Deel I
No 7
26 Oct. 1929

De Heilige Schriften

No. 7.

V. DE GRIEKSE SCHRIFTEN



HET N.T. PROBLEEM.
We hebben reeds opgemerkt, dat de benamingen O.T. en N.T. onjuist zijn. Als technische term, d.w.z. ter aanduiding van een groep boeken, kunnen we ze duidelijkheidshalve niet missen, maar juist zijn ze niet. Deze indeling is ontstaan door een onjuist inzicht in de bedeling, waarin we leven. Door verschil in taal werd dit onjuiste inzicht versterkt.

Het “N.T.” nu is goed beschouwd een probleem. Heeft het “O.T.” ongetwijfeld historische moeilijkheden, het N.T. is een geestelijk probleem. Het is niet onoplosbaar, maar moet anders opgelost worden dan tot heden toe is geschied. Alle oplossingen liepen tot dusver vast.

Het “probleem”, dat we op het oog hebben, hangt samen met de bedieningen van Paulus. Bij hem ontstaat de moeilijkheden in visie. Eerste eis is een juiste uitwendige indeling. Deze volgt niet uit de canonieke volgorde, de volgorde der boeken in de Bijbel, maar uit het terzijde zetten van Israël in Handelingen.

Om een juiste verdeling te verkrijgen, laten we in eerste aanloop eens alle Paulinische Brieven weg. We lezen dus de Evangeliën en Handelingen, dan de Algemene Zendbrieven en De Openbaring. Deze vormen één lijn. En wel Israëls lijn. De Evangeliën zijn Israëlitisch, zie Rom. 15:8. De Openbaring is bovenbouw van Daniël, dus ook Israëlitisch. Inleiding er voor zijn de Algemene Zendbrieven, die eveneens over Israël handelen. Ook Hebreeën is Israëlitisch, doch loopt met dat al over een andere lijn. (“Israëlietisch” is hier natuurlijk niet gebruikt in tegenstelling met “christelijk”. Die brieven betreffen het Israël Gods.) Dat is de eerste lijn, die in het oog gevat moet worden. Is deze eenmaal gegrepen, dan is het probleem dichter bij de oplossing gebracht. Dan gaat het nog alleen om de Paulinische Brieven. Ook hier staan we weer voor een probleem, maar dat is gemakkelijker op te lossen. Voor we een en ander nader bezien, moet eerst iets naders over de volgorde gezegd worden.


DE VOLGORDE VAN DE BOEKEN.
De volgorde van de drie oudste handschriften, n.l. Alexandrinus, Vaticanus en Sinaïticus bewijst, dat er altijd een onderscheiding gemaakt is tussen de Joodse geschriften en die van Paulus. De algemene volgorde is niet steeds dezelfde, de bijzondere wel. We hebben dit:

  • De Evangeliën hebben steeds dezelfde plaats en volgorde.
  • De Openbaring heeft steeds dezelfde plaats.
  • Handelingen en de Algemeene Brieven wisselen van plaats, de laatste niet van onderlinge volgorde.
  • De Paulinische Brieven wisselen van plaats, niet van volgorde.

Indien Hand. en de Algem. Zendbrieven in de Sinaïticus achter het Evangelie van Johannes geplaatst worden, is de volgorde in alle drie de handschriften dezelfde, n.l. deze: Mt., Mk., L., J., Hand., Jak., 1-2 P., 1-3 J., Judas, R., 1-2 C., Gal., Ef., Fil., Col., 1-2 Th., Hebr., 1-2 Tim., Tit., Filemon, De Op. Hebreeën komt steeds na 2 Thess. Het plaatsen van Hand. vóór de Algem. Zendbrieven bewijst, dat de Christenheid van de eerste drie eeuwen deze Schriftuur beschouwde als een boek over Israël.

De tegenwoordige plaatsing voor de Paulinische Brieven is ongetwijfeld te wijten aan de theorie, dat in Handelingen de “Kerk” geschiedenis begint.


PAULUS' BRIEVEN.
Voor we tot een insnijding overgaan, d.i. tot verdeling, moet eerst nog op Paulus' Brieven gelet worden. Deze zijn n.l. in twee groepen te delen, en wel die, welke hij als vrij man en die, welke hij als gevangene schrijft. De eerste zijn geschreven voordat hij in Rome komt, d.i. vóór Hand. 28, de andere daarna. De eerste zijn: Gal., 1-2 Thess., 1-2 Kor., Romeinen en Hebreeën (Wij voegen hier Hebreeën bij de brieven van Paulus. Eigenlijk zegt de Schrift niet wie die brief schreef.), dus 7, alsmede 1 Tim. en Titus, de andere Ef., Col., Fil., Filemon en 2 Tim., dus 5. De eerste vallen in de tweede helft van Handelingen, de andere na die tweede helft. Handelingen is als 't ware een niet beëindigd boek. We verwachten nog meer, maar het breekt plotseling af. Vanaf Hand. 28 tasten we in het donker over de juiste gang van zaken. Iets ervan is op te maken uit de latere Paulinische Brieven, maar een historisch verhaal ervan ontbreekt. Handelingen vraagt om, voortzetting. De afbreking ervan spreekt symbolisch van Israëls verwerping: evenals Handelingen plotseling afbreekt, wordt Israëls historie plotseling afgebroken en Israël uitgeschakeld.


INDELING.
De grondlijn van het N.T. wordt gevormd door de Evangeliën, Handelingen, de Algemene Zendbrieven en De Openbaring. De Algemene Brieven hebben in voorschaduw hun gedeeltelijke vervulling gehad ten tijde van Handelingen en waren gericht tot een groep gelovigen, die zijn voortzetting zal vinden in de eindtijd. We kunnen ze daarom èn bij de Handelingen èn bij De Openbaring voegen en de 4 groepen tot 3 terugbrengen n. 1. Evangeliën, Handelingen met Algem. Brieven, De Openbaring met Algem. Brieven. Paulus heeft in tweeërlei bedeling gediend. Een deel van zijn Brieven behoort tot de Handelingen-periode, en daarna ook tot De Openbaring, een ander deel staat apart en vormt de Efezer-groep. Zo vinden we in het N.T. 4 groepen.


A1 De Evangeliën.

B1 De Handelingen met Algem. Brieven en Paulus' oudste Brieven.

A2 De Efezer-groep.

B2 De Openbaring met Algem. Brieven en Paulus' oudste Brieven.


Nader uitgewerkt geeft dit:


A1 De Evangeliën.
De Koning en het Koninkrijk. Voortzetting van het O.T. Het Koninkrijk op aarde. Het Volk en het Land. Het Koninkrijk verworpen, de Koning gekruisigd in Jeruzalem, de hoofdstad.

B1 De Handelingen-groep.
Hernieuwd aanbod van het Koninkrijk aan Israël in het Land (door Petrus en de Elf) en aan Israël in de Verstrooiing (Paulus). Uitwerking van de met het Koninkrijk parallel lopende Abrahamietische beloften onder en voor de Volken. Verwachting: de Parousia, d.i. “toekomst” des Heeren. Deze hangt samen met Israëls bekering. Israël verwerpt èn Koning èn Koninkrijk opnieuw.

A2 De Efezer-groep.
De Koning verheven tot Hoofd boven alle dingen voor de Gemeente, die Zijn Lichaam is, Ef. 1:20-23, Pil. 2:9-11, Col. 1:13-19. Het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde, Col. 1:13, het over- of bovenhemels koninkrijk, (aldus de grondtekst van 2 Tim. 4:18). De Verborgenheid. Het Koninkrijk op aarde uitgesteld. “Nog niet”. Hebr. 2:8.

B2 De Openbaring-groep.
De Dag des Heren. Het Koninkrijk in oordeel, macht en heerlijkheid aan Israël ingericht. De Koning op Zijn troon Op. 3:21.


7 DELEN.
Zo bezien, bestaat de Schrift dus uit 7 grote delen. De zesvoudige grondlijn is reeds in beginsel in het “O.T.” vervat en wordt in het “N.T.” verder uitgestippeld. Deze grondlijn is:

WET, PROFETEN, PSALMEN, EVANGELIEN,
HANDELINGEN, DE OPENBARING.

Zes is evenwel niet het volmaakte aantal. Eén deel ontbreekt nog. Door Paulus' dienst is het Woord tot zijn volheid gebracht, niet in trappen, d.i. in omvang, maar in delen, d.i. in inhoud. De Schrift kan zeer wel later nader uitgebreid worden, Ps. 102:19 (niet in deze eeuw). Door Paulus' dienst brengt God het Woord tot vervulling, Col. 1 :25 d.i. door hem krijgt het de nog ontbrekende aanvulling. Zo zijn dan thans de 7 delen in beginsel volledig. Het laatste vormt het hoogste deel en openbaart een verborgenheid, die nimmer in het O.T. beschreven, afgeschaduwd of geopenbaard is, in welke vorm dan ook. Tot op Paulus' tijd is die verborgenheid, het Lichaam van Christus, verborgen geweest in God.

Gaan we een en ander na.

  1. DE WET spreekt van de vorming van het uitverkoren Volk Israël.

  2. DE PROFETEN van het beloofde Land, het falen onder priesters en koningen en van de hoop op herstel.

  3. DE PROFETEN van het beloofde Land, het falen onder priesters en koningen en van de hoop op herstel.

  4. DE EVANGELIEN stellen ons de Here Jezus voor als Profeet, Koning en Priester en laten ons zien, hoe Koning en Koninkrijk verworpen worden.

  5. DE HANDELINGEN en de Brieven van de Handelingentijd spreken van het vernieuwde aanbod van het Koninkrijk onder het Nieuwe Verbond, tonen, wat voor zegeningen het Nieuwe Verbond inhoudt, (tekenen, wonderen, krachten, enz.) schetsen de verwerping er van door Israël en bemoedigen hen, die Gods heil wel aanvaarden. Tevens opent God voor de aan Abraham gegeven hogere beloften, die boven die van Israël uitgaan, een nieuwe bedeling door de roeping van Paulus. zo lopen er twee bedelingen parallel: die van de aankondiging van het Koninkrijk aan Israël, die van het erfgenaam der wereld zijn aan hen, die Paulus volgen.

  6. DE OPENBARING leert ons, hoe, als eenmaal alles gefaald heeft en geweld en Godshaat heersen, de Here machtig is alle tegenstand te overwinnen en toch het Koninkrijk op aarde aan Israël op te richten en zo de ware rust voor de aarde aan te brengen. Dit Boek is nog geheel toekomstig.

  7. DE VERBORGENHEID. Tussen 5 en 6 is ingeschoven de nu bijna reeds 19 eeuwen lang geduurd hebbende bedeling der verborgenheid (beginnend ± 60 n. Chr.), waarin een andere hoop dan de wederkomst des Heren in het vooruitzicht gesteld wordt. Ten dezen geldt, dat er een waarheid is achter de waarheid. Het is Gods eer een zaak te verbergen, de eer der koningen een zaak te doorgronden. (Spr. 25:2). Laat ons zulke koningen zijn!

Zo hebben we de volgende groepen.





Wat de volgorde betreft, zou De Verborgenheid met n° 6 genummerd moeten zijn, wat de aanvulling der Schrift betreft, is het groep 7.


DE N.T. KANON.
Zoals gezegd, ligt in de N.T. kànon (d.i. volgorde van de boeken) een bewijs voor het niet verstaan der tegenwoordige bedeling. Het “O.T.” lijkt ons juister gerangschikt. O.i. blijkt uit de N.T. kànon, dat allen Paulus verlaten hebben en hem niet hebben begrepen. Kennisneming van de historie der Oud christelijke Kerk heeft ons in die mening versterkt. Alle “Apostolische Vaders” vergeestelijken de profetie en stellen de “Kerk” in plaats van Israël, geen hunner volgt Paulus.

Men zie zelf de onregelmatigheid:


1 Verworpen
MATTHEUS: De Koning.
MARKUS: De Dienstknecht.
LUKAS: De Zoon des mensen.
JOHANNES: De Zoon Gods, de Here.
2 Geweigerd
HANDELINGEN Overgangsboek



PAULUS' BRIEVEN:
3 Overgang
A Geloof:
a1 ROMEINEN: Rechtvaardigmaking. Verzoening. Wandel.
     b1 1 CORINTHE: Wandel.
     b2 2 CORINTHE: Verzoening.
a2 Galaten: Rechtvaardigmaking.
4 Volmaaktheid
B Liefde:
c1 EFEZE: Leer. Wandel.
     d FILIPPENZEN: Wandel.
c2 COLLOSSE: Leer.
5a Verwachting
C Hoop:
e1 1 THESSALONICENZEN.
e2 2 THESSALONICENZEN.
6 Gemeentelijk leven
Pastoraal brieven:
f1 1 TIMOTHEUS.
    g1 2 TIMOTHEUS.
f2 TITUS.
    g2 FILEMON.
5b Verwachting
HEBREEEN.



7 Hernieuwing
ALGEMENE ZENDBRIEVEN:
h1 JAKOBUS.
     i1 1 PETRUS.
         2 PETRUS.
     i2 1 JOHANNES.
         2 JOHANNES.
         3 JOHANNES.
h2 JUDAS.
8 Verwerkelijking
DE OPENBARING



Men ziet zo enigszins de onregelmatigheid. Het N.T. “loopt” niet. Er ligt een waas over, dat het inzicht belemmert.


DE BEDELINGSORDE.
Volgens 1 Cor 13:13 is de volgorde: Geloof, Hoop, Liefde. De Hoop (verwachting) van de Handelingentijd 1-2 Thess. zou dus vooraf moeten gaan aan de Liefde. Achter 2 Thess. zou Hebreeën moeten volgen, zoals in de 3 oudere Griekse handschriften dan ook geschiedt. Dan volgen Paulus' persoonlijke Brieven meestal Pastorale brieven genoemd, op Filemon dan na. Naar het geestelijke zijn zij gescheiden. 1 Tim. en Titus hebben een andere hoop dan 2 Tim.

We willen hierbij een proeve wagen, om ter oplossing van het N.T. probleem, een andere orde aan te geven, die gedeeltelijk tijds- gedeeltelijk groepsorde is.





Een en ander zij ter overdenking, aan en zo mogelijk voor latere uiteenzetting voor de lezer overgelaten. Of ook tot mogelijke verbetering. Hoewel we toegeven, dat de volgorde der boeken niet zooveel ter zake doet, legt o.i. de N.T. volgorde getuigenis af van een onevenredigheid of onregelmatigheid in rangschikking, die, alhoewel onder Gods dulding, niettemin aantoont, dat de Oudchr. Kerk Paulus niet begrepen heeft, noch hem gevolgd is. Vanzelf is de inhoud volkomen, daaraan is niets veranderd.






Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden