Nederlandse Statenvertaling

Psalmen 62

Psalmen

Index

Hoofdstuk 63

 

1

Een psalm van David, als hij was in de woestijn van Juda.

2

O God! Gij zijt mijn God! ik zoek U in den dageraad; mijn ziel dorst naar U; mijn vlees verlangt naar U, in een land, dor en mat, zonder water.

3

Voorwaar, ik heb U in het heiligdom aanschouwd, ziende Uw sterkheid en Uw eer;

4

Want Uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zouden U prijzen.

5

Alzo zou ik U loven in mijn leven; in Uw Naam zou ik mijn handen opheffen.

6

Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk zingende lippen.

7

Als ik Uwer gedenk op mijn legerstede, zo peins ik aan U in de nachtwaken.

8

Want Gij zijt mij een hulp geweest; en in de schaduw Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen.

9

Mijn ziel kleeft U achteraan; Uw rechterhand ondersteunt mij.

10

Maar dezen, die mijn ziel zoeken tot verwoesting, zullen komen in de onderste plaatsen der aarde.

11

Men zal hen storten door het geweld des zwaards; zij zullen de vossen ten deel worden.

12

Maar de koning zal zich in God verblijden; een iegelijk, die bij Hem zweert, zal zich beroemen; want de mond der leugensprekers zal gestopt worden.



Psalmen 64

 

 

 






Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden