Nederlandse Statenvertaling

Psalmen 46

Psalmen

Index

Hoofdstuk 47

 

1

Een psalm, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach.

2

Al gij volken, klapt in de hand; juicht Gode met een stem van vreugdegezang.

3

Want de HEERE, de Allerhoogste, is vreselijk, een groot Koning over de ganse aarde.

4

Hij brengt de volken onder ons, en de natien onder onze voeten.

5

Hij verkiest voor ons onze erfenis, de heerlijkheid van Jakob, dien Hij heeft liefgehad. Sela.

6

God vaart op met gejuich, de HEERE met geklank der bazuin.

7

Psalmzingt Gode, psalmzingt! Psalmzingt onzen Koning, psalmzingt!

8

Want God is een Koning der ganse aarde; psalmzingt met een onderwijzing!

9

God regeert over de heidenen; God zit op den troon Zijner heiligheid.

10

De edelen der volken zijn verzameld tot het volk van den God van Abraham; want de schilden der aarde zijn Godes. Hij is zeer verheven!



Psalmen 48

 

 

 






Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden