2 Thess. 1:5, 11 Inleiding - Waardig geacht de roeping.

De drie brillen waardoor wij de Bijbel dienen te lezen:

• De historische bril
• De dispensationele bril
• De geestelijke bril

De vijf W's, die ons kunnen helpen een gedeelte te doorgronden:

• Wie? - Aan wie is het geadresseerd?
• Wat? - Wat wordt gezegd en hoe hebben de geadresseerden het gelezen en begrepen?
• Waar? - Waar speelt e.e.a. zich af?
• Waarom? - Waarom werd dit geschreven? Wat was de reden?
• Wanneer? - Wanneer werd dit geschreven en op welke tijd en bedeling heeft dit betrekking?

2 Thess. 1:1-3 Genade zij u en vrede.
Geloof, liefde en .....? Wat missen wij hier?

2 Thess. 1:3-9 Het rechtmatig oordeel van God
De verdrukkers betalen boete met een eeuw-lang verderf. Zij die verdrukt worden, zijn het koninkrijk Gods waardig en ontvangen verkwikking.

2 Thess. 1:5-10 Wie zullen waar boeten met een eeuwig verderf ver van het aangezicht des Heren?

2 Thess. 1:10 Vindt er een wereldwijde bekering plaats voordat Christus wederkomt?

2 Thess. 1:11-12 Dat onze God u de roeping waardig acht
Het lijden van de tegenwoordige tijd weegt niet op tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden.

2 Thess. 2:1-4 Alsof de Dag des Heren reeds aanbrak.

2 Thess. 2:3-4 De afval en zijn climax: "De vergoddelijking en aanbidding van de zoon des verderfs in de tempel van Jeruzalem".

2 Thess. 2:5-8 Wie en wat weerhoudt wie?

2 Thess. 2:9-12 De waarheid versus de leugen.

2 Thess. 2:13-17 Staat vast en houdt vast.

2 Thess. 3:1-18 Trouw vindt men niet bij allen. Onttrekt u aan elke broeder, die zich ongeregeld gedraagt. Gaat niet met hem om.