| Inhoudsopgave |


Het Voornemen der Eeuwen, (Ef. 3:11)

In de Statenvertaling staat: "het eeuwig voornemen",
in het Grieks "het voornemen der aioonen".
Dit zijn grote wereldtijdperken.

De kaarten geven een algemeen overzicht van de tijden der eeuwen.
Kaart 1: exclusief de gemeente der verborgenheid
Kaart 2: inclusief de gemeente der verborgenheid


Verzoek van de Uitgever

De Engelse bijbelonderzoekers bezitten de "Berean Expositor". In geval er genoeg Nederlandse lezers zijn die er belang in stellen, kan de mogelijkheid onderzocht worden een bescheiden maandschrift uit te geven, dat steeds het recht snijden van het W oord der waarheid en dan ook de bijzondere positie van de Gemeente der verborgenheid voor ogen houdt. Zij die ons hierover een woordje willen schrijven, zullen dan eventueel later nader bericht krijgen over de wijze van uitgaaf. Ook de mogelijkheid werken van Mr. C. H. Welch in het Nederlands uit te geven zal onderzocht worden. Verder is een boek over de "Tijden der Eeuwen", door een andere schrijver, in voorbereiding.

Voorwoord

Het is een groot voorrecht de Bijbel te bezitten en te geloven dat hij geheel door God is ingegeven. Maar het is natuurlijk daarbij nodig die Schrift te onderzoeken en kennis te nemen van hetgeen God ons te zeggen heeft. Vooral onder de "protestanten" zijn er velen die een geheel onlogische positie innemen: officieel erkennen zij alleen Gods Woord, maar in werkelijkheid nemen zij in vele gevallen de gedachten over, die andere mensen over de Bijbel hebben, zonder ze zelf aan de waarheid te toetsen. Daar die gedachten dikwijls verre van juist zijn, kan een dergelijke wijze van doen, gedurende enige geslachten herhaald, alleen verder en verder van de waarheid afleiden. Een voortdurend onderzoek van Gods Woord zou integendeel het afgeweken "Christendom" gaandeweg terug tot de waarheid brengen.

Overlevering vindt men dan ook overal, vooreerst in de Roomse Kerk, waar zij openlijk de eerste plaats bekleedt, maar ook in de protestantse Kerken en sekten. Het is maar een kwestie van graad.

Het is geen kleine zaak als men wit vrij gemaakt worden van alle menselijke of demonische gedachten. Elk ogenblik moet men er op letten niets te geloven van hetgeen men hoort of leest, maar het alleen aan te zien als een aanleiding om te onderzoeken uit Gods Woord of de uitgedrukte gedachte juist is. Zelfs al komt het van " kerkvaders " , van de meest heilige mensen, van de grootste geleerden, het zijn allen mensen wier natuurlijke neiging is te dwalen en die hierin door Satan geholpen worden. Men moet dan letterlijk het 7de artikel van de gereformeerde geloofsbelijdenis volgen, dat onder meer zegt: "Men mag ook geener mensenschriften, hoe heilig zij geweest zijn, gelijkstellen met de Goddelijke Schrifturen, noch de gewoonte met de waarheid Gods, (want de waarheid is boven alles,) noch de grote menigte, noch de oudheid, noch de successie van tijden of personen, noch de conciliën, decreten of besluiten; want alle mensen zijn uit zichzelf leugenaars en ijdeler dan de ijdelheid zelve."

Ieder kan een dergelijk onderzoek natuurlijk niet in dezelfde mate instellen; ieder is voor zichzelf verantwoordelijk tegenover God in deze zaak. Ook kan dit onderzoek slechts geleidelijk uitgevoerd worden. Sommige dingen moet men soms wel voorlopig aannemen, maar als men steeds het doel voor ogen houdt komt men in betrekkelijk korte tijd tot de waarheid. Want deze, dus Gods Woord, is op zichzelf niet moeilijk te begrijpen; het zijn juist de menselijke of de demonische gedachten die in de weg liggen en waarmee men last heeft.

Behalve de inspanning, die voor een dergelijk onderzoek gevorderd wordt, zijn er zeker heel wat hinderpalen op de weg. Het is een strijd " tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis van deze eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht" (Ef. 6: 12). Het hoofddoel van Satan, de god van deze eeuw, is een perfecte wereld zonder Christus. Om tot dit onbereikbare doel te komen moet de waarheid bedekt, Gods Woord weggenomen worden. Kan het Boek niet verwijderd of weg gekritiseerd worden, dan heeft hij nog vele andere middelen aan allerlei omstandigheden aangepast: de Waarheid wordt vermengd met demonische gedachten; aan sommige dingen wordt veel meer belang toegekend dan aan andere die er evenwicht mee zouden moeten maken ; tijden of dingen, die van elkander gescheiden zijn worden met elkander vermengd enz.

Eén van de listigste omleidingen is de gehele Bijbel te doen aanzien als zijnde rechtstreeks tot alle mensen gericht. Alzo past men dan toe op een lid van de Gemeente, wat b.v. tot een jood onder de Wet gezegd was. Op deze wijze kan men uit de Bijbel bijna alles halen wat men wil: men kiest ergens een tekst en past hem in de blinde toe.

Bij een ernstig onderzoek is een vooropgezette mening, hetzij ze van ons zelf of van een ander wezen komt, natuurlijk een onoverkomelijke hinderpaal: men wil dan eigenlijk de Bijbel slechts gebruiken om zo goed mogelijk die mening te staven.

Ook andere moeilijkheden komt men tegen. Velen zullen een onderzoeker, die deze richting volgt, van hoogmoed beschuldigen: denkt hij niet wijzer te zijn dan al die grote mannen, die deze zaken reeds vroeger zorgvuldig hebben nagezien? De waarheid wordt echter niet voorbehouden aan de wijste, maar wel aan ieder gelovige die zich geheel oprecht door de Heilige Geest wil laten voorlichten en de dingen geestelijk onderscheidt (1 Kor. 2: 13-15; Ef. 1: 17, 18). Er is geen verdienste aan iets beter te weten, als die wetenschap eenvoudig het gevolg is van het geloof in alles, wat God zegt en alle hoogmoed in deze zou, zoals in alle andere gevallen, geheel misplaatst, ja juist weer een hindernis zijn om de waarheid te kennen.

Vooral ten opzichte van de Bijbel heeft het verkrijgen van kennis zeer belangrijke gevolgen: het scheidt ons meer en meer af van het grote leugensysteem van de wereld (1), van de mensen, ja zelfs van vele gelovigen. Dit laatste zou de toestand zeer pijnlijk maken, indien wij daarentegen niet in zeer innige gemeenschap met God waren. Die gemeenschap, die bijzondere positie van de leden van de Gemeente ontgaat velen uit gebrek aan geloof in en kennis van Gods Woord.

Van de schrijver van deze studie zal zeker gezegd worden dat hij "te ver" gaat. Inderdaad wijken onze gevolgtrekkingen soms zeer af van algemeen aangenomen gedachten. In die zin gaan wij zeer ver. Maar het komt er op aan te zien of wij verder gaan dan de waarheid. Elke terechtwijzing in die zin zal met vreugde ontvangen worden, want het is in werkelijkheid een groot genoegen en een reden tot dankzegging als men eigen dwaling inziet en kan opgeven.

Dit boek is het resultaat van jarenlange studie, een voortdurende worsteling tegen de gedachten, die door 2000 jaar overlevering op de weg der waarheid gelegd zijn. Sinds het Nieuwe Testament geschreven is, werden de meeste door God, door middel van Nieuw Testamentische apostelen en profeten, geopenbaarde waarheden geleidelijk bedolven onder menselijke en demonische gedachten en overleveringen. Als men de geschiedenis van het zogenaamde "Christendom" nagaat, bemerkt men hoe nu en dan een van deze waarheden terug gevonden wordt of ten minste tijdelijk weer de aandacht trekt. Noemen wij alleen: de rechtvaardigmaking door middel van het geloof alleen en de tweede komst van Christus. Maar nog liggen er vele schatten begraven, die bij ontdekking ook zijdelings heel wat licht verspreiden (2).

Tussen bijbelonderzoek en natuuronderzoek bestaat veel overeenkomst en veel verschil. Het gebied is natuurlijk verschillend: in het eerste geval heeft men de geestelijke dingen, die ons door God worden medegedeeld; in het tweede geval is het Gods stoffelijke schepping. Bij het natuuronderzoek kan men onderscheiden hetgeen de mens met zijn natuurlijke middelen kan te weten komen (de feiten) en hetgeen hij zelf uitdenkt om zijn gebrek aan "wetenschap" aan te vullen (de stelsels). Wat men meestal "wetenschap" noemt is een mengsel van deze twee. Terloops kunnen. wij opmerken, dat de feiten steeds de Bijbel bevestigd hebben en dat alleen de tijdelijke stelsels soms in tegenspraak waren met Gods Woord. De mens weet niet genoeg om iets emstigs tegen dit Boek in te brengen.

Bij het bijbelonderzoek kunnen wij onderscheiden hetgeen de mens (de ware gelovige, die opnieuw geboren is) door zijn bovennatuurlijke middelen (zijn nieuw hart) waarlijk wee( (epignosis), en wij zouden dit ook de "feiten" kunnen noemen, en hetgeen hij er met zijn natuurlijk verstand bijvoegt of inwerkt (de stelsels). Elke ernstige onderzoeker zal erkennen dat zijn kennis niet volmaakt is, dat tenslotte, hetgeen hij over de Bijbel zegt met eigen gedachten vermengd is. Het komt er op aan die kennis zoveel mogelijk te zuiveren en alleen de "epignosis" (Kot. 1: 9-11; 2: 2 enz. zie aantekeningen) over te houden.

In bijbelonderzoek is dan ook een zekere ontwikkeling, omdat het onderzoek van een mens dat van een tweede kan helpen, juist zoals bij het natuuronderzoek. Nu ligt hier tevens een groot gevaar. De latere onderzoekers zullen veelal geneigd zijn op een STELSEL voort te bouwen en niet op de feiten. Zij kunnen, in plaats van de kennis die vroeger verkregen is te zuiveren door steeds naar Gods Woord terug te gaan, het stelsel zelf meer afwerken en daardoor nog verder van de waarheid afwijken. Bij het natuuronderzoek komt dit ook voor, maar in veel mindere mate. Waarom? Omdat Satan het natuuronderzoek bevordert en het bijbelonderzoek belemmert. Zijn hoofddoel is Gods plan tegen te werken en zelf een model-mensdom op te richten zonder levende Christus. Zijn grootste hindernis is Gods W oord, dat Gods plan beschrijft en Satan ontmaskert.

Terwijl de natuuronderzoekers dan ook altijd weer tot de basis: de natuur, teruggaan en de leer steeds nazien en op de hoogte houden, door bijna universele medewerking, vinden wij bij het bijbelonderzoek het tegenovergestelde. De meesten gaan terug naar de leer van hun kerk of kring en verwijzen slechts in geringe mate naar de Bijbel. Nadat een kerk of sekte zich gevormd heeft, blijft zij met alle kracht aan haar standpunt vasthouden en veroordeelt dikwijls allen, die er niet geheel mee overeenstemmen. De Bijbel, en vooral een nauwkeurig onderzoek, wordt dan EEN GEVAAR.

Want zij zouden misschien verplicht zijn afstand te doen van hetgeen zij vroeger leerden. Hun stelsel dat, als het naar zijn waarde geschat zou worden, tijdelijk kon helpen, wordt voor hen een hindernis om tot de volle waarheid te komen. O! of hun God te eniger tijd bekering gave tot erkentenis der waarheid, en zij wederom ontwaken mochten uit de strik des duivels, onder welke zij gevangen waren tot zijnen wil!

Het natuuronderzoek, vooral dat van de laatste jaren, is meestal moeilijk, en kan niet door ieder ondernomen worden, omdat er dikwijls allerlei boeken, tijdschriften toestellen en grote laboratoria voor nodig zijn. En toch is de vooruitgang steeds geweldiger. Het bijbelonderzoek staat voor alle gelovigen open: een Bijbel is voldoende, een concordantie is zeer nuttig, andere boeken kunnen tijdelijk helpen; doch bovenal helpt de Heilige Geest allen, die de waarheid liefhebben. Gods Woord is overigens grotendeels niet moeilijk te begrijpen op zich zelf, maar... de mensen hebben het moeilijk gemaakt omdat hun stelsels allerwege zó ontwikkeld worden, dat zij de eenvoudige waarheid zeer belemmeren. De meest eenvoudige gelovige, die oprecht naar de ware kennis ("epignosis") verlangt, zal ze van God krijgen.

Wil men de Bijbel onderzoeken, dan hechte men dus geen waarde aan menselijke gedachten (vooral niet aan onze eigen gedachten), aan menselijke stelsels of leringen. Men beschouwt ze hoogstens als een tijdelijke hulp om dichter bij de waarheid te komen, als een aanleiding tot onderzoek. Men begint dus die studie in Gods kracht, zonder vrees voor de gevolgen.

Men gaat voort in het geloof, zoals Abraham (Heb. 11 : 8), zonder zich te bekommeren waar men komen zal. Deze gevolgen zijn wel in een zekere zin ernstig: de meeste mensen zullen zich van ons afkeren, zoals dit ook met Paulus het geval was (2 Tim. 1: 15); dingen die ons vroeger tot zegen geweest zijn zullen wij nu nalaten; verdrukking en lijden staan ons te wachten. Natuurlijk! want Satan is de God van deze eeuw en richt zich tegen ons. Maar daarentegen vinden wij er de grootste heerlijkheid die alle verstand te boven gaat en ruimschoots al het overige vergoedt.

Men is wel eens bevreesd iets te zullen verliezen als men de Bijbel aldus onderzoekt. Het hangt er maar van af waaraan men waarde hecht. Verlangt men naar de waarheid dan zal men vroegere dingen verliezen, maar meer waarheid ontvangen en boven alles God kunnen verheerlijken en Zijne genade prijzen zoals het behoort. Zovelen hebben een ijver voor God... maar niet met verstand (Rom. 10: 2).

2 Tim. 2: 14-26 is zeer belangrijk met betrekking tot bijbelonderzoek: geen woordenstrijd, zich Gode beproefd voorstellen, het woord der waarheid recht te snijden, niet twisten, met zachtmoedigheid onderwijzen. De schrijver is geheel bewust van het onvolmaakte van dit beknopt onderzoek en hoopt dat de lezer hierin zal voorzien door verdere studie onder de leiding Gods. Bij de studie van Gods Woord kan men geweldig onder de indruk komen van de volmaaktheid van die Schrift en van eigen zwakheid.

DE HEREN BEOORDEELAARS van dit werkje worden vriendelijk verzocht niet een deel hier en daar op te slaan of afzonderlijk te vermelden. Want dan zouden zij niet de gehele gedachte uitgedrukt vinden, of niet alle gronden inzien, waarop een conclusie steunt en tot valse gevolgtrekkingen komen. Een eerlijke beoordeling kan alleen gegeven worden na een ZEER ERNSTIG onderzoek.

De schrijvers, die ons in deze studie het meest geholpen hebben zijn:

  • E. W. Bullinger. Vooral de latere geschriften. Te bekomen bij Miss Dodson, North End, 17 Golders Green, London, N. W. 11.
  • Sir Robert Anderson, Pickering & Inglis, Paternoster Row, 14, London.
  • C. H. Welch. Zijn werken en het maandschrift "The Berean Expositor" te bekomen bij F. P. Brininger, Hereford Road, 14, Wanstead, London E. 11. Vooral deze laatste werken kunnen wij zeer aanbevelen als gids voor verder onderzoek.

Wij hebben ons echter steeds gewacht ook deze feilbare mensen zo maar te geloven en hopen dat de lezer ook dit hoek slechts als een wenk zal beschouwen en zelf zal onderzoeken " of deze dingen alzo waren " (Hand. 17: 11). De " Companion Bible" (Oxford University Press) met zijn talrijke taalkundige aantekeningen stelt in staat zonder kennis van Hebreeuws of Grieks tot de oorspronkelijke teksten terug te gaan. Concordanties en Lexicons zijn overigens onontbeerlijk voor een ernstig onderzoek.

Toen dit werkje reeds ter perse was, hebben wij ook kennis genomen van de "Concordant Version" (Concordant Publishing Concern - Los Angeles, Cal, U. S. A.), die zich op de drie voornaamste handschriften steunt en benevens een letterlijke vertaling van de woorden ook een nieuwe systematische vertaling geeft. Al is men het niet in alles eens met de aantekeningen, toch kan ook dit werk grote diensten bewijzen..

Voetnoten
(1) Dit was altijd het geval, ook toen de Heer Jezus op aarde was: "Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat" (Joh. 17: 14) en verder "Heilig ze in Uwe waarheid; Uw woord is de waarheid" (Joh. 17: 17). Men weet dat "heiligen" betekent: "afzonderen". Gods Woord is de grote kracht die ons van de wereld afzondert.

(2) Hoe vroeg de waarheden betreffende de bijzondere positie van de Gemeente onder de overleveringen bedolven werden blijkt, onder meer, uit het feit dat Irenaeus in de tweede eeuw in zijn boek "Ter bewijze van de apostolische prediking" aantoonde dat hetgeen hij leerde niets was dan de vervulling van de Oud Testamentische profetie. Van een verborgenheid die van eeuwen en geslachten verborgen was, schijnt hij niets meer geweten te hebben. Zo spreekt ook de Leer der twaalf Apostelen., van de kerk en de instellingen, op een wijze die wel overeenkomt met hetgeen het N. T. zegt over de tijd van de Handelingen, maar niet met wat Paulus in zijn laatste brieven schreef. Het tegenwoordige "Christendom" rust op dergelijke menselijke geschriften en niet op de openbaringen, die Paulus van de Here Jezus ontving.


| Inhoudsopgave |



Home
| Over LW | Site Map | LW Publicaties | Zoeken
Ontwikkeld door © Levend Water Alle rechten voorbehouden