Ander en andersoortig | Inhoudsopgave | Toorn

Wat de Concordantie Leert



Gelijk en evengelijk

Volkomen gelijkheid, ten minste voor wat betreft de dingen waarover het gaat, wordt uitgedrukt door het woord "isos". Het wordt gebruikt in Mat. 20:12; Mark. 14:56, 59; Luk. 6:34; Joh. 5:18; Hand. 11:17; Fil. 2:6; Op. 21:16. Het belang de betekenis van dit woord goed in te zien blijkt, onder meer uit Fil. 2:6: "Die in de gestaltenis (vorm) Gods zijnde, genen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn".

Als het gaat over: op iets gelijken of enige gelijkenis hebben met iets, heeft het Grieks een reeks woorden van de stam "homoios". Die worden gebruikt bij de gelijkenissen der Evangeliën en de symbolische voorstellingen van Openbaring. Het komt voor in Fil. 2:7: "Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis (vorm) eens dienstknechts aangenomen hebbende en is den mensen gelijk geworden".

Men ziet de tegenstelling met vs. 6. In Zijn Ikheid was Christus God, in Zijn verschijning Mens. Zo is het ook belangrijk de strekking van de woorden te kennen in Luk. 20:36 en 1 Joh. 3:2. Van hen, die uit de doden opstaan zegt Luk. 20:36: "zij zijn den engelen gelijk".

1 Joh. 3:2 zegt echter: "wij Hem zullen gelijk wezen". Als dit nu dezelfde gelovigen na de opstanding geldt, is er tegenspraak tussen die twee verzen. Moeten wij dan de volkomen inspiratie prijsgeven? Neen, als wij beproeven "de dingen, die verschillen" (Fil. 1:10). Lukas gebruikt "isaggelos" waarin het woord "isos" zit, zij zijn den engelen dus volkomen gelijk. 1 Joh. 3:2 gebruikt "homoios" en zegt eenvoudig, dat er dus tussen die opgestane mensen en de verheerlijkte Zoon Gods een gelijkenis is; geen volkomen gelijkheid evenwel.

Laat ons nog enige plaatsen onderzoeken, waar "homoios" of een verwant woord gebruikt is.

  • Hand. 14:11 "De goden zijn den mensen gelijk geworden".
    Zij bedoelden niet een volkomen gelijkheid.

  • Rom. 6:5 "Want indien wij met Hem éne plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding".
    Men weet dat de gecursiveerde woorden van de Staten Vertaling niet in de Griekse tekst staan. Zij werden er bijgevoegd "ter verduidelijking". Dikwijls echter hadden zij beter weggelaten kunnen worden.
    Deze tekst geeft nu al licht een verkeerde indruk. Waarom hem niet ongeveer als volgt vertaald: "Want indien wij saamgeplant geworden zijn in de gelijkenis Zijns doods, zo zullen wij ook van de opstanding zijn".

  • Rom. 8:3 "Zijnen Zoon zendende in de gelijkheid des zondigen vleses".
    Er was gelijkenis, geen gelijkheid.

  • Heb. 2:17 "Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden".
    Hoe dankbaar mogen wij hiervoor zijn. Maar ook dat Hij ons niet "volkomen gelijk" was.

  • Heb. 4:15 "Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest".
    Dat is overeenkomstig als wij, niet precies als wij.

  • Heb. 7:15 "Naar de gelijkenis van Melchizédek".
    Hieruit vloeit voort, dat Melchizédek niet Christus geweest is. Gene had slechts enige gelijkenis met Deze.

  • Jud. 7, 8 Sodom en Gomorra en de steden rondom dezelve, hebben op gelijke wijze gehoereerd als de zondigende zonen Gods van Gen. 6, dat zijn de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben. Het was niet juist op dezelfde wijze, maar een die er op leek, er gelijkenis mee had.
    "Desgelijks" is ook weer niet juist hetzelfde. Tussen de misdaden dier mensen, die der engelen en die van Sodom en Gomorra was een zekere overeenkomst. Maar er is ook verschil. "Desgelijks" is niet: op gelijke wijze, maar: op enigszins overeenkomstige wijze. Men rekene hiermee als men vers 6 wil uitleggen.




    Ander en andersoortig | Inhoudsopgave | Toorn



    Home
    | Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
    Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden