De Twee Babylons
Alexander Hislop
Appendix M
Het zich ontdoen van kleding
door de ingewijden in de Mystiek
De passage uit Proclus, zoals hierboven gegeven, wordt door een aantal vertalers verschillend weergegeven. Zoals ik deze heb vertaald, komt deze ongeveer overeen met de vertaling van Taylor. Taylor neemt afstand van de editie van Hamberg uit 1618 met betrekking tot het woord dat vertaald is met "ontdaan van hun kledingstukken". Deze vertaler geeft het woord gymnitas, zoals dat er in het origineel staat, weer met "velites" ofwel "licht bewapende soldaten". Maar na zorgvuldige bestudering van de passage zal ingezien worden dat Taylors versie met betrekking tot de betekenis en de toepassing van dit woord zeer nauwkeurig is, en dat het geheel conform de feiten is om het weer te geven met "licht bewapende soldaten". In DONNEGAN, Greek Lexicon is gymnitès synoniem aan gymnès, hetgeen primair de betekenis heeft van naakt. In LIDDELL en SCOTT, Lexicon wordt gymnitès niet weergegeven, maar gymnètès, en daar wordt gezegd dat gymnètès een zelfstandig naamwoord is en de betekenis heeft van licht bewapende soldaten, maar als het een bijvoeglijk naamwoord is, het naakt betekent. Nu toont de context aan dat gymnitas of gymnètas gezien moet worden als een bijvoeglijk naamwoord. Verder maakt de gehele context duidelijk dat het hier de betekenis moet hebben van "uitgekleed" of "ontdaan van kledingstukken". De zin zelf geeft een vergelijking weer. Ik zal de woorden van de vergelijking in het latijn weergeven: "Et quemadmodum ... (en dan komen de woorden die ik in te tekst reeds heb aangehaald) eodem modo puto et im ipsa rerum universarum contemplatione rem se hebere." In de voorgaande zin wordt gezegd dat de ziel of persoon die zich naar behoren overgeeft aan overdenking van het universum en God, als volgt moet handelen: "Contrahens se totam in sui ipsius unionem, et in ipsum centrum universae vitae, et multitudinem et varietadem omnigenarum in ea comprehensarum facultatem AMOVENS, in ipsam summam ipsorum Entium speculam ascendit." Vervolgens wordt in de volgende zin dezelfde gedachte weergegeven, dat alles verwijderd moet worden wat de volmaakte eenheid van de ziel in de weg kan staan: "et omnibus OMISSIS atque NEGLECTIS," etc.. De gedachte hier is, dat zoals de ingewijde naakt moest zijn om tot volledige inwijding te kunnen komen, zo ook de ziel zich van alles moest ontdoen wat het zou kunnen hinderen in het opgaan in de meditatie der dingen zoals zij werkelijk zijn.
Slechts één aspect moet nog worden genoemd, en dat is het feit dat er twijfel kan ontstaan met betrekking tot de tussengevoegde woorden "zoals zij zouden zeggen". of deze wel in het origineel voorkomen, en zij, zoals weergegeven in de vertaling van Taylor, wijzen op de voorgaande woorden of op die daarna komen. Zoals Taylor het weergeeft in zijn vertaling zouden de woorden als volgt zijn: "Ontdaan van kledingstukken, zoals zij zouden zeggen, deelnemen aan de goddelijke natuur." Het is hier niet duidelijk op welk deel van de zin deze woorden betrekking hebben. Dit kan echter worden opgemaakt uit de usus loquendi. Nu is de usus loquendi in Proclus zeer duidelijk door te zeggen dat zij betrekking hebben op hetgeen volgt. Zo vinden wij in boek I, h.3, p.6, het volgende: tèn akrotèka tou nou, kai (hoos fasi) to authos, "Het hoogtepunt van de ziel, en (zoals zij zeggen) de bloem", en nogmaals (idem, h.7, p.16) kai pantes (hoos eipein) tès eutheos sofias meteilèfasi, "en allen hebben (zogezegd) deel gehad aan de geïnspireerde wijsheid." Met deze passages wordt Proclus duidelijk, en terwijl ik mij heb gehouden aan de woorden van Taylors vertaling, heb ik in de laatste bijzin wat verschoven, om zo beter de ware bedoeling van de oorspronkelijke auteur tot uiting te brengen.
|