Deel I
No 1
2 Aug. 1929

Verstaat gij ook, hetgeen gij leest?

Hand. 8:30



De Bijbel is het meest gelezen, maar het minst begrepen boek, is eens door iemand gezegd. We geloven, dat hierin veel waars ligt. Zeker, 't is een gelukkig feit, dat de Schriften of onderdelen er van in meer dan 800 talen overgezet zijn en elk jaar in miljoenen exemplaren in de wereld verspreid worden. Tot ongekende zegen. Maar of het welgeordend plan Gods ingezien wordt is een tweede zaak. Neem ons eigen land. Er wordt zeer veel gedaan tot aanbrenging van de kennis der Waarheid. Maar als we nagaan of de Schrift met inzicht gelezen en begrepen wordt, staan we voor grote teleurstellingen. Als men gaat buiten hetgeen men als uitlegging er van geleerd heeft, blijkt, dat het Schriftinzicht zeer gering is.

Veelal wordt de Bijbel plichtmatig gelezen. 't Is wel! Maar verstaat men ook hetgeen men leest, niet alleen het deel zelf, maar dat deel in verband met het voorafgaande en volgende.

Ziet men de voortschrijding in Gods Woord, de organische ontvouwing?

Petrus zegt, dat in Paulus' Brieven sommige dingen zwaar zijn om te verstaan. Daarom zijn ze nog niet onverstaanbaar. En al zouden sommige delen of teksten soms al niet verstaan worden wegens gebrek aan kennis op een of ander terrein van wetenschap, die als hulpmiddel kan dienen, daarmee behoeft het inzicht nog niet te ontbreken. Gods Woord is niet onverstaanbaar.

Wie de Schrift wil leren verstaan, moet letten op de dingen, die verschillen. Zonder dat wordt alles een verwarring. Te weinig nu wordt op de verschillen gelet. Deed men dat, dan kwam er veel fijnere nuancering naar voren. Dan zou blijken, dat wel al de Schrift, die van God ingegeven is en nuttig is tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is (2 Tim. 3:16) voor ons is, maar niet in alles over ons handelt. God spreekt verschillende groepen toe.

De grondfout nu van zo wat alle tegenwoordige richtingen is, dat ze óf die groepen niet in het oog houden óf niet consequent genoeg de lijn van die groepen in de Schrift tot het eind toe vasthouden. Halverwege verlaat men die lijn om dan op een geheel andere over te gaan. Dat nu leidt tot grote verwarring. We hopen ons voor die grondfout te wachten en de lijnen tot het eind toe te volgen.

Is de eerste factor, die verwarring veroorzaakt de vermenging van de groepen, in de Schrift toegesproken, de tweede, die tot misverstand aanleiding geeft, is, de niet geheel zuivere, op meer dan een punt verouderde Staten-vertaling, die nog de Schrift voor Nederland is. Er zijn bijzonder t.o.v. de waarheden, die in onze tijd een bespreking vragen, onjuistheden in, die de glans van de geïnspireerde Schriften verduisteren. Een betere of herziene vertaling is dus alleszins gewenst, al is ze wegens de grote moeilijkheden bijna onmogelijk. Alles wat het verstaan van de delen en onderdelen kan bevorderen, moet aangegrepen worden. Anders wordt de Schrift een gesloten boek.

Er is nog een derde factor, die het inzicht belemmert. 't Is de traditionele uitlegging. Die schijnt dè uitlegging te zijn, maar dit behoeft geenszins. Niet omdat men iets altijd zo geleerd heeft, niet omdat het zo al lang geleerd is, is het waar. Alleen als Gods Woord het zegt, is het zo. Nu legt men zich maar al te veel neer bij wat als regel geleerd wordt zonder zelf na te gaan of alles zo is terwijl men juist beproeven moet en het goede moet behouden. Het beproeven vraagt een zich verdiepen in de dingen die verschillen, de rechte keursteen aanleggen en al wat aan de norm van het Woord niet voldoet, verwerpen.

We weten zeer wel, dat dit geen gemakkelijke arbeid is en dat het niet allen gegeven is even ver te komen. Dat is evenwel geen reden er niet mee te beginnen. Wie verstaan wil wat hij leest, zal zelf de hand aan de ploeg moeten slaan en, al is het dan ook in eenvoudigheid, toch zich moeten neerzetten om na te gaan, wat God in zijn Woord openbaart. En al zou dat ook ingaan tegen alle traditie - en dat zal vaak het geval zijn! - hij zal er door verrijkt worden en des te meer Hem leren kennen, Wiens woord alleen de waarheid is. De Moorman van Kandace had zich neergezet om zelf de Schrift te onderzoeken. Hij wilde niet af gaan op wat hij in Jeruzalem van de leraars gehoord had, hij wilde zelf weten. Laat dat thans ook het geval zijn. Zeker, anderen kunnen ons in veel dienen om te verstaan wat men leest. Zonder uitlegger gaat het vaak niet. Maar alle gelovigen moesten er toe komen om de Schrift te lezen als de verstaanbare woorden van Hem, die het levende Woord is en getuigd heeft, dat de opening van Zijn woord licht geeft.






Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden