U is heden de Heiland geboren door D. van Zuijlekom
Als wij acht geven op wat Lukas heeft genoteerd, dan valt op dat hij ons oog vestigt op drie dingen:
1. De aardse omstandigheden Wat waren die aardse omstandigheden bij de geboorte van Jezus Christus?
En het geschiedde in die dagen, dat er een bevel uitging vanwege keizer Augustus, dat het gehele rijk moest worden ingeschreven. (Lukas 2:1) Letterlijk staat er, dat `in die dagen ging er een decreet uit van Caesar Augustus'. Caesar Augustus was de eerste romeinse keizer. Zijn werkelijke naam was `Caius Octavius'. Hij was een achterneef van Julius Caesar. De naam `Augustus' is betekenisvol. Hij had die naam namelijk gekregen van de romeinse senaat. Die naam had de senaat speciaal voor hem bedacht. `Augustus' is afgeleid van het woord `Augur' wat `Goddelijke heiligmaking' betekent. En die naam `Augustus' was eigenlijk een titel die de romeinse senaat voor de eerste romeinse keizer had uitgevonden: `Augustus Caius Octavius', `De Goddelijke Heiliggemaakte Caius Octavius'. Caius Octavius zelf was blijkbaar toch niet zo blij met deze naam, want hij adopteerde de naam `Caesar' en na verloop van tijd liet men de titel `Augustus' vervallen en werd de keizerlijke titel `Caesar'. Maar toch is de eerste romeinse keizer de geschiedenis ingegaan als `Caesar Augustus'.
Waarom vond de romeinse senaat deze Caesar zo goddelijk? Nu deze man deed waar men in de romeinse republiek al eeuwen naar had uitgekeken. Hij bracht namelijk vrede op aarde. Al eeuwenlang was de romeinse republiek in een voortdurende oorlog verwikkeld met verschillende vijanden om de wereldheerschappij in handen te krijgen. En eeuwenlang lukte het Rome niet om de wereldmacht te veroveren. Het land verkeerde continue in een staat van oorlog. Maar er was één man, die de wereld onder zijn hiel verpletterde en dat was generaal `Caius Octavius'. Hij vestigde het Romeinse Rijk. Hij veranderde de romeinse republiek in het romeinse wereldrijk.
En het geschiedde in die dagen dat de deuren van de tempel van Janus werden gesloten. Die gesloten deuren van de tempel van Janus betekende, dat er geen oorlog meer was. Men sloot na tientallen jaren de deuren en zij bleven vele jaren gesloten. In die dagen veroverde Caius Octavius de wereldheerschappij. In die dagen zeiden alle romeinse burgers `Het is eindelijk vrede op aarde'. In die dagen verklaarde de romeinse senaat deze Caius Octavius goddelijk heilig gemaakt en schonk hem de titel `Augustus'. En in die dagen ging er een decreet uit van deze `Goddelijke Heiliggemaakte', dat het gehele rijk ingeschreven moest worden.
Nota bene in die dagen werd de Here Jezus Christus geboren. Uitgerekend op dat moment werd het voor het eerst vrede op aarde sinds mensenheugen, doordat een heerser de wereld vertrapte onder zijn hiel en alle mensen onderwierp met zijn brute kracht. Vrede op aarde. Op het eerste gezicht prachtig, maar als je er dieper
over nadenkt, was dit het donkerste uur waar de wereld ooit in geweest
was. De mensen hadden tegen deze heerser niets in te brengen. Tegenspraak
werd niet geduld. Wat deze man had bevolen, moest gebeuren. Zelfs in de
verste uithoeken van het wereldrijk moest een ieder aan hem gehoorzamen,
of je wilde of niet. En iedereen, niemand uitgezonderd, ging op reis om
zich te laten inschrijven in zijn eigen stad. Of je nu wel of niet hoogzwanger
was, dat maakte niet uit; je moest. Want deze Hitler, deze Caesar Augustus
had het bevolen. Die vrede op aarde was een schijnvrede, een duivelse
vrede. Een vrede die voortkwam uit de koker van de god van deze eeuw,
satan. Hij gaf de wereldheerschappij precies op dit moment aan één
mens, een anti-Christus, om de komst van de ware Christus, de ware Vredevorst,
te verdoezelen en om de blijde boodschap van de engel volledig te ontkrachten.
11 U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. 13 En plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht, die God loofde, zeggende: 14 Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens. (Lukas 2) De mensen zouden zeggen: `Een blijde boodschap? Bij de mensen des welbehagens? Vrede op aarde? Maar wij hebben toch al vrede op aarde!' Het duivelse is dat zolang de Here Jezus rondwandelde op aarde er vanuit Rome deze duivelse vrede op aarde gedicteerd werd. Gedurende heel het leven van de Heiland der wereld bleven de deuren van de tempel van Janus gesloten. Doorziet u mijn beste lezer satan's politiek? Hoe hij naast de ware Vredevorst, zijn vredevorst zet en hem de wereldheerschappij geeft, hem goddelijk heilig laat verklaren, hem de wereldtroon geeft en de wereldvrede? Zien wij hoe hij ervoor zorgt, dat voor de ware Vredevorst er geen plaats is op aarde, geen paleis, geen woning, ja zelfs geen plaats in een herberg? Want dat staat er letterlijk in vers 7 `er was voor hen geen plaats in de (kataluma) in de herberg'. Waarschijnlijk zijn Jozef en Maria uitgeweken naar een stal, omdat er sprake is van een kribbe, een voerbak voor het vee.
Weet u, hoe zo'n stal er voor de schapen uitzag? Het was niet meer dan een ommuurde plaats, waar 's nachts de herder zijn kudde in liet overnachten. Er zat geen dak op. Het was alleen maar een stenen muur die rondliep met één opening, waar de herder in ging staan als hij zijn schapen voor de nacht in de stal bracht en hij ze één voor één telde en binnenliet. Nadat al de schapen in de stal in de omheining waren binnengegaan langs de herder, dan ging de herder in de opening liggen slapen. De herder was de deur. Daarom zegt de Here Jezus ook `Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden (Joh 10:9).
In Bethlehem in de herberg was er geen plaats voor Maria en Jozef. Zij
moesten uitwijken naar een stal, waar het vee schuilt voor de nacht. Christus
werd geboren en gelegd in een kribbe, een voerbak. Hij werd geboren in
deze wereld zo laag, als er ooit een baby geboren kan worden; buiten de
legerplaats, verstoken van alles. Zo kwam Gods Zoon in deze wereld. Zo
verliet Hij ook deze wereld. Buiten de legerplaats werd Hij gekruisigd
voor onze zonden, (Hebr. 13:12). Daarom heeft ook Jezus, ten einde zijn volk door zijn eigen bloed te heiligen, buiten de poort geleden. (Hebreën 13:12) En tot op heden is er nog steeds geen plaats voor Hem op deze aarde. De wereld viert kerst, maar zonder Christus. De wereld staat rond de kerst stil bij vrede op aarde, maar zonder Christus. Christus is buiten de legerplaats en als je Christus wilt volgen, dan moeten wij buiten de legerplaats gaan. Dan dienen wij ons af te scheiden van de wereld. Dan moeten wij achterlaten, alles wat toebehoort aan de oude schepping, omdat wij in Christus een nieuwe schepping zijn geworden. Het oude en alles wat aan die oude schepping verbonden is, is voor ons voorbijgegaan en het nieuwe is al gekomen (2 Cor 5:17). Dit vraagt van ons geloof. Die nieuwe schepping behoort nog niet tot de zienlijke dingen. Alleen door het geloof wordt de nieuwe schepping zichtbaar voor ons oog en kunnen wij de geestelijke rijkdommen die hieraan verbonden zijn ons toeëigenen. Alleen door een leven uit geloof kunnen wij door de Heer geleid worden van heerlijkheid tot heerlijkheid. Alleen in de praktijk betekent dit, dat zodra wij zo door het geloof
gaan wandelen, wij er voor de wereld niet meer bij behoren. Ja, de wereld
begint ons dan te haten. Christus zei tegen Zijn discipelen:
Onze situatie is in praktische zin wat dit betreft niet zoveel anders dan die van de discipelen. Er zijn wel eens gelovigen, die dit woord van de Heer niet willen geloven. Zij geloven niet, dat als je Jezus Christus als je Heiland aanvaardt, dat er dan in de wereld geen plaats meer voor je is. Toch ondervinden wij dat de wereld een zekere afstand gaat bewaren als wij tot geloof in Christus zijn gekomen en wij een open boek van dit feit zijn. Wij horen er niet meer bij. En als wij over onze Verlosser gaan spreken, zijn er vrienden, buren en collega's die met een wijde boog om ons heen gaan lopen. Aan de andere kant neigt ons hart er ook niet meer zo toe om met volle teugen zo met de wereld mee te doen, omdat wij hervormd worden door de vernieuwing van ons denken. Er is iemand in ons leven is gekomen, namelijk Jezus Christus. Hij heeft ons gekocht en betaald. Wij zijn Zijn eigendom. En Hij begint ons te leiden in het geloof, waardoor onze handel en wandel een andere wordt dan voorheen, toen wij de Heiland en Zijn verlossing nog niet kenden en verduisterd waren in ons verstand. De wereld en kinderen Gods, dat gaat nooit samen. Ik heb wel eens gezien, hoe bijvoorbeeld op een bruiloft een ongelovige familie met een gelovige familie samen proberen feest te vieren. Heeft u dat wel eens gezien? Dat gaat niet. Dat wordt een drama. Nee, ben je van Christus, dan is het `Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen' (Ef 4:20). Ben je van Christus dan is er geen plaats meer voor je in de herberg. Laten wij daarom verstandig zijn en beseffen en toegeven dat wij geheiligd zijn. Heiliging betekent apart gezet zijn voor een Goddelijk doel. Laten wij toch erkennen dat de Heiland ons apart heeft gezet en laten wij toch consequent hieraan daadwerkelijk tot de Heiland gaan buiten de legerplaats. De Here Jezus zegt erbij: `Dit heb ik tot u gesproken opdat gij in Mij
vrede hebt'. Pas vanaf het moment dat wij ons innerlijk afscheiden van
de wereld, omdat wij beseffen en erkennen dat wij niet meer van de wereld
zijn en niet meer bij de wereld behoren, en er van onze kant een volledige
overgave is aan Christus, ontvangen wij Zijn vrede in ons hart. Dan is
Christus Zelf ons genoeg. Dan raakt ons hart bevredigd. Dan houdt ons
gejaagd hart op met het najagen van allerlei menselijke doelen. Dan krijgen
de eeuwige dingen veel meer waarde in ons leven, dan de tijdelijke. Dan
zien wij de betrekkelijkheid van de zienlijke dingen en de vastheid en
de glans van de onzienlijke. Dan krijgen wij een vrede in ons hart die
alle verstand te boven gaat, ook al lijden wij verdrukkingen. Al de weg leidt mij Mijn Heiland, Wat verlangt mijn ziel dan meer? Zou ik immer aan Hem twijfelen, Die mij voortleidt keer op keer Zoete troost en zalige vrede, heb ik steeds op Zijn bevel Ik weet wat hier mij overkome, Hij maakt alle dingen wel. (Joh. de Heer 5:1) Die zoete troost en die zalige vrede vindt je niet in de herberg, maar
buiten de legerplaats aan de boezem van de Here Jezus. Als je echt kerstfeest
wilt beleven in je hart. Als je snakt naar die hemelse vrede voor je onrustige
ziel. Ga dan tot de Here Jezus! Hij is buiten de legerplaats (Hebr 13:10-14).
12 Daarom heeft ook Jezus, ten einde zijn volk door zijn eigen bloed te heiligen, buiten de poort geleden. 13 Laten wij derhalve tot Hem uitgaan buiten de legerplaats en zijn smaad dragen. 14 Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige. (Hebreën 13) De Here Jezus zegt `Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt,
en Ik zal u rust geven' (Matth 11:28). Dit is een oproep aan ons om te
gaan tot de Here Jezus. Dit betekent een gaan tot Hem buiten de legerplaats.
Dit betekent wel een scheiden van de wereld, een innerlijk verlaten en
achterlaten. Dit betekent wel kiezen. Dit betekent niet van twee walletjes
proberen te eten; op zondag een beetje christelijk wezen en doordeweeks
incognito in de wereld, in de oude schepping, willen rond stappen. Nee,
dit betekent een onvoorwaardelijke overgave van ons aan de Here Jezus
Christus, omdat door de vernieuwing van ons denken, wij hebben ingezien
dat de rijkdom, het plezier en het geluk van deze wereld in het niet valt,
vergeleken bij de rijkdommen en de wel-geluk-zaligheid van de Here Jezus
Christus. Dan kunnen wij komen tot hetzelfde inzicht als Mozes, die door
het geloof de smaad van Christus van grotere rijkdom achtte dan de schatten
van Egypte, omdat hij lette op de vergelding van het loon. 24 Door het geloof heeft Mozes, volwassen geworden, geweigerd door te gaan voor een zoon van Farao's dochter, 25 maar hij heeft liever met het volk Gods kwaad verdragen, dan tijdelijk van de zonde te genieten; 26 en hij heeft de smaad van Christus groter rijkdom geacht dan de schatten van Egypte, want hij hield de blik gericht op de vergelding. (Hebreën 11) Neem de wereld, geef mij Jezus, wereldvreugd gaat ras voorbij. Ja, als
wij in die gezindheid tot onze Heiland komen buiten de legerplaats, dan
zegt Hij ons: Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. .... (Johannes 14:27) Wat voor een vrede hebben wij in ons hart? Een schijnvrede, een vrede
die de wereld geeft, de vrede van keizer Augustus? Of hebben wij de vrede
ontvangen in ons hart van de ware Vredevorst, Jezus Christus? Kennen wij
die vrede? Die vrede in ons huwelijk? Die vrede in ons gezin? Die vrede
in alle omstandigheden van ons leven, ook in perioden van zorg, teleurstelling
en verdriet? Ja, het is een genade als wij die zoete troost en die zalige
vrede steeds mogen ontvangen op Zijn bevel. En dat wij uit ervaring mogen
zingen: `Ik weet wat hier mij overkome, Hij maakt alle dingen wel'. Ja,
dat kan alleen als wij hebben geleerd om buiten de legerplaats te gaan.
Als wij hebben geleerd, misschien door schade en schande, dat alleen daar
die zoete troost en die zalige vrede zijn te vinden aan de boezem van
de Here Jezus Christus. Mijn beste lezer, ook voor u is er die zoete troost
en die zalige vrede, want ook voor u is heden de Heiland geboren. Vliedt
dan tot Jezus en Hij zal ons rust, troost en vrede geven. 2. De gebeurtenis van Christus' geboorte Als wij kijken naar die geweldige gebeurtenis van de geboorte van onze
Heiland, dan lezen wij in vers 6 en 7, 6 En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou, 7 en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg. (Lukas 2) Het roerende hier is, dat Lukas zo de nadruk er op legt `en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe'. Lukas is in zijn schrijven heel secuur. Wij moeten niet vergeten dat Lukas arts was en dus met grote belangstelling geleid door de Heilige Geest, als arts dit geboorteverhaal van de Here Jezus genoteerd heeft. En hij schrijft `en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe'. Zelf ben ik altijd bij de geboorte geweest van mijn drie kinderen. En ik kan u vertellen, dat mijn vrouw alle drie keren een kind baarde, maar dat zij geen enkele keer het kind in doeken wikkelde na de geboorte en in een wiegje legde. Daar waren steeds anderen die dat voor haar deden. Op de wijze waarop Lukas de geboorte aan ons verhaalt, krijgt men sterk de indruk dat Maria alleen was bij de geboorte. Het is heel goed mogelijk, dat Jozef zijn vrouw liet uitrusten, terwijl hij op zoek ging naar een plaats om te overnachten. Waarschijnlijk overviel de geboorte Maria en was zij op het kritieke moment alleen. Dit was nota bene geen gewone geboorte. Het was de geboorte van de Koning der koningen. Het was de geboorte van de Vredevorst, van Gods Zoon als Zoon des mensen.
Eigenlijk had de hele medische wereld er om toe moeten staan, om te zorgen
dat er niets fout kon gaan bij de geboorte van de Heiland der wereld.
Als er in ons koningshuis een geboorte plaatsvindt, wordt de moeder met
de uiterste zorg omringt. Men is op alle eventualiteiten voorbereid. Maar
nota bene bij de geboorte van de Koning der koningen, de Here der heren,
is Maria alleen. `En zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem
in doeken en legde Hem in een kribbe'. De Here Jezus kwam ter wereld en
Maria legde Hem in een houten kribbe. Op de vooravond van Zijn kruisiging,
als de Heiland der wereld op het punt staat de wereld uit te gaan, denkt
Hij terug aan deze gebeurtenis. Het hout van het kruis herinnert Hem aan
het hout van de kribbe en Hij denkt aan de smart van Zijn geboorte en
aan de smart die Zijn lijden en sterven teweeg zal brengen bij Zijn discipelen.
En Hij troost Zijn discipelen, terwijl Hij terugdenkt aan de smart van
Zijn moeder bij Zijn geboorte: 21 Een vrouw, die baart, heeft droefheid, omdat haar uur gekomen is; maar wanneer zij het kind ter wereld heeft gebracht, denkt zij niet meer aan haar benauwdheid, uit vreugde, dat een mens ter wereld is gekomen. 22 Ook gij hebt dan nu wel droefheid, maar Ik zal u wederzien en uw hart zal zich verblijden en niemand ontneemt u uw blijdschap. (Johannes 16) Dit was absoluut de ervaring van Maria. Alleen, verlaten, in benauwdheid, met weeën, baarde zij haar eerstgeboren zoon. Maria was van alle mensen verlaten. Net zo was ook de Heiland verlaten aan het kruis van Golgotha, waar Hij Zijn bloed stortte tot verzoening van onze zonden. Hierin werd Hij niet alleen door de mensen verlaten, niet alleen door Zijn discipelen verlaten, maar ook door God verlaten: Mijn God, Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten? Zo geheel alleen volbracht Christus het verlossingswerk, wat de Vader Hem te doen had gegeven. De smart en de droefheid die Maria proefde bij de geboorte van Christus, zou Maria en de discipelen ook proeven bij Zijn lijden en sterven. Door haar ziel zou een zwaard gaan, als zij haar eerstgeboren Zoon zou zien hangen aan het kruis. Maar ook zou zij zich tezamen met de discipelen verblijden, zodra het werk volbracht zou zijn en zij de Eersteling uit de doden zou begroeten, Die de dood van zijn kracht heeft beroofd en onvergankelijk leven aan het licht heeft gebracht. Maria was vermoedelijk even alleen gelaten door Jozef. Eenzaam en alleen,
van mensen verlaten, baarde zij haar eerstgeboren zoon. Maar was zij in
werkelijkheid zo alleen?
3. De hemelse omstandigheden Nee, de hemel was vlakbij. Let maar eens op de hemelse omstandigheden
rondom Bethlehem. Een engel des Heren stond bij de schaapherders in diezelfde
landstreek en de heerlijkheid des Heren omstraalde hem. Waarom werd deze
engel des Heren naar de schaapherders gezonden met de verkondiging: 10 En de engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: 11 U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. 12 En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe. (Lukas 2) Waarom moest de engel nu in het bijzonder deze schaapherders dit bericht doorgeven? Omdat deze schaapherders geen gewone schaapherders waren. Het is algemeen bekend dat de schaapherders van Bethlehem in de velden van Efratha schaapherders waren in dienst van de tempel. Zij weiden de slachtschapen. Heel hun dienst bestond erin, dat zij er scherp op moesten toezien, dat de lammeren die de kudden voortbrachtten zonder vlek en zonder rimpel waren. Er mocht niets aan mankeren. Zij zouden gebruikt worden als offerdieren. En deze schaapherders waren erop getraind om het lam te beoordelen of het volkomen gaaf was. Het mocht niet kreupel wezen, of een vlekje hebben. Het moest een volmaakt lam zijn, want het bloed van dat lam moest de zonden bedekken.
De kwaliteit van het lam bepaalde de waarde van het bloed van het lam. En de ogen van de schaapherders waren erop getraind om het lam te beoordelen. Ja, eigenlijk om het bloed van het lam te beoordelen. Daarom zijn zij het, die door de engel des Heren gestuurd worden om het Lam Gods te beoordelen. En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe (Lukas 2:12). Zie, het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt. En plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht, die God loofde, zeggende: Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens.
De herders stonden aan de grond genageld. Toen de engelen van hen heengevaren
waren naar de hemel, zeiden tegen elkaar: Laten wij dan naar Bethlehem
gaan om te zien. En zij gingen haastig en vonden Maria en Jozef, en het
kind liggende in de kribbe. Let dan goed op wat er staat: En toen zij het gezien hadden, maakten zij bekend hetgeen tot hen gesproken was over dit kind. (Lukas 2:17) Zij maakten het pas bekend, nadat zij het kind hadden gezien, niet ervoor. Niemand op aarde kon beter het Lam beoordelen dat God zich ten brandoffer had bereid, dan de tempelherders van Bethlehem. En toen zij het gezien hadden, maakten zij het alles bekend en zij loofden en prezen God. Aan dit Lam van God mankeerde niets. Het had geen gebrek. Het was een volmaakt offerlam.
Ja, zegt u misschien, maar baby's zien er altijd schattig en lief uit.
Ja, dat is voor ons oog vaak zo. Maar aan elke baby van deze wereld mankeert
er iets. Zij worden allemaal geboren in zonde, omdat wij afstammelingen
zijn van Adam. Maar toen Christus werd geboren, werd Hij niet uit Adam
geboren, maar uit God geboren. Hij was het beloofde vrouwenzaad. En de
schrift zegt, dat Hij ons in alles gelijk geworden is, uitgezonderd de
zonde. Want Hij die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons
gemaakt. Christus was volmaakt in Zijn geboorte en de herders zagen dat
en zij prezen en loofden God. Zij stemden in bij hetgeen zij de engelen
al hadden horen zeggen: `Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij
mensen des welbehagens' en al jubelende keerde zij terug tot hun kudde.
En de herders keerden terug, God lovende en prijzende om alles wat zij hadden gehoord en gezien, gelijk het hun gezegd was. (Lukas 2:20) Dezelfde glans van heerlijkheid, die de engel des Heren omstraalde, omstraalde
ook hen, omdat zij geloofden dat dit kind het Lam van God was, dat de
zonde der wereld zou wegnemen. Dat dit kind de Heiland der wereld was,
de Vredevorst, die straks de ware vrede zal brengen op aarde, omdat Hij
de individuele mens verlost van zijn zonde en door de wedergeboorte hem
overzet in het Koninkrijk Zijner liefde. U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. (Lukas 2:11) Gelooft u dat ook? Zie ik verkondig u grote blijdschap. Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe. Kennen wij dit kind? Zijn wij al wezen kijken? Het is het Lam van God, dat ook uw zonde heeft weggenomen door Zijn bloed te storten op het kruis van Golgotha. Hij kwam in de wereld. Hij lag op een houten kribbe. Hij ging uit de wereld en Hij hing aan een houten kruis. Hij kwam alleen in de wereld, geen mens was erbij dan alleen Maria. Alleen ging Hij uit de wereld en Hij riep: `Mijn God, Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten'. Toen Hij in de wereld kwam, was er voor Hem geen plaats in de herberg. Toen Hij uit de wereld ging, kruisigden zij Hem buiten de legerplaats. Kent gij, kent gij, die naam nog niet? Die naam draagt mijn Heiland, mijn lust en mijn lied. Het is Christus, de Here, in de stad van David. Kom, zie en geloof. Dan zal de Heiland ook u van uw zonde verlossen. Dan brengt de vredevorst ook vrede in uw hart; een vrede niet gelijk de wereld die geeft. Dan wordt ons leven veranderd en krijgt ons leven een hemelse glans, omdat wij voortaan wandelen in het licht met Jezus.
Verlangen wij naar zo'n Heiland? Om Hem te ontmoeten, hoeven wij alleen maar neer te knielen en in het geloof omhoog te blikken. Zie en geloof, net als de herders. Aanvaard dat Hij het Lam van God is. Accepteer dat Hij de Heiland der wereld is. Neem Hem dan aan als uw Verlosser en bidt: `Ik geloof en zie, dat Gij het Lam van God zijt en dat uw kostbaar dierbaar bloed kracht heeft gehad om ook mijn zonde weg te nemen. Oh, kom in mijn hart, Heer Jezus'. Leven wij in die volle gemeenschap met Hem, mijn beste lezer? Zijn wij al buiten de legerplaats tot Hem gegaan? Hebben wij de oude schepping, en alles wat met die wereld verbonden is, achter ons gelaten? En hebben wij ons al uitgestrekt tot hetgeen voor ons ligt? Hebben wij ons al onvoorwaardelijk overgegeven aan de Here Jezus Christus? Zijn wij bereid om de smaadheid van Christus te dragen? Indien dat zo is, en wij tot de Here Jezus komen buiten de legerplaats,
dan geeft de Heiland ons Zijn vrede in ons hart; een vrede, niet gelijk
de wereld die geeft. Dan vervolgen wij onze weg met blijdschap, net als
de herders, God lovende en God prijzende om alles wat wij hebben gehoord
en gezien. Dan bergen wij al deze Woorden op in ons hart, zoals Maria,
omdat het kostelijke spijs is voor onze ziel. Vliedt dan tot Jezus, mijn
beste lezer. Hij is dichterbij ons, dan wij denken. Hij is buiten de legerplaats
en Hij wacht op u. Ik kan u alleen maar hetzelfde zeggen, wat eens Martha
tot haar zuster Maria zei, namelijk: "Daar is de Meester en Hij roept
u". Ga toch tot Hem. Dan wordt het een feest in ons leven, want dan
is Hij Het Feest van ons leven tot de eer van God. U is heden de Heiland geboren,
Laten wij derhalve tot Hem uitgaan buiten de legerplaats
|