de wet nog onderhouden? 9. SAMENVATTING EN BESLUIT Al de beloften die aan de zonen Israëls gegeven werden in verband met het nationale en godsdienstige herstel in hun land moeten verwezenlijkt worden. Deze natie, al bestaat ze uit twaalf stammen, zal, gedurende de toekomende aioon, een eenheid vormen en het doel van haar uitverkiezing uitwerken: al de andere natiën ten zegen te zijn, ze tot Christus te leiden. Dan zal de ware vrede heersen op aarde. Het verbond van Sinaï zal vervangen zijn door het Nieuwe Verbond van de genade, die hen zal toelaten de wet uit liefde te onderhouden. Door hun geloof in Christus zullen deze christen-Joden een nieuwe geest hebben en een “vlesen hart” om al de inzettingen waar te nemen in de juiste gezindheid van zonde-bewustzijn en vertrouwen in Gods genade. Zij zullen de ganse wet onderhouden en uitleven. De gehele wet moet inderdaad getrouw gevolgd worden door de zonen Israëls in alle tijden waar ze door God als zijn natie erkend worden, want het verschil tussen de twee verbonden bestaat vooral in de wijze waarop de wet gehouden wordt: ofwel in eigen kracht en om alzo behouden te worden, ofwel door Gods genade en uit liefde tot Hem en hun evennaaste. Het gehele O.T. en ook een deel van het N.T. spreken van de aardse toekomst van de heilige natie Israël. In de komende aioon zal Israël dus een aparte natie zijn, met haar bijzondere wetgeving en godsdienstige instellingen. Bij gevolg zal er, in verband met de zichtbare dingen, een onderscheid blijven tussen de christen-Joden en de christenen van de andere natiën, niettegenstaande hun eenheid ten opzichte van de behoudenis door middel van het geloof. De besnijdenis des vlezes, die reeds verlangd werd door het aionisch verbond met Abraham, de godsdienstige inzettingen, de tempeldienst, waarvan Ezechiël een zo nauwkeurige beschrijving geeft, in het kort al de zichtbare voorstellingen van de geestelijke werkelijkheden zullen in die aioon nuttig blijven om al de Joden tot Christus te leiden, en door hen al de mensen. De ceremoniën zullen hunne blikken dan naar het verleden richten en meer in het bijzonder naar het kruis, waar alles door Christus volbracht is. Al deze schaduwen zullen eerst afgeschaft worden op het einde der toekomende aioon, wanneer allen door het geloof zullen gerechtvaardigd zijn en de tegenwoordige hemel en aarde zullen vervangen worden door de nieuwe hemel en aarde.
De christen-Joden die de geestelijke positie van “zoon van God” zullen bereikt hebben, die dus voor God zullen gerechtvaardigd zijn, zouden deze godsdienstige ceremoniën kunnen missen, doch ze worden uitgenodigd ze te onderhouden omdat ze nog nuttig zijn voor anderen.
Op de hierbij gevoegde schets, die een zeker aantal opgaven samenvat, hebben we aangeduid dat het volk van Israël “Ammi” (“mijn volk”, naar de profetie van Hosea) was tot op het einde van de periode der Handelingen. De kinderen Israëls vormden toen een natie, en naar hun nationaliteit kon men ze “Israëlers” noemen. De wet moest toen door hen waargenomen worden, Doch op het einde van Handelingen werd de tempel verwoest en het volk verspreid. Het werd tijdelijk door God verworpen als natie en werd dus “Lo Ammi” (“niet mijn volk”), Sinds die tijd konden ze een andere nationaliteit hebben volgens het land waar ze leefden. De ganse wet kon niet meer onderhouden worden. Tegen het einde van de tegenwoordige aioon, zal het volk op nationale en godsdienstige wijze hersteld worden en weer “Ammi” worden. De meest normale toestand zou dan zijn dat de Joden terug zouden keren naar Palestina en weer “Israëlers” worden. Het godsdienstig herstel, zichtbaar gemaakt door het herstel van de tempel (2 Thess. 2:4; Op. 11) en zijn inwijding, zal het mogelijk maken al de inzettingen der wet te onderhouden. Uit godsdienstig oogpunt kunnen de Zonen Israëls, die getrouw zijn aan hetgeen de Here van hen verlangt, “Joden” genoemd worden tot op de eerste komst van de Messias. Door geloof in Christus konden ze dan “christen-Joden” worden vanaf het ogenblik waarop het blijde nieuws van zijn komst hun aangekondigd werd. Op individuele wijze zouden ze dan van het Oude Verbond overgegaan zijn tot het Nieuwe Verbond, doch steeds voortgaan in het onderhouden der wet. Hoe moeten de Christen-Joden der tegenwoordige bedeling handelen, vóór het volledig nationaal en godsdienstig herstel? Het is niet aan ons hen in deze zaak iets voor te schrijven, want ze moeten zich door Gods Geest laten leiden. Het schijnt ons toe dat reeds nu een periode van aanpassing begint, gedurende welke een steeds groter aantal christen-Joden, bewust van de toekomst van hun natie, naar hun land terugkeren en de oude gebruiken weer beginnen waar te nemen. Hun aantal zal misschien tamelijk gering blijven, zelfs tot op de komst van hun Here op het einde van de tegenwoordige aioon, en ze zullen waarschijnlijk veel te lijden hebben, doch de goddelijke genade zal hen kracht geven om overwinnaars te zijn. Het zal de eerste kern zijn van de heilige natie door welke Gods voornemen zich verder op aarde zal verwerkelijken.
|