Welk Evangelie?
door E.W. Bullinger
uit:
Things to come
We hebben
er al vaker op gewezen dat het belangrijk is het historische aspect van
de vier Evangeliën en het boek Handelingen te (h)erkennen.
Om het Woord der Waarheid recht te (kunnen) snijden (zie 2 Tim.2:15 SV),
moeten we beseffen dat de geschiedenis, zoals opgetekend in de Evangeliën
en Handelingen, niet alleen de verwerping, het verraad en de kruisiging
van Christus beschrijft, maar ook de verwerping van het Koninkrijk en
het getuigenis van de Heilige Geest.
Onderscheid
Toen Johannes de Doper zijn volksgenoten verkondigde, dat het Koninkrijk
der hemelen "nabij" was, bedoelde hij duidelijk niet dat zij
hun langverwachte Messias gevangen moesten nemen en Hem moesten kruisigen.
Gods doel, Zijn voorkennis en genade, moeten niet verward worden met de
verantwoordelijkheid en het falen van de mens(en). De Joden en de heidenen
waren zeker schuldig aan Zijn verwerping toen Hij kwam in liefde, genade
en waarheid. En de veroordeling of het oordeel over de wereld waarin wij
leven vindt mede z'n oorzaak in het feit, dat de mensheid de zeer Geliefde,
in Wie haar ware Leven en Licht was en is, heeft verworpen en vermoord
(Vgl. Joh.3:19).
Tot dusverre is dit voor alle Christenen nog wel duidelijk, maar wat niet
zo helder is, is dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen het Evangelie
der genade Gods en het Evangelie van het Koninkrijk.
De miskenning daarvan staat heel veel Christenen in de weg om een juist
inzicht te hebben in de betekenis van de Evangeliën en Handelingen,
en de bedoelingen van God in deze tijd.
Geheimenis
De profeten hebben de tijd voorzegd dat een Koning in gerechtigheid zou
regeren, dat de opgestane heiligen in de hemelse gewesten over de aarde
zouden heersen, en dat de kennis van des HEREN heerlijkheid de aarde zou
vervullen zoals het water de bodem der zee bedekt.
Er was zowel een hemels als een aards aspect van het Koninkrijk der hemelen,
en niet eerder dan dat het gehele Evangelie van het Koninkrijk der hemelen
verworpen was, behaagde het God om Zijn tot dan toe verborgen doel te
openbaren, dat verband houdt met Christus en de Gemeente.
Het geheimenis van het Lichaam van Christus onderscheidt zich van de aardse
en hemelse gedeelten van het Koninkrijk der hemelen, omdat deze laatsten
al tevoren in de Schriften geopenbaard waren.
Afwijzing
Er wordt door sommigen op gewezen, dat eerst verzoening nodig was, omdat
er zonder bloedstorting geen vergeving van zonden is. Dat wil zeggen:
totdat Hij, het Lam van God, geleden had en Zijn kostbaar bloed gegeven
had, kon er van de aanwezigheid of verwerkelijking van het Koninkrijk
der hemelen geen sprake zijn, noch in de aardse, noch in de hemelse vervulling
ervan.
Dit is ongetwijfeld waar, maar dat verontschuldigt de Joden niet om Hem
af te wijzen, en het heft de veroordeling van de wereld niet op. Nee,
de verantwoordelijkheid van de mens en zijn falen zijn op geen enkele
wijze verminderd, maar juist glashelder geworden.
Het is dan ook goed om te bedenken, dat de uiteindelijke verwerping van
het Evangelie van het Koninkrijk, zoals dat
gepredikt werd door Johannes de Doper, de Here Jezus en Zijn discipelen,
plaatsvond nadat de volledige losprijs betaald was!
Handelingen
In het boek Handelingen lezen wij over de komst van de Heilige Geest,
en over een nieuw getuigenis en een nader beroep op met name het Joodse
volk om berouw te hebben en te erkennen dat zij de Messias "in hun
onwetendheid" hebben omgebracht (vgl. Hand.3).
Zouden zij berouw hebben en Hem terug willen hebben die zij gekruisigd
hebben? Hij, de Vorst des Levens, werd opgewekt uit de dood; de Oudtestamentische
Schriften waarin Zijn lijden voorzegd was, waren vervuld. Zouden zij de
tijd van vernieuwing, ofwel "tijden van verademing" willen,
of moest Hij wegens hun ongeloof "ter rechterhand Gods" blijven?
Ach, we kennen de geschiedenis. In de historie van het Christelijke onderwijs
zijn de Evangeliën en het boek Handelingen nooit duidelijk uitgeIegd.
Het zicht op de verwerping van de Heilige Geest en het uitstel van de
openbaring van het Koninkrijk is vertroebeld. Zelfs de morele toepassing
van deze Bijbelboeken faalt omdat de ware uitleg niet gekend, en soms
ook ontkend wordt.
Verborgen
In deze bedeling der genade Gods (Ef. 3:2) is het Koninkrijk verborgen.
Wij prediken dus niet het Evangelie van het Koninkrijk, door bijvoorbeeld
te zeggen: "Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen."
Evenmin strekken wij ons uit naar of verkondigen wij de tekenen, die bij
(de prediking van) dat Rijk horen. Dat werd in het verleden gepredikt,
toen het nog actueel was, en het zal in de toekomst gepredikt worden,
als God Zijn plannen met Israël en de volkeren zal volvoeren. Ook
het onderwijs, dat daarbij behoort, waarvan we de neerslag vinden in de
Evangeliën en Handelingen, zal gestalte krijgen in overeenstemming
met de wil van God.
Vandaag is de genade verschenen, niet alleen heilbrengend, maar ook opvoedend,
onderwijzend (zie Titus 2:11-15).
Waar men dat onderscheid, door God Zelf zo gewild, herkend en ook erkend,
daar wordt aan het doel van de Almachtige beantwoord: de formering en
de opbouw van de Gemeente, het Lichaam van Christus.
Allen die daar deel van uitmaken mogen weten: "...uw leven is met
Christus verborgen in God. Wanneer Christus verschijnt, Die ons leven
is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid." (Kol. 3:3
en 4)
Wanneer gelovigen zich nu eens wat meer volwassen gingen gedragen door
te luisteren naar wat Gods Woord tot hen zegt, dan zouden zij gaan beseffen
dat zij al veel meer hebben ontvangen dan waar zij ooit om gevraagd hebben.
Ook zouden zij inzien dat een goed geloofsleven niet af te meten is aan
het verkrijgen van voorspoed en gezondheid. Wie echt met de Here wandelt,
komt tot de ontdekking dat hij zonder te vragen reeds uit een enorme rijkdom
van hemelse zegeningen leeft. Deze zegeningen gaan de aardse te boven,
zijn onuitsprekelijk en hebben een niet te bevatten rijkdom. Wie daarin
wandelt, zal ook kunnen accepteren dat voorspoed en gezondheid niet altijd
vanzelfsprekend zijn. Ook zij die tot het Lichaam van Christus horen,
hebben, evenals Paulus dat had, vaak te kampen met ziekte en lijden. Gelukkig
mogen wij ook in deze dingen de apostel tot een voorbeeld hebben.
Genade in zwakheid
Nadat Paulus tot maar liefst drie keer toe had gebeden om de doorn uit
zijn vlees te verwijderen, nam hij uiteindelijk genoegen met het alles
verklarende antwoord dat hij van de Here kreeg: "Mijn genade is u
genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid..."
(2 Kor. 12:9) Hiermee liet de Here Paulus zien dat Hij zijn aandoening
wilde gebruiken om Zijn genade ten volle in hem uit te werken. Hoe zwakker
Paulus uit zichzelf was, des te afhankelijker werd hij van zijn Hemelse
Vader, wat tot gevolg had dat Deze hem des te meer kon bekrachtigen. Zodoende
kon de apostel een nog betere dienstknecht worden van Jezus Christus.
Paulus' ziekte werd op deze wijze tot een waar getuigenis van Gods genade.
Het is mooi om te zien dat Paulus het antwoord van de Here vrij eenvoudig
kon accepteren. Er volgde geen relaas van boosheid, twijfel of ongeloof,
maar een heel nuchtere en van geloof getuigende conclusie: "Zeer
gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus
over mij kome..." (2 Kor. 12:9) Zo op het eerste gezicht lijkt dit
antwoord van Paulus niet zo bijzonder, maar als wij het gaan vertalen
naar de praktijk van zijn dagelijks leven, dan komt het bijna zelfdestructief
over: "Heel graag wil ik mij nog meer beroemen in vervolgingen, geselingen,
gevangenschap, slagen, honger, dorst, slapeloze nachten, kou, armoede,
ziekte en zelfs gevaar voor eigen leven. Daardoor heeft Christus' kracht
nog meer kans om in mij uit te werken, zodat ik temeer Zijn naam kan groot
maken..." Paulus offerde zichzelf helemaal op ten dienste van de
Heer en had het er zelfs voor over om daarvoor ziekte en lijden te moeten
verdragen. Het ging hem niet om zijn eigen belang en welzijn, maar om
dat van Christus, daarin vond hij zijn geluk: "Daarom heb ik een
welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen
ter wille van Christus..." (2 Kor. 12:10)
Hoe anders is dit dan de instelling die gelovigen vaak hebben. Ziekte
wordt eerder beschouwd als iets dat met een gebrek aan geloof te maken
heeft, dan dat het door de Here gebruikt zou kunnen worden om een getuigenis
te geven. Waarmee overigens niet gezegd is dat God ons ziekte en lijden
laat overkomen. Nee, Hij wil de gegeven situatie van deze gevallen schepping
gebruiken om daarin Zijn goedheid en genade te tonen. Zo wil Hij gelovigen
en ook ongelovigen dichterbij Hem brengen.
Hoe ondergaan wij tegenslag en ziekte? Is er boosheid, twijfel en ongeloof
of overheerst de vreugde en blijdschap vanwege Gods genade? Wanneer wij
in boosheid, twijfel en ongeloof blijven hangen, dan kan Gods kracht nooit
ten volle in ons uitwerken en zijn wij niet alleen lichamelijk, maar worden
ook geestelijk ziek. Als wij echter in afhankelijkheid van de Here leven,
dan ontvangen wij Zijn kracht en vrede. Dit neemt de pijn en het lijden
weliswaar niet weg, maar geeft ons wel de blijdschap van boven. Deze stelt
ons in staat pijn en moeiten te dragen en tegelijkertijd ware getuigen
van Christus te zijn. Dan kunnen wij ook zeggen:
"...want als ik zwak ben, ben
ik machtig!"
Voetnoten:
1. 2 Kor. 12:7 "Daarom is mij, opdat
ik mij niet te zeer zou verheffen, een doorn in het vlees gegeven, een
engel des satans, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet te zeer
zou verheffen. "
2. 2 Kor. 12:2 "Ik weet van een mens
in Christus, veertien jaar is het geleden (of het in het lichaam was,
weet ik niet, of dat het buiten het lichaam was, weet ik niet, God weet
het) dat die persoon weggevoerd werd tot in de derde hemel."
3. 1 Tim. 6:16
4. Ex. 33:18; 34:9
5. 2 Kor. 12:34 "En ik weet van die
persoon (of het in het lichaam of buiten het lichaam was, weet ik niet,
God weet het) dat hij weggevoerd werd naar het paradijs en onuitsprekelijke
woorden gehoord heeft, die het een mens niet geoorloofd is uit te spreken.
"
6. Openb. 21 en22
7. Mar. 9:17-27
8. Gal. 6:11 "Ziet, met hoe grote letters
ik u eigenhandig schrijf!"
9. 2 Kor. 10:10 "Want zijn brieven,
zegt men, zijn wel gewichtig en krachtig, maar zijn persoonlijke verschijning
is zwak en zijn spreken betekent niets. "
10. Gal. 4:15 "Want ik kan van u getuigen,
dat gij, ware het mogelijk geweest, uw ogen uitgerukt en ze mij gegeven
zoudt hebben."
11. Gal. 4:13-14 "Ja, gij weet, dat ik
aan u de eerste maal, omdat ik ziek geworden was, het evangelie verkondigd
heb, en toch hebt gij de verzoeking, die er voor u in mijn lichamelijke
toestand gelegen was, niet als iets verachtelijks beschouwd of ertegen
gespuwd... "
Home | About LW | Site Map | LW Publications | Search
Developed by ©
Levend Water All rights reserved
|