Het Voornemen der Eeuwen, (Ef. 3:11)
In de Statenvertaling staat: "het eeuwig voornemen", Kaart 1: exclusief de gemeente der verborgenheid Kaart 2: inclusief de gemeente der verborgenheid
Aan Adam werd dus het koningschap aangeboden. Hij moest de aarde onderwerpen en zou heerschappij hebben over zee, lucht en aarde. De mens was een weinig minder dan de engelen, doch alles was onder zijn voeten gezet en hij was gesteld over de werken van Gods handen, (Ps. 8, Heb. 2: 6-8). God had een hof geplant in Eden en Adam was er in gezet om hem te BEWAREN (Gen. 2: 15) d. i. desnoods tegen indringers te verdedigen. Het was inderdaad nodig Adam te verwittigen dat de vijand, Satan, niets zou ongedaan laten om Gods plan tegen te werken. Het Hebreeuwse woord voor "bewaren" is in Hab. 2 : 1 door "wacht" vertaald. Ook werd hem geboden: "Maar van de boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven", (Gen. 2: 17). Adam was vrij dit gebod te houden of te overtreden. Van hem werd verwacht dat hij uit liefde zou rekening houden met deze waarschuwing. Zolang er geen andere factor tussenkwam zou het overigens dwaas geweest zijn, niet te doen wat God hem zei. De boom des levens was, zoals de gehele schepping, een schaduw van de
hemelse werkelijkheid. In deze zin kan men van symbolen spreken. Het zijn
dingen, die in de stoffelijke wereld de weerkaatsing zijn van de geestelijke
dingen. Maar die stoffelijke dingen bestaan er niet minder om. Ook is
er geen gegronde reden om geheel Genesis, buiten de bekende spraakfiguren,
niet geheel letterlijk op te vatten.
|