Nederlandse Statenvertaling

Psalmen 47

Psalmen

Index

Hoofdstuk 48

 

1

Een lied, een psalm, voor de kinderen van Korach.

2

De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad onzes Gods, op den berg Zijner heiligheid.

3

Schoon van gelegenheid, een vreugde der ganse aarde is de berg Sion, aan de zijden van het noorden; de stad des groten Konings.

4

God is in haar paleizen; Hij is er bekend voor een Hoog Vertrek.

5

Want ziet, de koningen waren vergaderd; zij waren te zamen doorgetogen.

6

Gelijk zij het zagen, alzo waren zij verwonderd; zij werden verschrikt, zij haastten weg.

7

Beving greep hen aldaar aan, smart als van een barende vrouw.

8

Met een oostenwind verbreekt Gij de schepen van Tharsis.

9

Gelijk wij gehoord hadden, alzo hebben wij gezien in de stad des HEEREN der heirscharen, in de stad onzes Gods; God zal haar bevestigen tot in eeuwigheid.Sela.

10

O God! wij gedenken Uwer weldadigheid, in het midden Uws tempels.

11

Gelijk Uw Naam is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid.

12

Laat de berg Sion blijde zijn; laat de dochteren van Juda zich verheugen, om Uwer oordelen wil.

13

Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt haar torens;

14

Zet uw hart op haar vesting; beschouwt onderscheidenlijk haar paleizen, opdat gij het aan het navolgende geslacht vertelt.

15

Want deze God is onze God eeuwiglijk en altoos; Hij zal ons geleiden tot den dood toe.



Psalmen 49

 

 

 






Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden