode van onderzoek. Alleen deze methode laat toe tot een synthese te komen, die alles samenvat wat we kunnen kennen. Het is deze methode die aan de natuurwetenschap heeft toegelaten zich op verbazende wijze te ontwikkelen. We hebben gezien dat deze methode als basis heeft: geloof in de eenheid van het onderzochte, liefde tot de volle waarheid en nederigheid.

Zij die deze methode toepassen, gaan als volgt te werk:

  1. Ze geloven in het bestaan van een rationele en begrijpelijke eenheid.

  2. Ze onderzoeken de delen dier eenheid, zonder zich te laten beïnvloeden door vooropgezette meningen. Ze nemen dus eenvoudig de feiten waar, zonder te verwerpen wat ongerijmd schijnt, zonder zich te laten tegenhouden door schijnbare tegenstellingen of onmogelijkheden, en worden steeds gedrongen door liefde tot de volle waarheid, bereid zijnde eigen meningen op te offeren.

  3. Ze beproeven een synthese te vormen van al de gegevens, en deze kan op haar beurt de delen beter toelichten en doen begrijpen.

Als men deze methode in het algemeen toepast op de zichtbare dingen, kan men tot een logische wereldbeschouwing komen, die ook inhoudt: geloof in een Schepper. Doch daarbij wordt de onderzoeker ertoe geleid te veronderstellen dat die onbekende God zich geopenbaard moet hebben op een meer bijzondere wijze.

De tweede studie onderzoekt waar we die openbaring kunnen vinden, en meer in het bijzonder, waarom we kunnen geloven dat de Bijbel die openbaring in menselijke woorden uitdrukt. We hebben ook gewezen op de grondfout der moderne kritiek, die een wetenschappelijke methode meent toe te passen als ze als volgt te werk gaat: zonder voorafgaand geloof, onderneemt ze de studie van een twijfelachtig boek, dat ze op gelijke lijn stelt met andere menselijke documenten, ofwel in het beste geval aanziet als een reeks menselijke getuigenissen die op min of meer juiste wijze de geopenbaarde waarheid uitdrukken. Ze hoopt op deze wijze tot een zeker geloof te komen.

Nu blijkt echter, dat deze methode juist de tegenovergestelde is van de eigenlijke wetenschappelijke, die we hierboven toegelicht hebben. Wil men deze laatste toepassen, dan moet men vóór alles geloven in de eenheid en absolute waarheid der Schrift. Geleid door geloof en liefde tot de waarheid (wat in dit geval een inwerking Gods veronderstelt) onderneemt men dan de studie van de Schrift, deze als enige norm aannemende, dus met terzijde stelling van enige filosofische, wetenschappelijke of kerkelijke norm. Men legt de Schrift uit met de Schrift.

Maar in welke mate mogen we de Schrift letterlijk opvatten? De wetenschappelijke methode voert ertoe alles zo letterlijk mogelijk te verstaan en alleen te besluiten tot beeldspraak of subjectieve uitdrukkingen als de Schrift zelf ons daarvoor een aanduiding geeft.

In ons tweede boek komen we dus tot het besluit dat de Schrift werkelijk een eenheid vormt, die bestaat uit een reeks getuigenissen uitgedrukt in mensentaal doch zonder vergissing, en die in alle nodige bijzonderheden weergeeft wat God geopenbaard heeft aan de profeten, dat zijn mensen die God in zodanige toestand geplaatst heeft dat ze Zijn Woord konden ontvangen en het ons op nauwkeurige wijze konden doorgeven. God is dus de hoofdredacteur en die profeten de "secundaire" schrijvers. En die Schrift moet zo letterlijk mogelijk uitgelegd worden.

Als men zover gekomen is, gaat men de inhoud van de Bijbel bestuderen en wil men in de eerste plaats een algemene gedachte hebben van de geschiedenis des heils, van de verwezenlijking van Gods Voornemen. Dit is het onderwerp van onze derde studie. Wederom is het de wetenschappelijke methode die ons toelaat dit voornemen in zijn voornaamste trekken te schetsen.

Die geschiedenis blijkt vijf tijdperken, of beter, "aionen" te omvatten. De eerste aioon begint bij de schepping van het heelal en eindigt bij de nederwerping of verwoesting van een deel der oorspronkelijke schepping, als gevolg van de opstand van machtige geestelijke wezens, die hoogmoedig zijn geworden.

De tweede aioon begint met de schepping van een kosmos uit de chaos der verwoesting. Adam wordt dan geschapen om het Koninkrijk Gods te verwezenlijken op de aarde, die nog aan boze machten onderworpen is. Doch zijn val heeft tot gevolg dat zijn nakomelingen ook aan de zonde onderworpen zijn en de algemene boosheid der mensen maakt de reinigende invloed van de Zondvloed noodzakelijk.

Dan begint de tegenwoordige aioon. Als het zondige adamietische ras zich gestabiliseerd heeft, bewerkt God een reeks uitverkiezingen, die vanaf Abraham voeren tot Mozes en het volk Israël. Dit volk moet nu Gods middelaar zijn om het Koninkrijk op aarde te verwezenlijken. Doch als de Koning, Gods Zoon die Zich van Zijn heerlijkheid ontledigt, als mens op aarde komt, wordt Hij door Israël niet erkend. Hij vernedert zich dan tot de dood des kruises, ten bate van alle mensen. Doch door de opstanding en de hemelvaart verhoogt God Hem uitermate, boven alle schepselen. Dit zijn de centrale gebeurtenissen in de geschiedenis. Ondanks de vergeving hunner misdaad, blijft Israël gedurende de tijd der Handelingen volharden in het verwerpen van Christus en wordt omstreeks het jaar 70 tijdelijk verworpen.

De tegenwoordige periode, gedurende dewelke Israël niet meer Gods bijzonder volk is, wordt gekenmerkt door de hoogste openbaring door Paulus ontvangen, die van de Gemeente der Verborgenheid. God "administreert" d.i. beheert nu de wereld op een geheel andere wijze dan voorheen. Het is bij uitnemendheid de bedéling der genade en des geloofs. Nu zijn er geen indrukwekkende manifestaties van Gods macht. God zwijgt, omdat Hij alles gezegd en volbracht heeft. De weg der behoudenis is nu volledig geopenbaard en geopend. Israëls herstel, de komst van Christus in heerlijkheid, de opstanding der gelovigen en de binding der boze machten, scheiden de tegenwoordige boze aioon af van de toekomende.

Met de vierde aioon begint het Koninkrijk op aarde, waar Israël als heilig (afgezonderd) volk, als koninklijk priesterdom, als de Gemeente van het Nieuwe Verbond, het doel zijner uitverkiezing uitwerkt en een groot deel van het mensdom tot de wedergeboorte voert. Gedurende die aioon bevinden zich de gelovigen die door opstanding (of verandering), een heerlijk lichaam gekregen hebben, in de hemelse (of overhemelse) sfeer, in het hemelse (of overhemelse) Koninkrijk. Doch ze kunnen ook op aarde werkzaam zijn.

Al zijn de levenstoestanden veel beter dan in onze aioon, ten gevolge van de onderdrukking van het kwaad, toch is de zonde niet te niet gedaan op aarde. De vierde aioon eindigt met de volkomen vernietiging of onderwerping der boze machten, het verdwijnen van de zonde en dus ook van de dood, om te voeren tot de nieuwe hemel en aarde. Hier zal alles beheerst worden door de Geest en de aarde zal niet meer het fysische karakter dragen waaraan wij nu gewend zijn.

De volkomen vereenzelviging met God, het einddoel van Gods voornemen, wordt bereikt na de vijfde aioon.

Twee feiten van het grootste belang voor het goed begrijpen van Gods Woord, zijn de volgende:

  1. Het feit dat Israël een heilig volk, een koninklijk priesterdom zal zijn, uitverkoren om de wedergeboorte der aarde te bewerken. Dat het dus na de tegenwoordige verwerping zal hersteld worden als volk en in de toekomende aioon zijn taak van Gemeente van het Nieuwe Verbond zal vervullen. De gelovigen uit de volken zullen dan de tweede plaats innemen op aarde.

  2. Het feit dat gedurende de tegenwoordige periode, waar Israël niet Gods volk is en die alzo een onderbreking vormt in de "normale" verwezenlijking van Gods voornemen, God de wereld op een geheel andere wijze bestuurt. De bijzondere taak van Israël, de wereld tot de wedergeboorte te brengen, is nu niet overgenomen door een Gemeente die uit niet-Joden samengesteld is. Die gelovigen kunnen samenwerken en zich inspannen Gods Woord te verkondigen aan ieder mens, want de weg der behoudenis blijft open, de geestelijke dingen in de loop der tijden geopenbaard blijven van kracht, doch die christenen vormen geen Gemeente, die Israël vervangt.

Behalve de aanduidingen der Schrift zelf, bevestigt de verdeeldheid van het christendom dat men een fundamentele fout heeft begaan. De kerken, die de plaats van Israël menen te bekleden, steunen dan ook op de gegevens van de tijd der Handelingen voor hun organisatie en dogmatiek. Ze houden niet genoeg rekening met de bijzondere openbaringen die Paulus ontving en houden vast aan onschriftuurlijke tradities.

Niet alleen stuit men overal op moeilijkheden voor wat betreft de organisatie en het ritueel - omdat men daarvoor geen nauwkeurige inlichtingen heeft ontvangen - doch de dogmatiek staat voor een massa onoplosbare problemen, omdat men de trappen in de weg der behoudenis, de drie sferen van zegening, niet onderscheidt. Zoals we in dit werk zullen uiteenzetten, moet men onderscheid maken tussen:

  • de wedergeboorte (die in verband staat met de aarde) waarvan de 12 Apostelen spreken

  • de rechtvaardiging en verzoening (die verband houdt met de hemelse sfeer) en

  • de volmaaktheid in Christus.

Deze beide laatsten kennen we alleen door Paulus. Zij, die Paulus willen volgen, kunnen reeds nu in de geest en door Gods genade, die volledige weg doorlopen. Het hoofdonderwerp van dit boek is nader te onderzoeken (al is het nog op zeer beknopte wijze) wat Paulus ons in het bijzonder wil leren, en aan te tonen dat er geen tegenstrijdigheden, of zelfs geen spanning, bestaat tussen zijn boodschappen en die der Twaalf. Deze laatsten gaan niet verder dan de wedergeboorte. Paulus heeft Gods openbaring volledigd.

Met het onderscheid der bedelingen en der geestelijke "posities", verdwijnen vanzelf de problemen en moeilijkheden die steeds tot twist en scheiding aanleiding gegeven hebben. Doch we beweren niet de volle waarheid uit te drukken. Met onze menselijke kennis kunnen we alleen op gebrekkige wijze Gods Woord omvatten en trachten weer te geven. Doch de "Schrift-wetenschap" zou steeds kunnen verbeterd worden door de samenwerking van alle christenen, die de Waarheid werkelijk liefhebben, als ze bereid zouden zijn alle onschriftuurlijke opvattingen los te laten.

In ons vijfde werk, steunende op de verkregen resultaten, onderzoeken we meer uitvoerig de weg der behoudenis. Zonder een goed algemeen overzicht van het Goddelijk voornemen en de drie sferen van zegening, kunnen we ook geen schriftuurlijke basis hebben voor al onze gedachten en daden. Als we echter de drie trappen in de weg der behoudenis goed onderscheiden, zullen we beter in staat zijn op elk ogenblik te weten welke boodschap tot ons gericht is; zullen we beter het Woord begrijpen dat God persoonlijk tot ons spreekt en volle waarde hechten aan al de manifestaties van Gods genade. Ons leven in Christus kan dan ten volle God verheerlijken.


Waarschuwing.

We vestigen in het bijzonder de aandacht van de lezer op het feit dat we de gehele Schrift aanvaarden als "nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing in de gerechtigheid". Alleen menen we dat de Schrift zelf bewijst dat meerdere delen van het N.T. meer rechtstreeks Israël betreffen, namelijk daar waar het gaat over de roeping van dit volk en de organisatie van zijn Gemeente met haar ritueel. Het blijkt ook uit de Schrift dat al de uitwendige dingen, zoals de zichtbare uitwerking van geestelijke gaven die passen in de tijd waar het Koninkrijk op aarde nabij is, nu niet meer moeten gezocht worden.

De persoonlijke, geestelijke weg der behoudenis geldt echter in alle tijden en voor alle mensen. Wat er dus in O.T. en N.T. in dit verband gezegd wordt, is tot alle mensen gericht. Doch die weg omvat drie trappen. Wat van de hogere gezegd wordt, is natuurlijk (nog) niet gericht tot hen die in de lagere staan, en de boodschap voor de lagere is niet (meer) gericht tot hen die verder gevorderd zijn. We willen dus het geschreven Woord "recht snijden", doch niets verwerpen en alles beter tot zijn recht laten komen.




| Inhoudsopgave |



Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden