Nederlandse Statenvertaling

Psalmen 137

Psalmen

Index

Hoofdstuk 138

 

1

Een psalm van David. Ik zal U loven met mijn gehele hart; in de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen.

2

Ik zal mij nederbuigen naar het paleis Uwer heiligheid, en ik zal Uw Naam loven, om Uw goedertierenheid en om Uw waarheid; want Gij hebt vanwege Uwgansen Naam Uw woord groot gemaakt.

3

Ten dage, als ik riep, zo hebt Gij mij verhoord; Gij hebt mij versterkt met kracht in mijn ziel.

4

Alle koningen der aarde zullen U, o HEERE! loven, wanneer zij gehoord zullen hebben de redenen Uws monds.

5

En zij zullen zingen van de wegen des HEEREN, want de heerlijkheid des HEEREN is groot.

6

Want de HEERE is hoog, nochtans ziet Hij de nederige aan, en den verhevene kent Hij van verre.

7

Als ik wandel in het midden der benauwdheid, maakt Gij mij levend; Uw hand strekt Gij uit tegen den toorn mijner vijanden, en Uw rechterhand behoudt mij.

8

De HEERE zal het voor mij voleinden; Uw goedertierenheid, HEERE! is in der eeuwigheid; en laat niet varen de werken Uwer handen.



Psalmen 139

 

 

 






Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden