Deel I
No 7
26 Oct. 1929

Schriftonderzoek

No. 7.


Gen. 1:2 “De ,aarde nu was (?) woest...”

Voor we nader beslissen of het woord, dat de st. Vert. door “was" vertaald heeft, door werd (wordt) overgezet moet worden, stellen we een onderzoek in naar het woord “woest”.

  • In Deut. 32:10 staat van Israël: “Hij (de Heere) vond hen in een land der woestijn, in ene woeste, huilende wildernis.”
  • Job. 6:8 zegt: “Beken verlopen in het woeste”.
  • Jes. 41:29; 44:9; 59:4: “Afgoden zijn wind en woestheid”, St. Vert.: een ijdel ding.
  • Het woeste is datgene, dat niet bevorderlijk is, 1 Sam. 12:21, St. Vert.: ijdelheden.
  • De hoofden des volks kunnen tengevolge van oordeel in het woeste dwalen, Job. 12:24; Ps. 107:40. "
  • Men kan iemand in het woeste niet zoeken, Jes. 49:19, St. Vert.: vergeefs. Men kan vergeefs arbeiden, Hebr.: in het woeste, Jes. 49:4.

In Jer. 4:23 hebben we o.i. een afdoende oplossing. Jeremia zegt: “Ik zag het land aan en zie, het was woest en ledig." Is dit nu de' oorspronkelijke toestand of is het land zo geworden en was het eerst anders? Het voorgaande laat hierover geen twijfel over. Jeremia heeft het over Israëls verwoeste land, dat eerst bloeiend was. Ook uit het slot van vs. 23 blijkt, dat het woest-zijn het gevolg is van een woest worden. Er staat daar: “en ook naar den hemel en zijn licht was er niet”. Dit werd in die dagen zo, de toestand was eerst anders.

Nog een duidelijk bewijs geeft Jes. 45:18: “Hij heeft ze (de aarde) niet geschapen, dat ze ledig zou zijn". Voor ledig staat hier hetzelfde woord dat in Gen. 1:2 door woest vertaald is. De grondtekst zegt: “Hij heeft ze niet woest (of als een woestheid) geschapen”. Hieruit blijkt, dat de St. Vertalers de vertaling van Jes. 45:18 hebben laten beheersen door hun vertaling van Gen. 1:2 en beide door hun dogmatiek, niet door de tekst zelf. God heeft de aarde niet als een woestheid geschapen. Al Gods werk is volkomen, Deut. 32:4. Hij schiep de hemelen en de aarde, de wereld (Gr. kosmos) die toen was, 2 Petr. 3:6. God schiep een kosmos, een versierd en versierend geheel. Waarom zegt men dan, dat Hij eerst een chaos, een baaierd, een woeste warreling schiep? Deze leer is heidens, de Heidenen hadden die voorstelling; ze is lijnrecht in strijd met de Schrift. Gen. 1:2 moet dus anders vertaald worden. Niet: De aarde was woest en ledig, maar de aarde werd (of concordantisch: wordt) woest en ledig.

In Gen. 47:20 vinden we hetzelfde woord arets en hetzelfde werkwoord. Nu vertaalde de St. Vert.: “Zo werd het land Farao's eigendom. Men ziet de inconsequente vertaling. Er is geen concordantie (overeenstemming). Dit is vaak aanleiding geweest tot ongeloof. Er liggen dan ook soms struikelblokken in de Bijbel, die de Schrift niet heeft. Dat is ook het geval met Gen. 1:2.




Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden