Het Avondmaal
4. Des Heren Avondmaal
Zie in v. 19 de vermelding van het Pascha en in v. 23 het indopen in de schotel.
Zie in v. 16 de vermelding van het Pascha en in v. 20 het indopen in de schotel.
Als het hier gaat over de "instelling" van iets nieuws, is het merkwaardig, dat er niet gezegd wordt, dat ze die nieuwe ceremonie van nu af moeten houden en wanneer ze die moeten houden. Zoals het er staat, vormt het deel van het Pascha. Joh. 13 spreekt ook van de viering van het Pascha, maar geeft geen bijzonderheden over het brood en de drinkbekers. Daar dit Evangelie heel in het bijzonder voor de gelovigen uit de volken geschreven is, en velen geen ander in handen hadden in de eerste eeuw, hebben wij hier reeds een duidelijke aanwijzing, dat die ceremonie nooit voor de volken bedoeld was. De eerste Brief aan de Korinthiërs werd eerst omstreeks het jaar 56 geschreven. Evenals wij nu, hadden de niet-Joden niet veel begrepen van al dat eten en die drinkbekers. De Joden tot wie de andere Evangeliën meer bijzonder gericht waren, begrepen van zelf heel de zaak en hadden niet veel aanduidingen nodig om dit feest te vieren juist zoals de Here dat wilde.
Men lette er op, dat de Here Jezus hier zegt: "doet dit". Is het een nieuwe ceremonie? Of vierde Hij het Pascha? (Luk. 22:15). Paulus voegt er bij: "Zo dikwijls als..." en geeft dus ook geen nieuwe aanwijzing aangaande de tijd van het vieren. Het "totdat Hij komt" betreft niet het zolang vieren totdat Hij komt (en daarna niet meer), maar het karakter van het vieren: Zo dikwijls het gevierd zou worden tot op Zijn komst, zou het in het bijzonder het karakter hebben van een verkondigen van de dood des Heren. Dus men kan lezen: Want zo dikwijls... verkondigt gij, totdat Hij komt, den dood des Heren. Men lette er ook op, dat er niet staat, zoals de St. V. heeft "verkondigt de dood des Heren", alsof dit een gebód is. Het is een feit dat Paulus vermeldt: gij verkondigt, totdat Hij komt, de dood des Heren. Behalve wat wij reeds vroeger gezegd hebben over het ritueel van het
Joodse Pascha (blz. 42 v. en 49 v.) voegen wij hierhij nog een beknopt
overzicht volgens de gegevens van de reeds vermelde studie van Dr. G.
Bickwell en van andere bronnen, zoals "Beknopt leerboek der Bijbelsche
Oudheidkunde" van K. Wielemaker en "Beknopt Handboek der Bijbelse Archeologie"
van Gras en de Visser. Beknopt overzicht van het ritueel van het Joodse Pascha
Wij behoeven hier niet veel bij te voegen. Al kan er twijfel zijn aangaande de onderdelen van het ritueel van het Joodse Pascha, zoals wij die beschreven vinden, het staat vast, dat er tussen de tweede en derde drinkbeker een niet-rituele maaltijd was, waar men at zoveel als men wilde. Als dus Luk. 22:20 en 1 Kor. 11:25 spreken van een drinkbeker "na de maaltijd", dan kan dit niets anders dan de derde drinkbeker van het ritueel zijn. Dit wordt dan ook uitdrukkelijk bevestigd door 1 Kor. 10:16, waar die" drinkbeker der dankzegging" met zijn naam genoemd wordt. (1) (1) Uit "Doop en Avondmaal" door H. C. Voorhoeve (blz. 70 en 71) nemen wij het volgende: "Wij lezen in Lukas XXII:20: "Desgelijks nam Hij ook de drinkbeker, na de maaltijd". Het is goed, dat wij hierop letten. Er gingen aan de Paasmaaltijd meerdere bekers rond, in elk geval drie, één aan 't begin, één in 't midden en één aan het einde. Van één van die bekers heeft de Heer gezegd: "Neemt deze, en deelt hem onder elkander!..." Dit was waarschijnlijk de tweede beker... Na de tweede beker werd het lam gegeten, en was de Paasmaaltijd dus eigenlijk afgelopen. Toen nu de laatste beker van het Paasmaal na de maaltijd, zou rondgaan, nam Jezus het brood, en zeide… " Men ziet dus dat ook deze schrijver wel verplicht is te erkennen, dat de derde drinkbeker deel maakte van het Pascha en nog wel van het ritueel, van de Hoogtijd waaraan alleen de naar het vlees besnedenen mochten deelnemen (Ex. 12:43-48). Dit ritueel werd bekrachtigd door de Here Zelf en zal ook in het Koninkrijk gehouden worden (Luk. 22:30; Ezech. 41:22; 44:16; 45:21; Ex. 12:14). Zie ook Bavinck "Gereformeerde Dogmatiek" Deel IV blz. 521. In Luk. 22:17 is nog sprake van "een drinkbeker". Dat was er een die gedurende de eigenlijke maaltijd, het niet-rituele gedeelte, gedronken werd. Daarna spreekt Luk. 22:20 van de drinkbeker "na de maaltijd". Alleen de derde drinkbeker van het rituele gedeelte stelde het bloed van het nieuwe verbond voor. 1 Kor. 11 :25 zegt dan ook "deze drinkbeker". Er kan dus niet de minste twijfel overblijven, dat de Here Jezus niets bij het Pascha gevoegd heeft, dat de Christenen dan in de plaats van het Joodse feest moesten vieren. Alles wat vermeld wordt in de opgegeven teksten, is deel van het ritueel der Joden of van de niet-rituele maaltijd. De Here kon hun nu verder inlichten over de betekenis van die ceremonie. Iets van dit ritueel afnemen en op de "gemeente" toepassen is iets geheel willekeurigs. Meer nog, het Pascha mocht door geen onbesnedene naar het vlees gevierd worden (Ex. 12:43-48). Dat Christenen van de volken aan het niet-rituele maal deelnamen kan men desnoods aannemen. |