De Maaltijd des Heren




................ Vrijgegeven gedeelte van de brochure

1. Inleiding

In deze brochure willen wij ons bezighouden met de volgende vragen:

Hoort de viering van het Heilig Avondmaal thuis in de bedeling der Verborgenheid?
Dienen wij de viering van de Maaltijd des Heren na Hand. 28 voort te zetten?
Bij welke bedeling c.q. bediening en in welke aioon (eeuw) hoort de Tafel des Heren thuis?
Wie dienen, wanneer en waar deze inzetting van het Avondmaal te onderhouden?




1.1 Houding

Sommigen onder ons zullen vreemd en verwonderd opkijken, dat wij zo'n vraag onszelf willen en durven stellen. Voor velen is het een uitgemaakte zaak, boven alle discussie verheven. Voor hen is het absoluut niet nodig om deze vraag aan de orde te stellen. Ja, sommigen zullen zich misschien zelfs hieraan ergeren.

Toch, als wij ons geloof geheel en alleen willen bouwen op Jezus Christus en Zijn Woord, dan hoeven wij nooit benauwd te zijn als wij deze vraag aan Gods Woord gaan stellen. Als wij inderdaad in deze tijd de Maaltijd des Heren, "Het Avondmaal", dienen te vieren, dan zal een studie van de Schrift ons dat zonneklaar aantonen. Men dient daarom helemaal niet bevreesd te worden als wij deze vraag aan de orde te stellen.

Natuurlijk is de mogelijkheid aanwezig dat men zich hierbij onprettig voelt. Maar de oorzaak moet dan gezocht worden in het feit dat in de meeste gevallen men zichzelf nog nooit eerder heeft afgevraagd of het avondmaal wel thuis hoort in deze tijd. Meestal heeft men nog nooit stilgestaan bij de vraag of in de bedeling der verborgenheid het Avondmaal wel gepraktiseerd moet worden. Vaak heeft men het onderwerp van "het wel of niet onderhouden van de Tafel des Heren" nooit getoetst aan de Schrift en is het praktiseren ervan meer tot stand gekomen door opvoeding en traditie, dan dat dit voortgekomen is door persoonlijke studie vanuit het Woord van God. En daar wringt 'm de schoen, mijn beste lezer. Wij gaan ons altijd ongemakkelijk voelen, als wij gevraagd worden rekenschap af te leggen van een zaak, die wij op het gezag van anderen als een vaststaand feit hebben aanvaard, terwijl wij dit niet zelf hebben onderzocht. Dan bekruipt ons het gevoel, dat Schriftonderzoek wel eens het tegendeel zou kunnen aantonen van wat wij altijd voor waar hebben aangenomen. Wij gaan ons dan onzeker voelen. En de uitkomst zou ons wel eens voor een persoonlijke moeilijke en praktische lastige keus kunnen plaatsen.

Voordat u verder leest, dient u daarom eerst uzelf eens af te vragen: "Wat is mijn houding ten opzichte van dit onderwerp?", "Ben ik bereid zonder een vooropgezette mening, onbevooroordeeld, de Schrift op dit punt te onderzoeken?" en "Ben ik bereid voor het Woord der Waarheid te buigen ongeacht de uitkomst van zo'n Schriftonderzoek?".

Dit zijn cruciale vragen. De Heiland kan ons alleen tot de geestelijke volwassenheid voeren en ons Zijn Wil en Voornemen in deze openbaren, als wij ons alleen willen verlaten op Zijn Woord en niet op wat anderen zeggen. Ons geloof en consequent daaraan de praktijk dient gebaseerd te zijn op het Woord der Waarheid en op het rechtsnijden van dat Woord en niet op traditie, kerkgeschiedenis, gewoonten of sentimenten.


1.2 De sleutel om de Schrift te openen

In de nummers 4 en 5 van Levend Water (verder afgekort LW) vonden wij de sleutel, die ons in staat stelt het Woord der Waarheid recht te snijden (2 Tim. 2:15), nl.: "Heel de Schrift is wel vóór ons, maar niet de gehele Schrift gaat over ons". Wij zagen dat de gehele Schrift niet aan ons, "Heidenen van vandaag", is gericht".

Wij ontdekten dat van Gods Woord maar een specifiek gedeelte over ons en tot ons, "de gemeente van het Ene Lichaam van Christus", wordt gericht, nl. de tweede set van 7 brieven, die Paulus tijdens zijn tweede bediening na Hand. 28 schreef, met name zijn gevangenisbrieven die ons "De Verborgenheid" openbaren, (Efeze, Filippenzen, Colossenzen, Filemon en 2 Timotheus).

Wij zagen dat de overige Schrift is gericht aan andere groepen verlosten: "De gemeente van Israël", (Abraham's aardse zaad) en daarnaast: "De gemeente der rechtvaardigen", (Abraham's hemelse zaad). Beiden roept de Heer door middel van andere bedelingen c.q. bedieningen, waarin Hij hen roept, zegent, toerust en een bestemming geeft in de uitvoering van Zijn Eeuwig Voornemen:


De gemeente van Israël tot zegen en wedergeboorte van alle geslachten, volken, stammen, natiën en talen op aarde, (Gen. 12:3; Hand. 3:17-20, 25-26).
De gemeente van rechtvaardigen, de gemeente van eerstgeborenen, tot zegen van de engelen in de hemel, de "ouranos", (Hebr. 3:1; 12:22-23).
De gemeente van het Ene Lichaam tot zegen van de krachten, machten en overheden in de hemelse gewesten, de "epouranios", de bovenhemel, (Ef 3:10; 2:6-7).



Veel mensen lezen de Bijbel of alles over hen gaat en tot hen gericht is. Alles betrekken zij op zichzelf en willen zij toepassen op alle gelovigen van alle tijden. Elke belofte, elke inzetting in het Woord is dan van hen, elk hoofdstuk, elk vers. Alles wat zij lezen, is dan waar voor de gelovige van vandaag. Wij zagen echter dat men niet lukraak alles van toepassing kan verklaren op de gelovigen van vandaag zonder dat dit leidt tot ernstige misvattingen en dwalingen. Gods Woord verandert dan in een boek vol tegenstrijdigheden.

Men dient daarom te onderscheiden de dingen die verschillen (Filp 1:10 S.V.) en het Woord van God te lezen en te verstaan zoals de oorspronkelijke geadresseerden (hoorders of lezers) het begrepen zouden hebben. Dit betekent: zegeningen, beloften, geboden, inzettingen en gebruiken laten in hun historische context en onderzoeken over wie en tot wie deze dingen gezegd en geschreven zijn.


 

1.3 Het Avondmaal onvindbaar na Hand. 28

Indien men de Schrift onderzoekt aangaande het Avondmaal, dan is direct duidelijk dat in de Geschriften die vóór Hand. 28 zijn geschreven wij het Avondmaal verschillende malen tegenkomen, maar dat in de Geschriften die ná Hand. 28 zijn geschreven, namelijk het Johannes evangelie en de 7 latere brieven van Paulus, wij hier totaal niets over vinden. Ja, wij vinden er zelfs geen enkele zinspeling op. Het wordt compleet weggelaten. Het is volledig verdwenen.

Hoewel wij ons niet tot dit argument willen beperken, is dit bewijs goed beschouwd afdoende en van doorslaggevende betekenis. Het sluit in feite alle discussie uit. Het avondmaal wordt evenmin door de apostel Johannes als de apostel Paulus genoemd ná de Handelingen. Beiden treden ná de Handelingen van Godswege als bedeler op van een bediening, rentmeesterschap of bedeling (grondtekst: oikonomia):


De apostel Johannes maakt als bedeler van het koninkrijk, Gods liefde bekend aan de wereld - wedergeboorte, eeuwig leven.
De apostel Paulus maakt als bedeler van de Verborgenheid - de openbaring ten aanzien van "Het Samen-Lichaam" bekend aan de gelovigen.



De apostel Johannes, die nota bene in zijn evangelie het uitvoerigst van alle vier de evangelisten stilstaat bij de gebeurtenissen die in de opperzaal plaatsvonden op die bewuste avond, dat de Here Jezus het brood brak, laat de hele instelling van het avondmaal achterwege. Hoofdstuk na hoofdstuk gaat hij uitvoerig in op wat plaatsvond: de voetwassing, het aanliggen, de gesprekken aan tafel, het verraad van Judas, enz, Joh. 13, 14, 15 en 16. Maar wat bij de andere evangelisten juist het hoogtepunt is van de Pascha-maaltijd laat Johannes weg. Hij roert het helemaal niet aan. Waarom niet? Omdat de kinderen Gods in deze tijd na Hand. 28, niets met dit Joodse feest van het nieuwe verbond te maken hebben.

Ook de apostel Paulus noemt het avondmaal met geen woord in zijn brieven, die hij na Hand. 28 schreef. Als wij een vergelijking maken tussen 1 Cor. en 1 Tim., dan ontdekken wij dat diverse zaken door Paulus vanuit de Handelingenperiode, (vanuit zijn eerste bediening), als het ware worden overgeheveld en ook van toepassing worden verklaard op en in de tegenwoordige bedeling der verborgenheid. Diverse dingen blijven van kracht, echter ook een heleboel zaken niet, omdat deze verdwenen tezamen met de terzijde zetting van het volk Israël in Hand. 28.

Wonderlijk is dat Paulus tegen Timotheus zaken zoals de positie van de vrouw, vanuit 1 Cor. herhaalt (vergelijk maar 1 Cor. 14:34-36 met 1 Tim. 2:11-12), maar dat hij in alle talen zwijgt over de pinkstergaven van 1 Cor. 12, 13 en 14 en over het avondmaal, "de maaltijd des Heren" van 1 Cor. 11. Zaken die Paulus toch in één adem behandelt in de eerste Corinthe brief. De reden is dat deze tezamen met het volk Israël van het toneel verdwenen en geen plaats meer hadden in de nieuwe bedeling. De Apostel Paulus gaat nergens een lijst opgeven van alle geestelijke zaken, die nu niet meer operationeel zijn! Dat zou teveel zijn om op te noemen. En dat is zijn opdracht ook niet. Nee, hij maakt bekend en stelt in het licht welke geestelijke waarheden nu in werking zijn getreden, (Ef. 3:8-9). Waarheden die voorheen in God verborgen waren.


 

1.4 Consequenties van het Lo-Ammi zijn van Israël

Wat verdween er dan allemaal met Israël in Hand. 28 van het geestelijke toneel, toen Israël Lo-Ammi werd en verstrooid werd onder de volkeren? Met andere woorden, wat was er allemaal in geestelijke zin met het volk van Israël verbonden, dat met dit volk verdween?


1.4.a Israëls Hoop
Nu bijvoorbeeld Israëls hoop verdween, namelijk de verwachting van een spoedige parousia, de wederkomst des Heren. Tevens verdween ook de hoop op een tegemoet van de Here bij Zijn komst, (1 Thess. 4:15). Dit wordt vaak aangeduid als de opname. Dit tegemoet gaan van de Heer zou plaatsvinden bij Zijn komst op aarde. (Zij die hier meer over willen lezen, verwijzen wij naar LW nummer 7, "Verwachten wij een Opname?").

De Apostel Paulus spreekt met geen woord meer over de parousia, de wederkomst des Heren, of over de opname die daarbij gepaard gaat! Waarom niet? Omdat die niet meer actueel zijn. Hij begint over iets totaal nieuws te spreken, namelijk over de epiphaneia, de verschijning in heerlijkheid, (Col 3:1-4), een zaliger Hoop dan de hoop op en de verwachting van de parousia, de Komst des Heren.


1.4.b Israëls Tekenen
Wat verdween er nog meer met Israël? Nu bijvoorbeeld ook Israëls tekenen. Immers de Joden verlangen tekenen, (1 Cor. 1:22), en terecht. Aan de tekenen konden zij de evangelieboodschapper van God herkennen. Daarom werkte God ook mede door getuigenis te geven aan de Hebreeën, (d.w.z. de Joden), door tekenen, wonderen en velerlei krachten, (Hebr. 2:3-4) en door de charismata toe te delen naar zijn wil, bijvoorbeeld: "gave der talen, gave van gezondmakingen, gave van profetie, enz". Met Israël verdwenen deze tekenen en wondergaven. De Apostel Paulus noemt deze gaven dan ook niet meer in zijn 7 brieven van ná Hand. 28. Natuurlijk kunnen wij tegenwoordig dit allemaal proberen te imiteren, en ons in alle mogelijke geestelijke bochten wringen om pinkstergaven in onszelf te openbaren. Maar wat de Heer er in deze tijd niet inlegt, kan er moeilijk uitkomen. Waar of niet? En dan kan hetgeen wij proberen voort te brengen alleen maar een goedkope imitatie zijn van de Bijbelse pinkstergaven. Daar wordt de gelovige alleen maar triest van en het is uiteindelijk alleen maar een sta in de weg voor de groei naar de geestelijke volwassenheid, (1 Cor. 12:31; 13:8-13).


1.4.c Israëls Feesten
Verdween er nog meer met Israël van het geestelijke toneel in Hand. 28? Ja, nog heel wat zaken meer, maar wij willen hier alleen nog noemen, dat ook de Feesten van Israël, tezamen met dit volk terzijde zijn gezet. Het Avondmaal is hier nauw bij betrokken. De gezette Hoogtijden des Heren, waartoe het Avondmaal behoort, zijn met het volk Israël van Gods kalender verdwenen. De Feesten van Israël en met name ook dit Feest van het Nieuwe Verbond vóór Israël, zal weer op Gods kalender terugkomen, zodra Israël door een genadevol ingrijpen van God straks weer Ammi (Mijn Volk) zal zijn. Wij dienen te beseffen, dat de Tafel des Heren in Gods Woord de Tafel is, waar Israël aan plaatsneemt, (Mal. 1:7,12; 3:1, 17-18). En deze tafel staat niet in deze tijd opgesteld, omdat Israël Lo-Ammi is (Niet Mijn Volk).

Dit is de reden waarom zowel de apostel Johannes als de apostel Paulus het Avondmaal volledig weglaten en het gebruik ervan niet meer in werking stellen na de Handelingen bij de openbaring van de tegenwoordige boodschap van God aan de wereld en aan de gelovigen, de kinderen Gods.

Aangezien het avondmaal het Joodse feest is van het nieuwe verbond en Israël als volk na Hand. 28:28 ter zijde is gezet, vinden wij totaal geen verwijzing naar of een opdracht tot de viering van het avondmaal. Er wordt zelfs niet op gezinspeeld. Wij zullen in deze brochure ons nu niet verder tot dit argument beperken, maar goed beschouwd is dit bewijs afdoende.


 

1.5 De uitdrukking "Het Avondmaal" komt nergens voor

Het zal u misschien verbazen, maar de uitdrukking "Het Avondmaal" komt nergens in Gods Woord voor. De Statenvertaling gebruikt de uitdrukking "des Heren Avondmaal" alleen in 1 Cor. 11:20. Dit is daarentegen geen juiste vertaling. De NBG vertaalt de tekst correct "De Maaltijd des Heren". De NBG-vertalers zetten evenwel boven de perikoop "Misbruiken bij het Avondmaal". Maar zoals u weet, behoren de toegevoegde opschriften van vertalers die trouwens bij elke vertaling van elkaar verschillen, niet tot de geïnspireerde Schrift. In de grondtekst komen deze opschriften niet voor. Omdat de uitdrukking "Het Avondmaal" niet in de oorspronkelijke Griekse tekst van het Nieuwe Testament voorkomt, heeft deze brochure daarom niet de titel "Het Avondmaal" meegekregen, maar "De Maaltijd des Heren".


1.6 Aanpak

De lijn die wij in deze studie zullen volgen, is dat wij in de eerste plaats de Bijbelse betekenis willen onderzoeken van veelgebruikte woorden en uitdrukkingen, die voorkomen in de teksten die over de Maaltijd des Heren gaan. Nadat wij tot een juist inzicht zijn gekomen van deze Bijbelse termen, zullen wij stilstaan bij het gebruik van de Maaltijd des Heren, zoals het in het Nieuwe Testament gepraktiseerd werd. Als laatste zullen wij alle belangrijke Bijbelgedeelten met elkaar nagaan, ja elke aanhaling van de Tafel des Heren in de Schrift beschouwen, zodat ons geloof en onze praktijk mag rusten op het Woord der Waarheid en niet op tradities, gewoonten of sentimenten. Als wij het onderwerp op deze wijze behandelen, dan mogen wij er zeker van zijn, dat wij in alle eerlijkheid alle Bijbelse informatie over het Avondmaal verzamelen, wat ons in staat zal stellen onze mening over de Maaltijd des Heren (hoe die ook luiden mag) te toetsen aan de Schrift. ....................... enz.





Bent u geïnteresseerd geraakt?

Bestel de brochure

    





© Copyright
Levend Water