Stierf Christus in onze plaats of voor ons? | Inhoudsopgave | Doen

Wat de Concordantie Leert



Oordelen en veroordelen

Tussen oordelen en veroordelen is zeker heel wat verschil. Iemand die geoordeeld wordt, kan veroordeeld, doch ook vrijgesproken worden.

"Krinoo" is oordelen, "katakrinoo" is veroordelen; "krima" en "krisis" is oordeel, "katakrima" en "katakrisis" is veroordeling. Laat ons onderzoeken hoe de Statenvertaling en die van Voorhoeve die woorden vertalen.

KRINOO KATAKRINOO
  St. Vert. Voorhoeve   St. Vert. Voorhoeve
Mat. 19:28 oordelen oordelen Rom. 2:1 veroordelen veroordelen
Joh. 3:17 veroordelen oordelen      
Joh. 3:18 veroordelen oordelen      
Joh. 12:47 oordelen oordelen      
Hand. 13:27 veroordelen veroordelen      
2 Thes. 2:12 veroordelen oordelen      


KRIMA KATAKRIMA
  St. Vert. Voorhoeve   St. Vert. Voorhoeve
Rom. 3:8 verdoemenis oordeel Rom. 5:16 verdoemenis verdoemenis
Rom. 5:16 schuld oordeel Rom. 5:18 verdoemenis verdoemenis
      Rom. 8:1 verdoemenis verdoemenis


KRISIS KATAKRISIS
  St. Vert. Voorhoeve   St. Vert. Voorhoeve
Mat. 23:33 verdoemenis oordeel 2 Kor. 3:9 verdoemenis verdoemenis
Joh. 5:24 verdoemenis oordeel 2 Kor. 7:3 veroordeling veroordeling
Joh. 5:29 verdoemenis oordeel      
1 Tim. 5:24 veroordeling oordeel      


Men ziet, dat de vertaling van Voorhoeve op één uitzondering na, het verschil goed doet uitkomen. Waarom ook niet "oordelen" geschreven in Hand.13:27? Zij oordeelden de Zoon Gods, omdat zij Hem niet als Christus aannamen. Jes.53:3 zegt: "Wij hebben Hem niet geacht". Het oordelen is aldus een vervulling der profetie.

Hoe jammer dat de Statenvertaling van veroordelen en verdoemenis spreekt als de Griekse Schriften dat niet doen. In Rom. 2:1 waren zij wel verplicht goed te vertalen omdat beide "krinoo" en "katakrinoo" gebruikt zijn. Het ging niet om nu voor beide "veroordelen" te schrijven.
Maar waarom dan ook niet in de andere teksten? Laat ons er enige van onderzoeken:

  • Joh. 3:17 "Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden".
    God heeft Zijn Zoon niet gezonden OM te oordelen. Christus werd vanzelf een oordeel (Joh. 9:39) omdat door het "licht" de boze werken zichtbaar werden (Joh. 3:19). Zie ook Joh. 12:47. Het woord zal oordelen (v. 48).

  • Joh. 3:18 "Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld".
    Hier ziet men in het bijzonder hoe verkeerd het is het woord "veroordeeld" te gebruiken. Zo doet men veronderstellen dat zij wel geoordeeld, maar niet veroordeeld worden. Zij die in Hem geloven, komen echter niet eens in het oordeel, zoals de Griekse tekst in Joh. 5:24 zegt.

  • 2 Thes. 2:12 "Opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben".
    Gods Woord zegt niet dat allen zullen veroordeeld worden, wel dat ze geoordeeld worden. Het eerste beweren is iets aan het Woord toedoen. Er staat ook niet dat ze niet veroordeeld zullen worden. De uitslag wordt heel wijselijk onbeslist gelaten, zoals in Op. 20:15 "Zo iemand niet gevonden werd ...".
    Daarbij is "niet" de vertaling van "mè" en de betekenis is dus "niet willen geloofd hebben". Joh. 5:29 spreekt dan ook van een opstanding des "oordeels".

  • Rom. 3:8 "Welker verdoemenis rechtvaardig is".
    Paulus verdoemde niemand. Hij liet ze aan Gods oordeel over.

  • Rom. 5:16 Het oordeel is uit éne misdaad tot veroordeeling voor de "oude mens".

  • Mat. 23:33 Het oordeel der Gehenna zal wel geen gunstig oordeel zijn. Zo ook het "zwaar" oordeel van Mark. 12:40 en het oordeel "des doods" van Luk. 24:20.

  • 1 Tim. 5:24 Daar zij niet gerechtvaardigd zijn door het geloof, moeten zij in het oordeel komen.


    Stierf Christus in onze plaats of voor ons? | Inhoudsopgave | Doen



    Home
    | Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
    Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden