De Twee Babylons

Alexander Hislop


Hoofdstuk II
Voorwerpen van Aanbidding

Deel II
Het origineel van het kind

Onderafdeling IV
De dood van het kind



De Schrift vertelt ons niet hoe Nimrod stierf. Er bestond echter een oude overlevering die ons meedeelt dat hij een gewelddadig einde kende. De omstandigheden van zijn dood echter, voor zover de oudheid ze onthult, zijn omgeven door legenden. Men vertelt dat de stormen die God losliet de toren van Babel omverwierpen en dat Nimrod onder het puin om het leven kwam. (176) Dit kan echter niet waar zijn aangezien we afdoende bewijzen hebben dat de toren van Babel nog lange tijd na Nimrod overeind bleef. Met betrekking tot Ninus' dood spreekt de oudheid ook duistere en mysterieuze taal, alhoewel een verslag ons vertelt dat hij een gewelddadige dood stierf die gelijkenis vertoonde met deze van Pentheus, (177) Lycurgus (178) en Orpheus, (179) van wie werd beweerd dat zij in stukken getrokken werden. (180) Aangezien de identiteit van Nimrod en de Egyptische Osiris vaststaat, werpt de dood van Osiris licht op de dood van Nimrod. Osiris stierf een gewelddadige dood en de gewelddadige dood van Osiris werd het centrale thema van de gehele afgoderij in Egypte.

Indien Osiris Nimrod was, zoals we hebben gezien, dan was die gewelddadige dood die de Egyptenaren zo aandoenlijk in hun jaarlijkse feesten betreurden slechts de dood van Nimrod. De verslagen in verband met de dood van de god die in verscheidene mysteries in verschillende landen werd aanbeden wijzen alle in dezelfde richting. Een aanhaling van Plato schijnt aan te tonen dat in zijn dagen de Egyptische Osiris als identiek werd beschouwd met Tammuz; (181) en van Tammuz is goed bekend dat hij dezelfde was als Adonis, (182) de vermaarde jager voor wiens dood, volgens de legende, Venus bitter weende. Zoals de vrouwen van Egypte weenden over Osiris, zoals de Fenicische en Assyrische vrouwen weenden over Tammuz, zo weenden in Griekenland en Rome de vrouwen over Bacchus wiens naam, zoals we hebben gezien, de "beweende" of de "betreurde" betekent. En nu, in verband met de Bacchanalische weeklachten zal de belangrijkheid van de verhouding die tot stand kwam tussen Nebros "het gevlekte hert" en Nebrod "de machtige jager", naar voren treden.

Nebros of het "gevlekte hert" was het symbool van Bacchus, Nebrod of Nimrod zelf voorstellend. Welnu, bij bepaalde gelegenheden bij de mystieke vieringen werd de Nebros of het "gevlekte hert" in stukken getrokken, en dit, zoals we van Photius leren, uitdrukkelijk als een herdenking aan hetgeen er met Bacchus (183) gebeurde, van wie het hert een representatief was. Het in stukken trekken van Nebros "de gevlekte", bevestigt de conclusie dat de dood van Bacchus evenals de dood van Osiris, de dood van Nebrod voorstelde die onder de naam van "de Gevlekte" door de Babyloniërs werd aanbeden. Alhoewel we geen verslag terugvinden over mysteries die in Griekenland ter ere van Orion werden gehouden, de reus en machtige jager bezongen door Homerus onder die naam, werd hij toch symbolisch voorgesteld als gestorven zijnde op een gelijke wijze als Osiris, waarna hij werd overgebracht naar de hemel. (184) In de Perzische verslagen wordt ons uitdrukkelijk verzekerd dat Nimrod na zijn dood werd vergoddelijkt onder de naam Orion, en dat hij bij de sterren werd geplaatst. (185) Hier hebben we dan overvloedige en overeenstemmende bewijzen die ons alle tot dezelfde conclusie leiden, namelijk dat Nimrod, aanbeden als het kind in de armen van de godin-moeder van Babylon, een gewelddadige dood stierf.

Wanneer nu deze machtige held midden in zijn roemrijke carrière door een brutale dood werd afgesneden, dan schijnt de schok die door deze catastrofe werd teweeggebracht, groot te zijn geweest. Toen het nieuws zich verspreidde ervoeren de liefhebbers van het plezier dit als de grootste weldoener van de mensheid kwam te sterven, en de vrolijkheid van de natiën verdween. Luid waren de weeklachten die overal ten hemel opstegen onder de afvalligen van het oorspronkelijke geloof, voor zo'n gruwelijke ramp. Het was toen dat het bewenen van Tammuz begon, waaraan zelfs de dochters van Israël zich schuldig maakten en waarvan men de sporen niet alleen terugvindt in de annalen van de klassieke oudheid maar tevens in de literatuur van de ganse aarde van Ultima Thule tot Japan.

De Rev. W. Gillespie zegt over de invloed van dit wenen in China: "Het feest van de draak-boot wordt gevierd op midzomer en het is een tijd van grote opwinding. Ongeveer 2000 jaar geleden leefde er een jonge Chinese mandarijn, Wat.yune, die zeer gerespecteerd en geliefd was bij het volk. Tot aller verdriet verdronk hij plotseling in de rivier. Verschillende boten voeren onmiddellijk uit om hem te zoeken maar zijn lichaam werd nooit weer gevonden. Vanaf die tijd, op dezelfde dag van de maand, trekt de draak-boot uit om hem te zoeken." De schrijver voegt eraan toe:

"Het is iets zoals het bewenen van Adonis of het weeklagen over Tammuz waarvan de Schrift melding maakt." (186)

Aangezien de grote god Buddh in China algemeen wordt voorgesteld als een neger, mag dit bijdragen tot de identificatie van de geliefde mandarijn wiens verlies jaarlijks wordt beweend. Het religieuze systeem van Japan komt in grote trekken overeen met dat van China. In IJsland en in Scandinavië kende men gelijksoortige weeklachten over het verlies van de god Balder. Zoals werd opgetekend in het boek van het lot, werd Balder door het verraad van de god Loki, de geest van het kwade, "ter dood gebracht, alhoewel het rijk der hemelen van zijn leven afhankelijk was." Zijn vader Odin "had het vreselijke geheim uit het boek van het lot geleerd door een van de Volar van het helse verblijf aan te roepen. Al de goden beefden bij het nieuws omtrent deze gebeurtenis. Bijgevolg liet Frigga (de vrouw van Odin) alle wezens, bezielde en onbezielde, onder ede beloven Balder niet te vernietigen of de wapens tegen hem op te heffen. Vuur, water, rotsen en planten werden door deze plechtige verplichting gebonden. Slechts één plant werd over 't hoofd gezien: de maretak. Loki ontdekte deze nalatigheid en maakte van die verachtelijke plant het fatale wapen. Onder de krijgshaftige tijdverdrijven van Walhalla (de vergadering der goden), was er één die erin bestond werptuigen naar de onkwetsbare godheid te gooien, die het prettig vond zijn bekoorlijke borst voor hun wapens aan te bieden. Tijdens een dergelijk toernooi stopte de kwade geest een maretak in de hand van de blinde Hod en zijn doel bereikend, ging de gevreesde voorspelling in vervulling door een onvrijwillige broedermoord. (187) De toeschouwers werden met sprakeloosheid geslagen; en het ongeluk was des te groter daar niemand, uit respect voor de heiligheid van de plaats, durfde wraak te nemen. Met geween en geweeklaag droegen zij het levenloze lichaam naar de kust en legden het op een schip als op een dodenstapel, samen met dat van Nanna zijn geliefde bruid, die stierf aan een gebroken hart. Zijn paard en zijn wapens werden terzelfder tijd verbrand, zoals gebruikelijk was bij de uitvaart van de oude helden van het noorden." Dan werd zijn moeder Frigga overmand door smarten. Dr. Crichton zegt:

"Ontroostbaar door het verlies van haar mooie zoon, zond zij Hermod (de snelle) naar het verblijf van Hela (de godin van de hel of van de helse verblijven), om een losprijs voor zijn bevrijding aan te bieden. De sombere godin beloofde dat hij zou terugkeren op voorwaarde dat alles op aarde hem zou bewenen. Dan werden boodschappers over de ganse aarde uitgezonden ten einde na te gaan of het bevel werd opgevolgd, en het gevolg van de algemene bezorgdheid was dat er "precies een universele dooi kwam". (188)

Er bestaan aanzienlijke variaties van het origineel van deze twee legenden; maar fundamenteel is de betekenis van de verhalen dezelfde, hetgeen aangeeft dat zij alle vanuit één bron ontspringen.

Voetnoten

[176] BRYANT, deel IV, pp.61, 62.

[177] Hyginus, Fab.184, p.138

[178] IBID. Fab. 132, p.109. Lycurgus, die over het algemeen wordt afgeschilderd als de vijand van Bacchus, werd door de Traciërs en de Phrygiërs gelijkwaardig geacht aan Bacchus, die in stukken werd gereten, zoals algemeen bekend is. Zie STRABO, boek X, p.453.

[179] APOLLODORUS, Bibliotheca, boek I, h.3 en 7, p.17.

[180] LUDOVICUS VIVES, Commentary on Augustine, boek VI, h.IX, noot p.239. Ninus, waarvan Vivus melding maakt, wordt genoemd als "Koning van India". Het woord "India" in de klassieke geschriften, betekent over het algemeen hoewel ook weer niet altijd, Ethiopië, ofwel het land van Kush. Zo wordt de Choaspes in het land van de Oosterse Kushieten ook wel de "Indiase Rivier" genoemd (DIONYSIUS AFER., Piergesis, v.1073-4, p.32), terwijl van de Nijl door Virgilius wordt gezegd dat deze afkomstig is van de "gekleurde Indianen" (Georg., deel IV, v.293, p.230), ofwel afkomstig van de Kushieten of Ethiopiërs van Afrika. Ook Osiris wordt door Diodurus Siculus (Bibliotheca, deel I, p.16) "een Indiaan van Afkomst" genoemd. Er kan daarom geen twijfel over bestaan dat "Ninus, koning van India" dezelfde is als de Kushiet of de Ethiopische Ninus.

[181] Zie WILKINSON, Egyptians, deel V, p.3. De bewering van Plato komt hierop neer dat de fameuze Thoth de raadgever was van Thamus, de koning van Egypte. Nu is Thoth algemeen bekend als de "raadsheer" van Osiris (WILKINSON, deel V, h.XIII, p.10). Daarom mag geconcludeerd worden dat Thamus en Osiris dezelfde zIJn.

[182] KITTO, Illustrated Commentary, deel IV, p.141.

[183] Photius citeert onder "Nebridzion" Demosthenes, die zei dat "gevlekte jonge herten (of reekalven) om de een of andere mystieke reden in stukken werden gereten" en hij vertelt ons zelf dat "het in stukken scheuren van de reekalven (of gevlekte jonge herten) een symbool was voor het lijden van Dionysius" ofwel Bacchus (PHOTIUS, Lexicon, deel I, p.291).

[184] Zie Ovidus Fasti, boek V, regels 540-544. Ovidus schildert Orion af als opgeblazen van trots door zijn grote kracht; hij zou zich erop beroemen dat geen enkel ander schepsel op aarde het tegen hem op kon nemen, waarop een schorpioen verscheen "en", zo zegt de dichter, "hij werd aan de sterren toegevoegd." De naam voor een schorpioen is in het Chaldees "Akrab", maar Ak-rab, betekent op deze wijze opgesplitst "De grote Verdrukker", en dit is de verborgen betekenis van de Schorpioen, zoals deze is afgebeeld in de Zodiac. Dit teken typeert degene die de Babylonische god afsneed, en het systeem dat hij had ingesteld onderdrukte. Terwijl de zon in de Schorpioen stond, "verdween" Osiris in Egypte (WILKINSON, deel IV, p.331), en er was grote rouw vanwege zijn verdwijning. Nog andere elementen werden in verband gebracht met de dood van de Egyptische god, maar opgemerkt moet worden dat in de afwikkeling van het conflict met de schorpioen, Orion "aan de sterren werd toegevoegd". Toen dus de Schorpioen opkwam, "verdween" Osiris.

[185] Zie Pascal Chronicle, deel II, p.64.

[186] GILLESPIE, Sinim, p.71.

[187] In THEOCRITUS, wordt ook melding gemaakt van het feit dat het wilde zwijn, dat Adonis doodde, dit per ongeluk gedaan zou hebben. Zie de volgende paragraaf.

[188] Scandinavia, deel I, pp.93, 94.





Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden