Krijgen en aannemen | Inhoudsopgave | Laten en verlaten

Wat de Concordantie Leert



De Griekse voorzetsels

Hieronder geven we een overzicht van de meest gebruikte Griekse voorzetsels. Daarbij is opgegeven met welke naamval ze gebruikt zijn. (Genitief = 2e naamval; datief = 3e naamval; accusatief = 4e naamval.) In het Nederlands is het niet altijd mogelijk ze op een enkele wijze te vertalen, maar toch kan men dit méér doen dan nu het geval is. Bij elk voorzetsel voegden we de vertaling bij die het meest algemeen geschikt schijnt te zijn. Door middel van de cirkel poogden we ook de betekenis beter voor te stellen.

(Bij Para leze men: "naast" in plaats van "neven".)





Voorbeelden:

Epi (gen.) ruimte Mat. 6:10
tijd 1:11
(dat.) rust 14:8
doel 4:4
(acc.) persoon 3:16
zaak 3:7
plaats 3:13
Pros (dat.) Joh. 18:16
(acc.) Mat. 2:12
Hupo (gen.) Mat. 1:22
(acc.) Mat. 23:37



Krijgen en aannemen | Inhoudsopgave | Laten en verlaten



Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden