Nederlandse Statenvertaling

Psalmen 135

Psalmen

Index

Hoofdstuk 136

 

1

Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid;

2

Looft den God der goden; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

3

Looft den Heere der heren; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

4

Dien, Die alleen grote wonderen doet; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

5

Dien, die de hemelen met verstand gemaakt heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

6

Dien, Die de aarde op het water uitgespannen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

7

Dien, Die de grote lichten heeft gemaakt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

8

De zon tot heerschappij op den dag; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

9

De maan en sterren tot heerschappij in den nacht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

10

Dien, Die de Egyptenaren geslagen heeft in hun eerstgeborenen; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

11

En heeft Israel uit het midden van hen uitgebracht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

12

Met een sterke hand, en met een uitgestrekte arm; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

13

Dien, Die de Schelfzee in delen deelde; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

14

En voerde Israel door het midden van dezelve; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

15

Hij heeft Farao met zijn heir gestort in de Schelfzee; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

16

Die Zijn volk door de woestijn geleid heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

17

Die grote koningen geslagen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

18

En heeft heerlijke koningen gedood; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

19

Sihon, de Amorietischen koning; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

20

En Og, den koning van Basan; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

21

En heeft hun land ten erve gegeven; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

22

Ten erve aan Zijn knecht Israel; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

23

Die aan ons gedacht heeft in onze nederigheid; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

24

En Hij heeft ons onzen tegenpartijders ontrukt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

25

Die allen vlees spijs geeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

26

Looft den God des hemels; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.



Psalmen 137

 

 

 






Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden