REEKS I Het Profetische Woord No 1. INLEIDING
Wie de H.S. wil leren verstaan, bijzonder het N.T., moet het O.T., althans Israëls lijn verstaan. Israël is de sleutel niet alleen van het Oude, maar ook van het Nieuwe Testament, dat uiterlijk beschouwd een probleem is. Door het profetische Woord te behandelen krijgen we meteen inzicht in de bedeling, waarin we thans leven, hetgeen dringend nodig is om te midden van de geestelijke stromingen van onze tijd een vast rustpunt te vinden. Zo blijkt, dat de gehele Schrift nodig voor ons is.
Juist, althans voldoende inzicht in het O.T. is nodig om aan te kunnen geven, in welke bedeling we thans staan. En dat is weer nodig om de hoge roeping te zien, die tot ons komt. Zo beginnen we dan met het profetische Woord.
I. Opvatting, uitlegging en a. De profetische tussenruimte OVER DE UITLEGGING VAN DE PROFETIE.
Wie de profetieën dus verzaakt, ziet zich niet alleen ontbloot van velerlei lering, maar mist ook de wapenen ter wederlegging en staat zwak in de strijd. En dat is tegenwoordig met velen het geval. Men is niet meer georiënteerd, De laatste kwart eeuw heeft de wereld een gehele verandering ondergaan, de laatste 15-10 jaar is zij uit haar voegen gelicht en daarmee zijn velerlei oude leerstelsels ondergraven en aan het verzinken. Wie nu, wat het geestelijke betreft, niet op de H. S. terugloopt als de rots, waarop het gebouw des geloofs opgetrokken moet worden, ziet het door de neerbruisende stortvloed van allerlei wind van leer, ineenstorten en heeft geen beschutting meer tegen de wegspoelende vloed en neerstroomende regen van allerlei meningen en opinies. Wie de H.S. in zake
de profetie verzaakt, komt ook niet tot verbetering van zijn vroegere meningen, veelal
van de vaderen overgeërfd. Waar thans alles onder de kritiek komt en alles tot op de
wortel toe nageplozen wordt, is het zaak het verkeerde uit te ziften, te reinigen en de
basis uitsluitend te doen rusten op de H.S. En hoe kan dat, als men een groot deel
negeert en doet alsof het er niet is? Zo komt er van de onderwijzing tot
rechtvaardigheid, d.i. tot beantwoording aan de normen, weinig of niets terecht. Is het
dan ook wonder dat de mens Gods heden zo gebrekkig is en niet tot alle goed werk
toegerust. De grondfout ligt in de verzaking van de profetieën, omdat die de sleutel in
handen geven ter opening van het O.T. En eerst als dit verstaan wordt, kan men het
Nieuwe leren inzien. Niet omgekeerd.
VERGEESTELIJKEN.
Wel beschouwd is dat de kracht van de H.S. ondergraven, de grondslagen wegnemen, de vastheid oplossen. De moderne kritiek snijdt de vastheid weg, de vergeestelijkingsmethode snijdt de vastheid af, de een verminkt de Schrift, de ander verlamt ze, de een amputeert, de ander vivisecteert. En de hoge kritiek èn de vergeestelijkingsmethode randen de vastheid aan. De een betwijfelt ze, de ander lost ze op. Beide komen hierin overeen: Men moet het Woord maar niet nemen zoals het verband het uitwijst.
Nu schijnt de vergeestelijkingsmethode eerbied te hebben voor het Woord. En ze
bedoelt dit ook wel. In dat opzicht verschilt ze van de moderne kritiek, Ze wil het
Woord behouden. Maar niet zoals God het gegeven heeft, Dat acht ze onmogelijk. Te
geloven, dat als God Israël zegt, Hij Israël bedoelt, dat Huis Jakob het volk Israël
betekent, Jeruzalem stad en inwoners van de hoofdstad van Palestina en dat Babel Babel
en niet Rome is enz., dat aanvaardt ze niet, Veelal is de oorzaak daarvan, dat men
bevooroordeeld is door zijn eens opgebouwde stelsel, waarin de consequentie van de H.S.
niet past. De vergeestelijkingsmethode vervluchtigt dus de H.S. en is subjectivistisch,
d.i. wat zij meent is de bedoeling van de H.S.
DE TEGENWOORDIGE STORTVLOED VAN DE VERGEESTELIJKING. Dat nu is wel erg, maar nog niet het ergste. Het ergste is als zij, die zeggen de ganse H.S. te aanvaarden zoals zij ons gegeven is, er mee omspringen op en wijze, die alle logica, laat dus staan alle realiteit, krom trekt. Een stortvloed van leer over de laatste dingen spoelt de vastheid van het oude orthodoxisme weg. Men meent, dat het eind van de wereld nabij is. Het kan niet snel genoeg gaan, En wat in de weg staat moet maar omvergelopen of gesublimeerd worden. Alle maat is weg, alle norm zoek, alle vastheid gaat te loor. Vele bergen zijn nu machtigen, vele heuvelen nu heersers geworden, Was Babylon eertijds Rome, thans is het de hele Christenheid, die niet tot de partij behoort. Het aller oog zal Hem zien, werd door Jood en Moderne ontkend, maar door de vergeestelijkingsrichting opgelost tot een onzichtbaar zien, Men stoort zich aan geen enkele realiteit.
Dat is de uitwerking van de inzet, die de Reformatie gegeven heeft. Begonnen met
de afwijking: Neem het niet vervulde geestelijk op, is deze opvatting een lawine
geworden, waaronder het orthodoxisme gaat bezwijken, De grondvesten schudden, de
fronten worden opgerold, de schijnbaar vaste dam is doorgebroken, het water stijgt en
dreigt alles te verzwelgen. De Reformatie kan de stortvloed niet langer weerstaan,
omdat zij zelf ondermijnend werkte.
DE RECHTE SNIJDING.
Dit beginsel heeft een zeer verre strekking. Niet allen het tekstverband, maar ook
een bijbelboek als geheel moet beschouwd worden. Als aan het begin van een
bijbelboek sprake is van Juda en Jeruzalem of van Israël en aan het eind daarvan ook,
dan moeten we, de zich gelijkblijvende opvatting voorstaande, zeggen: Nu geldt het aan
het eind ook Juda en Jeruzalem of Israël enz. 't Wordt immers tot dezelfde groep
gezegd. De profeet bedoelde toch niet anders. Alleen de tijd kan verschillen, Maar de
groep is dezelfde, niet wat personen betreft maar wat afkomst, geslacht betreft. Een
voorbeeld uit de ongewijde geschiedenis. Als in 1549 bij de Pragmatieke Sanctie van de
Nederlanders voorspeld zou zijn geworden, dat bij de vrede van Munster de Schelde
blijvend zou gesloten worden en die sluiting van de Schelde ons in 1948 last,
onaangenaamheid, verwikkeling, zo mogelijk annexatie zou veroorzaken, dan zouden
we, als we deze profetie als ernstig opnamen ze niet zo uitgelegd hebben, dat we het
eerste deel voor Nederland opvatten en het laatste voor Nieuw Holland. En als dan in
1648 het eerste deel vervuld was zou iedereen, die de gehele profetie geloofde, zeggen:
En nu staat Holland het tweede deel ook te wachten.
|