De Griekse voorzetsels | Inhoudsopgave | Stierf Christus in onze plaats of voor ons?

Wat de Concordantie Leert



Laten en verlaten

In het onderzoek over "tot in", spraken wij over het "verlaten" "tot-in" de Hades (Hand. 2:27 en 31). Sommige vertalingen gebruiken hier het woord "laten". Wat moeten wij nu geloven? Betreft het een verbreking van gemeenschap en is het dus "verlaten", of is het eenvoudig een "laten" zonder dat de gedachte van gemeenschap op de voorgrond staat? Wij onderzoeken hier niet de betekenis van "laten" zoals in Luk. 10:40; Luk. 22:51 of 2 Petr. 1:8, doch begrenzen ons tot de woorden: "apoleipoo", "aphièmi", "kataleipoo" en "egkataleipoo".

Het eerste woord vindt men b.v. in 2 Tim. 4:13, 20:

  • "Breng den reismantel mede, dien ik te Troas bij Carpus gelaten heb".
  • "Trofimus heb ik te Milete krank gelaten".
De betekenis is duidelijk. Hetzelfde woord is in Jud. 6 gebruikt.

Het tweede woord komt voor in Mat. 4:11, 20, 22:
  • "Toen liet de duivel van Hem af".
  • "Zij dan, terstond de netten verlatende".
  • "Zij dan terstond verlatende het schip".
Dat woord wordt dikwijls door "vergeven" vertaald, zoals in Mat. 6:14. Wij komen hier mogelijk later op terug.

Het derde woord is b.v. in Mat. 4:13 gebruikt:
  • "En Nazareth verlaten hebbende".
Het is echter vooral het vierde woord, dat in Hand. 2:27 voorkomt, dat wij moeten onderzoeken. Ziehier al de teksten:
  • Mat. 27:46 en Mark 15:34 "Mijn God! waarom hebt Gij Mij verlaten!".
  • Hand. 2:27 "Want gij zult mijne ziel in (tot-in) de hel (hades) niet verlaten".
  • Hand. 2:31 "Dat Zijn ziel niet is verlaten in (tot-in) de hel (hades)".
  • Rom. 9:29 "Indien de Heere Sebaoth ons geen zaad had overgelaten".
  • 2 Kor. 4:9 "Vervolgd, doch niet (daarin) verlaten".
  • 2 Tim. 4:10 "Want Demas heeft mij verlaten".
  • 2 Tim. 4:16 "Maar zij hebben mij allen verlaten".
  • Heb. 10:25 "En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten".
  • Heb. 13:5 "Ik zal u niet verlaten".
Sommige teksten hebben dit woord niet in Hand. 2:31, doch de drie voornaamste handschriften hebben het wel. De betekenis kan niet anders zijn dan b.v. in 2 Kor. 4:9 aangegeven, dus verlaten in de zin dat gemeenschap verbroken is. In het Engels zou men schrijven: to abandon, in het Frans: abandonner. Ook Rom. 9:29 kan zo verstaan worden. God had het zaad weg kunnen nemen, weg van de wantoestanden dezer wereld. Nu verliet hij het in de handen van het zondige volk (zie Jes. 1 :1-9).

In Mat. 27:46 is de duisternis een uitwendig teken van het feit dat Jezus door God verlaten werd. Hij was vervloekt, toen Hij aan het hout hing (Gal. 3:13). Hij gaf Zichzelf ten bate van ons op, een offerande en slachtoffer (Ef. 5:2). Aan die offerande hebben wij deel, als wij met Christus gestorven zijn (Rom. 6:8). Het gaat onze gedachten verre te boven wat het voor de Zoon betekende door God verlaten te worden. En dat had plaats voor ons! Om reden van onze zonden! Maar Hij bleef niet verlaten. Zelfs vóór de Hades was er reeds gemeenschap. Zo zijn dan zij, die met Hem, gestorven zijn, ook gerechtvaardigd van de zonde.


De Griekse voorzetsels | Inhoudsopgave | Stierf Christus in onze plaats of voor ons?



Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden