Gods Woord is klaar en toch diep, eenvoudig en toch rijk. Het bevat kernen, die op zichzelf eenvoudig zijn en toch van achteren en nabij bezien een geheel organisme inhouden. Dit blijkt dan bij de uitgroei ervan, bij de ontwikkeling. We vinden dit b.v. bij de beloften aangaande Christus, en bij de gegevens aangaande Zijn wederkomst. Welk een openbaring ligt er b.v. al niet in het woord van Gen. 3 : 15: "uw zaad'. In kiem ligt daarin reeds de maagdelijke geboorte, het geworden zijn uit een vrouw zonder toedoen van de man, vervat. In het woord dat de Heere zal wederkeren ligt Christus' Godheid en Zijn wederkomst. In 's Heeren maaltijd bij Abraham ligt Zijn vleeswording. In de belofte van Gen. 13 : 15: "al het land dat gij ziet zal Ik u geven en uw zaad tot in eeuwigheid", ligt Israëls herstel. Zo is er meer. Hoe eenvoudig en hoe rijk. En zo is het ook met de eerste belofte aan Abram in Gen. 12 : 1-3, dat we in bijzondere vorm, in structuurvorm, citeren.
Hier ligt een dubbele verkiezing
voor: een nationale en een persoonlijke. De nationale betreft het "grote
volk" en "in u alle geslachten gezegend". Dit blijkt van achteren bij de uitwerking: 'God geeft Israël nationale
beloften'. Maar tegelijkertijd laat Hij daarmee parallel lopen de persoonlijke
verkiezing van een reeks gelovigen die wel in Israël optreden maar die
in wezen tot een hogere wereld behoren, die in Abram zijn geestelijke
vader vindt. Niet dat ze met Abram begonnen is. Ze opent met Abel. Maar in Abram vindt
ze het grote uitgewerkte voorbeeld van de geloofswandel.
Tevens een voorbeeld waarop Jood en heiden terug konden lopen.
Abram was beider geestelijk vader. 1.a. Dubbele
beloften. 1. een groot volk; Abram staat tot het grote volk als de natuurlijke voorvader - dit is de eerste verhouding. Maar hij staat tot alle geslachten in een geestelijke verhouding. In hem zouden (en zullen) ze alle gezegend worden. Er is dus een natuurlijke lijn en een geestelijke lijn. En elk dezer heeft zijn beloften. In Abrams verdere leven worden deze lijnen uitgewerkt. De Heere begint eerst met de natuurlijke lijn.
Dan werkt de Heere de geestelijke lijn uit: "Toen leidde Hij hem uit naar
buiten en zeide: Zie nu op naar den hemel en tel de sterren, indien gij
ze tellen kunt. En Hij zeide: Zo zal uw zaad zijn", Gen. 15 : 6. In Gen. 17 vinden we de dubbele beloften samenkomen. In vs. 4 wordt Abram gesteld tot een vader van menigte der volken. In vs. 6 wordt gezegd dat hij zeer vruchtbaar zal zijn en tot volken zal gesteld worden. Dus eerst is het: tot vader van menigte der volken, dan: tot volken. Het eerste is iets anders dan het tweede. In Gen. 22 vinden we ze ook weer samen. In vs. 17 is het: "Uw zaad zal de poort Zijner vijanden erfelijk bezitten". Dit is het natuurlijke zaad. In vs. 18 is het: "En in uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde". Nu kan men wel zeggen: Dit wordt gezegd met het oog op Christus. We willen dit aannemen. Maar dan moet men hetzelfde zeggen van vs. 17: Dan is het "uw zaad" daar ook Christus. Maar indien men het daar op Abrams natuurlijke zaad laat slaan, dus op velen betrekking doet hebben, dan moet vs. 18 ook van velen gelden. De beste wijze van uitlegging lijkt ons beide te nemen. Vs. 17 ziet dan op Christus en op Abrams natuurlijke zaad - Christus als Israëls koning en de andere Israëlieten mede erfgenamen met Hem van het Land. Vs. 18 ziet dan mede op Christus en een reeks van anderen die mede zegenaars der volken zullen zijn en die Paulus ongetwijfeld op het oog heeft als hij spreekt in Gal. 3 : 7: "Zo dan die uit het geloof zijn, worden gezegend met de gelovige Abram". Dit is Abrahams geestelijk zaad. Men moet deze lijnen voor het verstaan der Schrift wel in het oog houden. Er is de nationale lijn met nationale beloften d.w.z. een aards land, aardse zegeningen, een Davidisch koningschap, met Jeruzalem als centrum, heerschappij op aarde, zegen voor allen die besneden zijn en Gods wet houden. En er is de persoonlijke verkiezingslijn: geen nationale maar geestelijke zegening, geen aards land, maar hemels Vaderhuis, een Melchizedeks koning- en priesterschap (het ingaan in het heilige der heilige), een zegening voor alle volken. In het O.T. werkt God veelal de nationale lijn uit. In het N.T. - maar dat
eerst door de roeping van Paulus - werkt Hij de tweede lijn uit. 'Heeft
deze dan tot zolang stil gelegen?' zal men vragen. Het antwoord is ontkennend.
God heeft deze lijn echter in stilte uitgewerkt. Hij heeft binnen de nationale
verkiezing van Israël als Zijn bijzonder volk een persoonlijke verkiezing
gedaan t.o.v. hen, die mèt Abraham zullen gezegend worden. Het is deze lijn,
die in de nationale verkiezing lag en bij Paulus nu tot verbreding komt.
Ze was echter niets nieuws, maar in kiem reeds aanwezig. Daarom verwijst
Paulus t.o.v. deze lijn telkens naar het O.T.
|