De Drie Sferen van Zegening

 


HET FUNDAMENT

Het oogmerk van het diagram, de samenvattende uitbeelding op de voorpagina, is om enige zichtbare voorstelling te geven van Gods voornemen ter verlossing, vastliggend in onze Here en Behouder jezus Christus. Dit wordt tot openbaring gebracht in verschillende sferen van zegening.

De grondslag is het vaste Fundament. "Want niemand kan een ander fundament leggen dan hetgeen gelegd is." (1 Cor. 3: 11). "En de behoudenis is in geen andere, want er is ook onder de hemel geen andere naam die onder de mensen gegeven is door welke wij moeten behouden worden." (Hand. 4: 12). Echter, al worden zo allen gered door dezelfde Middelaar. hiermee verkrijgen allen nog niet hun zegeningen in dezelfde sfeer en gaan allen nog niet "naar de hemel". God is in dezen volkomen vrij hierin met de mens te handelen gelijk Hij wil.

DE SFEREN

Gods Woord nu openbaart drie sferen van zegening; zij zijn van elkaar onderscheiden, wat nog niet wil zeggen gescheiden. Het zijn groepen van door Christus' verlosten welke allen Gods heerlijkheid zullen tentoonspreiden, doc op hun eigen wijze. Hierin zal juist uitkomen Gods veelvuldige, Gr.: veelkleurige wijsheid (Nwe Vert.). De eerste sfeer is die der aarde, de tweede die der hemelen, de derde die der overhemelen (Zie Kantteek. St. Vert. bij Ef. 1 : 3).

1. De Aarde

In de toekomende eeuw zal Israël, Gods eerstgeboren volkenzoon (Ex. 4 : 22), gesteld worden in de rechten van de eerstgeborene, daarmee het hoofd der Volken worden en zo deze alle ten zegen zijn (Zach, 8 : 13). Zij zullen de wereld met inkomsten vervullen. (Jes. 27 : 6) Het rijk en de heerschappij en de grootheid der koninkrijken onder de ganse hemel zal gegeven worden aan het volk des Allerhoogsten. (Dan. 7 : 27; niet: der hoge plaatsen zoals de St. Vert. zet; zie Nwe Vert.) Daartoe zal Christus eerst moeten wederkomen, zichtbaar op de Olijfberg.

Hij is in de hemel tot de tijden der wederoprichting aller dingen die God door de Profeten heeft geopenbaard (Hand. 3 : 19-21). Deze omvatten bezit van het land Kanaan, (Ez. 36 : 24, 28, 34, 35 en 37: 25), herstel van de troon van David, (Jes. 9 : 6, Amos 9:11, Ps. 89 : 21, 28, 30; Ez. 34 : 23; 37 : 25, Hos. 3 : 5) en dit onder de grote Davidszoon (Luk. 1 : 31-33) die eenmaal in heerlijkheid Zijn intocht in Jeruzalem zal houden, (Mt. 23 : 39 en zal zitten op Zijn troon, Op. 3 : 21, Mt. 25 : 31 ).

Dan zullen de Volken van jaar tot jaar opgaan naar Jeruzalem (Zach. 14 : 16). Hij zal hun vrede gebieden. (Zach. 9 : 10, Jes. 2 : 4) en hun omwindsel wegnemen. (Jes. 25 : 7- 9). Zijn rust zal heerlijk zijn (Jes. 1 1 : 1 0). Dan zullen de Heidenen vrolijk zijn met Zijn volk (Deut. 32 : 43), alle Heidenen God loven, alle Volken Hem prijzen (Ps. 117: l); dan zullen alle koningen zich voor Hem nederbuigen, alle Heidenen (natiën) Hem dienen (Ps. 72 : 1 1 ), dan zal de veelheid van vrede bloeien. (vs7) Dan is er het Koninkrijk der hemelen, d.i. vanuit de hemelen opgericht, dat Johannes, Christus en Zijn discipelen aankondigen (Mt. 3 :2, 4 : 17, 10 : 7), een rijk dat niet uit deze wereld is, (dit is: daaruit niet opkomt, Joh. 18 : 36), maar dat Hij eenmaal vanuit de hemelen aan Israël zal oprichten, (Lk. 1 : 33, Hand. 1 : 6, 7).

Allen die aan de roeping tot het koninkrijk gehoor gaven, vormden in de Handelingentijd de gemeente die de Here bouwen zou (Mt. 16 : 18). Deze zal nog met anderen van later tijd uitgebreid worden. Zij zijn de zachtmoedigen die het aardrijk beërven zullen (Mt. 5 : 5) het koninklijk priesterdom (1 Petr. 2: 9). We noemen ze in dit verband de Koninkrijksgemeente.

2. De Hemelen

Boven de aardse sfeer, Israël en de Volken, liggen de hemelen. Daarin is het Vaderhuis dat door de Here Jezus wordt toebereid (Joh. 14 : 1-3), het Gebouw waarvan Paulus spreekt (2 Cor. 5). Worden op aarde de Volken gezegend door Israël, in de hemelse sfeer worden de uitverkorenen uit Israël en de Volken gezegend met de gelovige Abraham. (Gal. 3 : 9, 14) Zij zijn erfgenamen (Gr.: bezitverkrijgers) naar de belofte (Gal. 3 : 16, 19, 29).

In deze groep valt alle onderscheid weg, "daarin is noch Jood noch Griek, noch dienstbare, noch vrije, daarin is geen man noch vrouw". Zij zijn allen één in Christus Jezus (Gal. 3 :28). Zij zijn bezitverkrijgers der wereld (Rom. 4 : 13) d.i. van hemelen en aarde. Ze omspannen deze en beheersen niet een deel der aardse sfeer zoals de Volken of Israël maar zijn bewoners van de hemelen.

Zij zullen de wereld oordelen d.i. rechtzetten (1 Cor. 6 : 2), op hen wacht de zuchtende schepping (Rom. 8 : 19). Zij die in de loop der tijden tot deze sfeer zijn geroepen en toebereid, worden, indien zij niet levend overblijven tot de wederkomst des Heren, bij hun dood te ruste gelegd, zij ontslapen; zij zullen bij de wederkomst opstaan en in een punt des tijds met de levend overblijvenden veranderd worden en de Here tegemoet gaan (1 Thess. 4 :17). Dit is de toevergadering tot Hem (2 Thess. 2 : 1).

Later zullen zij ingezet worden in het gebouw niet met handen gemaakt. Zij vormen niet de Bruid die is uit Israël n.l. het herboren deel der Vrouw Israël maar de groep die geslacht der hemelen is. Zij heten erfgenamen Gods en medeërfgenamen met Christus. (Rom. 8 :17) Zij zijn de naar Gods voornemen geroepenen (vs 28) die verheerlijkt worden, de vele broederen van wie Christus de eerstgeborene is (Rom. 8: 29, 30). We noemen hen de Broedergemeente.

3. De Overhemelen

Over en boven de hemelen is de derde sfeer. Het O.T. wijst hier zijdelings op als het zegt dat de hemel der hemelen - de derde hemel van 2 Cor. 12 : 2 - God niet kan bevatten (1 Kon. 8:27). Het N.T. zegt dat Christus de hemelen is doorgegaan, - dit zijn dan de in het O.T. geopenbaarde hemelen en de hemel der hemelen - om voor God te verschijnen, (Heb. 4 : 14). Het Griekse woord dat er rechtstreeks op wijst komt noch in de St. noch in de Nwe Vert. voor maar we vinden het in de Kantteek. der St. Vert.; het is: "overhemelen". In die sfeer is Christus gezet aan (Gr.: in) Gods Rechterhand (Ef. 1 : 20, 21). En daar wordt medegezet de gemeente die Zijn Lichaam is. Deze moeten we onderscheiden van de gemeente Gods van 1 Cor. 10 : 32.

Om daar oog voor te krijgen bidt Paulus:

" - - - opdat de God onzes Heren Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve - - - verlichte ogen uws verstands (Gr.: uws harten) opdat gij moogt weten Wie de hoop zij van Zijn roeping - - - en welke de uitnemende grootheid Zijner kracht zij aan ons die geloven - - - die Hij gewrocht heeft in Christus als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt en Hem gezet heeft aan (in) Zijn Rechterhand in de overhemelen (grondtekst, zie Kantteek. St. Vert.) - - - en heeft Hem der gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen welke Zijn Lichaam is, de vervulling (aanvulling) Desgenen die alles in allen vervult", (Ef. 1 : 17-23).

"En heeft ons mede levend gemaakt en mede-opgewekt en medegezet in de overhemelen (grondtekst Ef. 2 :5, 6).

De Here jezus verliet deze aarde om weder te keren tot de plaats die Hij verlaten had, Gods Rechterhand, het Centrum van al Gods heerlijkheid, majesteit en kracht. Hiervoor was een belofte, die van Ps. 110 : 1. En Ef. 4 : 10 zegt: "Die nedergedaald is, is dezelfde die opgevaren is ver boven (Gr.: over boven) de hemelen opdat Hij alle dingen vervullen zou". Dit was Zijn plaats krachtens Zijn God-zijn. Nu is Hij daar tevens als vertegenwoordiger der verloste mensheid. Hij is daar werkzaam om Zich een Lichaam te vormen dat als Zijn aanvulling de schoonste plaats zal innemen.

Wordt eenmaal alles in een bedeling van de volheid der tijden weder tot een vergaderd in Christus (Gr.: onder een hoofd samen vergaderd) en zal Hij alle dingen verzoenen tot Zichzelf, hetzij de dingen die op de aarde hetzij de dingen die in de hemelen zijn (Ef. 1 : 10 en Col. 1 : 20), de Gemeente die Zijn Lichaam is heeft Hem nu reeds tot Hoofd en is nu reeds tot die verzoening gekomen (Ef. 2 : 16, Col. 1 : 21; grondtekst: volle verzoening). Dit Lichaam is de betoning van de uitnemende rijkdom van Gods genade, (Ef. 2 : 7), ornament van Gods veelkleurige wijsheid en het is en wordt instrument van Hem die alle dingen zal vervullen en waarin het zeker mede een taak verkrijgt.

Het Hoofd zetelt sedert de hemelvaart boven tronen, heerschappijen, overheden en machten die hun zetels hebben over boven de hemelen. De Leden van het Lichaam, die thans uit en ook tot het Hoofd opwassen, verkrijgen ook eenmaal die pl aats der uitnemende,heerlijkheid gelijk zij die hun in dezen zijn voorgegaan en de prijs der roeping Gods mochten behalen deze reeds verkregen hebben. Zij zijn nu in het Hoofd daar gezet maar worden het ook eens lichamelijk. Dit geschiedt door een bizondere opstanding die een deel reeds verkregen heeft. We komen hierop hieronder terug na eerst vooraf gesproken te hebben over de "hoop" die aan geloof verbonden is.

4. Meerdere verwachtingen

De hoop van het geloof is door onjuiste richtingaanduiding vervlakt tot een eenvoudig "naar de hemel" gaan. Dit is voor de meeste gelovigen van de Christelijke Kerken en groepen de enige hoop in leven en sterven. Niet alzo de Schrift. Deze geeft meerdere hopen of verwachtingen aan. Er is de hoop van het komende Koninkrijk der hemelen. Dit koninkrijk is het onderwerp van vele O.T. profetieën. De belofte is het gezegend aardrijk "in eeuwigheid, d.i. in de toekomende eeuw te mogen beërven. Ps.37. Voor hen die gestorven zijn heeft het evangelie des koninkrijks de blijde hoop van "de opwekking ten laatsten dage". (Joh. 6 : 39, 40, 44 en 11 : 24) Dan vangt voor hen het eeuwige (Gr.: het aionische) leven aan; het ononderbroken leven van de toekomende eeuw (Mk. 10: 30, Lk. 18 :30). Zij zijn de engelen gelijk en kunnen niet meer sterven (Lk. 20 :36). Aan Abram wordt dit beloofd in Gen. 13 : 15: "het land dat gij ziet zal Ik u geven en uw zaad tot in eeuwigheid". (Hebr.: de duur der eeuw, naar later blijkt: de toekomende eeuw).

Meer op de achtergrond van het O.T. vinden we dat er ook een hemels erfdeel is. God belooft Abram een zaad als ,de sterren des hemels. Dit ziet niet alleen op het aantal maar wi,'st ook op de hoedanigheid. Zij zullen zijn glanzende lichtsgestalten. De opgewekte Mozes en de verheerlijkte Elia 5 zijn hiervan typen, mede met Henoch, de voorloper van deze groep. (Zie ook Dan. 12 . 3). Zij hebben niet als hoop het Land of breder de aarde te verkrijgen, zij ontvangen iets liogers: een hemelse sfeer waarvoor hun een hemels lichaam wordt geschonken (1 Cor. 15 40).

Paulus noemt de aardse en de hemelse groep in Ef. 3 15 als hij zegt dat er een geslacht (Gr.: patria, d.i. Vadergroep) is voor de hemelen en voor de aarde. Daarmee in overeenstemming schrijft hi'j dat er hemelse en aardse lichamen zijn in !de opstanding : "En daar zijn hemelse en daar zijn aardse lichamen maar een andere is de heerlijkheid der hemelse en een andere der aardse (1 Cor. 15 : 40). Waar de mens in dit aardse lichaam de heerlijkheid mist (Rom. 3 : 23) ziet dit woord op de toekomst.

Voor de tweede sfeer, die der hemelen, is dus een andere hoop weggelegd. Deze hoop schemert reeds door in het 0. T. maar Christus spreekt er duidelijk over: Hii gaat henen om plaats te bereiden in het Vaderhuis. Dit is 'niet op aarde want als; dit Huis bereid is, komt Hij weder om hen tot Zich te nemen. Zo ligt in Joh. 14 de hogere sfeer aangegeven en zien we in de Evangeliën de dubbele lijn: de zachtmoedigen het aardrijk, een andere groep het Vaderhuis, een geslacht der aarde en der hemelen. De hoop van de laatste groep gaat in vervulling bij de wederkomst des Heren, die Paulus beschrijft in 1 Thess. 4. Deze komst is dezelfde als die van Mt. 24 en 25 en Jak. 5 : 7, 8. Er is geen aparte komst tot opname der gemeente voor de grote verdrukking, dus geen dubbele wederkomst tot opneming van "de Bruid" en tot oprichting van het koninkrijk aan Israël. De "toekomst des Heren" is ongedeeld, in de laatste bazuin, (1 Cor. 15 : 52). Dit is de laatste bazuin van Openb. 1 1 : IS, dus dicht voor het einde en van de opstanding "ten laatsten dage" van Joh. 1 1 : 24 (in Joh. 6 : 39, 40 vertaald door "ten uitersten !dage") in de verschijning Zijner toekomst (2 Thess. 2 : 8 ').

Indien God nu niets meer geopenbaard had, zou alles reeds rijk en heerlijk geweest zijn. Maar dan zou toch een ding hebben plaats gevonden: de overwinning op de dood t.o.v. de gelovige zou door Israëls verharding en daardoor menselijkerwijs gesproken, blijkbaar uitgestelde wederkomst eerst hebben plaats gehad bij die komst. (Niet van Godszijde bezien want Hem zijn de dingen niet overvallen). De overwinning van Christus over de dood duldde evenwel zulk een uitstel niet. God wilde dit ten spoedigste doen doorwerken t.o.v. de gelovigen. Wel niet algemeen voor alle gelovigen maar toch voor zekere.

Dit had Hij echter nog niet geopenbaard; het was een geheim dat Hij in Zich bewaard had. Maar als Israël terzijde gezet is, maakt Hij het Paulus bekend. En deze schrijft het neer: "Mij, de allerminste van al de heiligen is deze genade gegeven dat ik onder de Heidenen (de Volken) zou bekend maken de onnaspeurlijke rijkdom van Christus( dat is die welke we in de Heilige Schriften van het O.T. en van het N.T. buiten Paulus om ja zelfs in de zijne tot op die tijd ( 1-2 Thess., 1-2 Cor., Galaten, Romeinen, en Hebreën ) niet kunnen vinden en allen te verlichten dat zij mogen verstaan welke de bedeling zij die van eeuwen en geslachten verborgen is geweest in God." (d.i. af van of buiten de aionen, de grote wereldtijdperken, en geslachten gehouden is, daarin nergens is geopenbaard op enigerlei wijze, in woord noch profetie, type noch symbool). (Ef. 3 : 8, 9).

Deze verborgenheid (beter: geheimnis, d.i. iets wat wel gekend kan worden maar niet allen of slechts weinigen bekend is) betreft een belofte in Christus en deze houdt in dat God Hem een groep van personen schenkt die mede-Lichaam, mede-deelgenoten en mede-bezitverkrijgers zijn dier belofte. Het zijn zij die mede-levendgemaakt, mede-opgewekt en mede-gezet zijn. (Ef. 2 : 5, 6) Voor hen is een bizondere weg geopend om dit niet alleen in de geest maar ook lichamelijk te verkrijgen. Dit geschiedt, doordat God de uitnemende grootheid Zijner kracht naar de werking der sterkte Zijner macht ook in hen laat werken ("aan ons die geloven," Ef. 1 : 19) en hen derhalve op doet staan van tussen de andere doden uit.

Dit schrijft Paulus in duidelijke woorden neer in Fil. 3 : 10, 11: "Opdat ik Hem kenne en de kracht Zijner opstanding en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende (d.i. zo dat ik van die dood niet gehouden kan worden evenmin als Christus dit is - Hand. 2 : 24 -, opdat ik enigszins (d.w.z. hoe dan ook) moge komen tot de uitopstanding die uit de doden is (grondtekst)". Christus' dood gelijkvormig worden betekent dus: zoals Hij kort in het graf zijn, er spoedig uit opgewekt worden; dit heet een uitopstanding. (St. Vert.: wederopstanding). Dit is het ontbonden worden. Daarop volgt het met Christus gezet worden, dit is het bij Christus zijn. (Fil. 1 : 23). Paulus is er toe gekomen want hij schrijft in zijn laatste brief kort voor zijn dood dat de tijd zijner ontbinding aanstaande is (wat niet is de scheiding van ziel en lichaam - - dat is Heidense filosofie van Plato - - maar de losmaking uit het graf). Hij kan dus niet tot aan de wederkomst in het graf liggen.

We merken in dit verband op dat de Schrift leert dat de doden in het algemeen in het graf rusten (Joh. 5 : 28), maar een aantal is in de zee of in de dood (Openb. 20 :13), de laatsten zijn b.v. verbranden.

Door de uitopstanding die uit de doden is doorbreekt God telkens weer de macht des doods nu de grote bres in het voor de mens ondoorbrekelijke front (wie bevrijdt zijn ziel van het geweld des doods? Ps. 89 : 49) door Christus is geslagen doordat Hij van de dood niet gehouden kon worden. Dit is een deel van de hoop van de Leden van het Lichaam van Christus (doch alleen van hen), deze zal dus voor alle andere verwachtingen vervuld worden.

"Maar ons burgercentrum (domicilie, het "wandel" der St. Vert. is onjuist) behoort (grondtekst) tot de hemelen uit hetwelk (grondtekst, n.l. uit welk centrum) wij ook de Behouder verwachten, de Here Jezus Christus die ons vernederd lichaam (d.i. het tot in het graf vernederde lichaam) veranderen zal ( d.i. het van gedaante. uiterlijke verschijning zal veranderen) opdat het gelijkvormig worde aan (d.i. dezelfde bestaanswijze zal hebben als) Zijn heerlijk lichaam (lichaam Zijner heerlijkheid) naar de werking waardoor Hij ook alle dingen Zichzelve kan onderwerpen (Fil. 3 : 20, 21).

Dit is de hoop van de Leden van het Lichaam van Christus, van de groep die we kunnen noemen de Lichaamsgemeente.

SLOTWOORD

Dit geschriftje is niet geschreven om de idee te wekken dat de leer die we voorstaan slechts voor intellectuelen en studiehoofden is. Al wil God dat we geen kinderen zijn in het verstand maar volwassenen (1 Cor. 14 : 20), toch bedoelt dit stuk niet om alleen verstandelijke kennis bij te brengen; het beoogt een woord te zijn dat of roept tot het hoogste wat God bereid heeft of verheldering en versterking wil brengen van wat de Geest door het Woord reeds heeft ingewerkt maar voor het verstand nog niet klaar omlijnd was. Het moet een zaak van het hart worden of zijn. Want achter de uitwendige kant der drie sferen is een binnenzijde: het geestelijk levendgemaakt, opgewekt en gezet worden (Ef. 2 : 5, 6).

Deze dingen gaan dieper dan verstandelijk inzicht, ze zijn een gesteldheid van het hart. In de geest kunnen we van sfeer tot sfeer gaan, opwassen van het een tot het ander. De buitenzijde der sferen kan en moet tot de persoonlijke vraag doen komen: Wat heb ik nu in Christus. Want in Hem zijn beloften voor elke sfeer. Zo kan het strekken tot zelfonderzoek en tevens de begeerte opwekken met Paulus of te gaan jagen naar de prijs der roeping Gods of daarin voort te varen. Daarvoor schiet de verstandelijke kennis op zichzelf te kort. dit is een zaak van het hart. Men zij innerlijk met deze dingen bezig, dan zal men opwassen in de diepere kennis en genade van de Here Jezus Christus. De gebeden van Paulus in Ef. 1 : 15-23 en 3 : 14-21 mogen er het uitvloeisel van zijn en tevens een gemeenschapsoefening met de Vader der heerlijkheid.

G. J. P.

Uitgave van het onafhankelijke positieve maandblad "Uit de Schriften" ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan er van op 2 Aug. 1954.




Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden