| Inhoudsopgave |


Het Voornemen der Eeuwen, (Ef. 3:11)

In de Statenvertaling staat: "het eeuwig voornemen",
in het Grieks "het voornemen der aioonen".
Dit zijn grote wereldtijdperken.

De kaarten geven een algemeen overzicht van de tijden der eeuwen.
Kaart 1: exclusief de gemeente der verborgenheid
Kaart 2: inclusief de gemeente der verborgenheid



EERSTE DEEL: De Voorbereiding.


5. Satans Tegenstand - De Verzoeking en de Val


Laat ons eerst de betekenis nagaan van een paar woorden uit Gen. 3. Het Hebreeuwse woord vertaald door "slang" betekent "glanzende" of "blinkende". In het Chaldeeuws wordt het dan ook voor koper gebruikt.

Verder is "gedierte" letterlijk: "levend wezen". Er is geen beletsel te geloven, dat hier sprake is van een slang. Doch dan een slang die heel wat verschilde van het dier dat wij nu kennen, want toen kon blijkbaar nog niet gezegd worden dat zij "op haar buik ging", (Gen. 3: 14). Er is ook geen beletsel te geloven dat niet een dier, maar wel een schitterend wezen zich voordeed, Satan zelve die zich veranderde in een engel des lichts (2 Kor. 11: 14). Satan wordt in Op. 20: 2 "de oude slang" genoemd. Gen. 3: 15 spreekt overigens noodzakelijk van het zaad van Satan en niet van een dier. Het "op uw buik kruipen" is men bijna wel verplicht op grond van het "stof eten" als een spraakfiguur te beschouwen. Het drukt de grootste vernedering uit, zoals Ps. 44: 26 de grootste onderwerping, Ps. 72: 9 de grootste overwinning, Spr. 20: 17 de grootste ontgoocheling. Zo nemen wij ook het "de kop vermorzelen" niet letterlijk voor het dier, maar als figuur van de vernietiging van Satan.

Telkens weer zullen wij zien hoe Satan zich tegen God verzet en daartoe dikwijls God nabootst. Adam en Eva stonden in betrekking met hun Schepper, de Zone Gods, die zich aan hen onder de vorm van een schitterende Gods gestalte (Fil. 2: 6) voordeed. Satan stelde zich aan Eva voor in een dergelijke gestalte en trok Gods Woord in twijfel (Gen. 3: 1). Eva verminkte Gods Woord (verzen 2 en 3). Satan sprak dan Gods Woord tegen (vers 4) en loog de mens voor, dat hij "als God"zou wezen. Eva werd bedrogen (2 Kor. 11 : 3) en at van de vrucht van de boom. Adam is niet verleid geworden (1 Tim. 2: 14), maar at toch ook van de vrucht.

"Ten dage" van Gen. 2: 17 staat evenals Gen. 2: 4, enz. voor "als". "Zult gij de dood sterven" is letterlijk "stervende zult gij sterven"; ons "leven" is inderdaad, tot aan de dood, een voortdurend sterven. Zij verloren natuurlijk nu het glorieuze, dat zij vroeger als beeld Gods hadden. Waar de eerste Adam faalde, omdat hij Gods Woord verminkte, daar zou later de tweede Adam (Christus) tegenover Satan stand houden door getrouw Gods Woord te gebruiken.



| Inhoudsopgave |



Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden